wordt verfoeit, soude men tot de vordere vereeniginge anders geen sondament behoeft hebben, als dese spreuke Augustini, die als Godts woordt conform in alle de treffelijkste bevechters des Pausdoms ten hooghsten wordt gepresen: In iis quae clarè & apertè in Scripturis posita sunt, continentur omnia quae spectant fidem & mores vivendi. Dese regel wordt van alle tractatoribus controversiarum op het hooghste gepresen: welke wel bekennen dat 'er in de Schrifture vele saken donker ende swaer te verstaen zijn; maer dat alles wat tot de saligheidt noodigh is, soo klaer daer in uitgedrukt wordt, dat alle, ook de eenvoudighste Godtvreesende herten, de selve daer uit konnen vatten ende verstaen. De welke onder twee generale hooft stukken konnen gebroght worden: het geloof in Godt ende Iesum Christum, sonder welk geloof men Godt niet kan behagen; ende tot heiligheidt des levens, sonder de welke niemandt Godt en sal sien. Soo soude men dan een religionem verè catholicam konnen voorstellen, quae tantùm ea comprehenderet tanquam scitu, creditu, factu, speratu necessaria, quae ubique, omni tempore, ab omnibus vere piis, & Deo gratis hominibus, agnita, recepta & observata fuerunt: & quae omnes verè pii agnoscunt necessaria esse ad eum hominem constituendum, qui vere Christianus & Deo gratus futurus sit. Acontius heeft in sijn Stratagematis Sathanae vele goede saken hier toe by-gebraght. Maer 't is geen wonder dat onder soo veel praejudicia en andere sware beletselen een Man sulken heilsamen werk niet en heeft konnen beginnen ende voleinden. Koste men maer de luiden soo verre brengen, dat se sich schaemden dissentanea te seggen, ende 't een tegen 't ander te stellen; het waer een goedt beginsel. Maer kander meer dissentaneum zijn, als de boven-gestelde regul uit
Augustino ten hooghsten prijsen, en even wel tegens de klare Koninghlijke ende aldernoodighste wet van liefde straks te haten ende te vervolgen die gene, die niet van alle saken tot de religie behoorende, eene meeninge en verstandt met ons hebben. Ten exempel: men heeft in Engelandt, Switserlandt, ende elders meer, by de Gereformeerde verscheiden vrome Mennisten ten deel onthooft ten deele verbrandt, om hare opinie van den Doop. Ook eenige verdronken volgens dese onchristelijke regel Zuinglij: Qui iterum mergit, mergatur. Sed hac ratione etiam mergendus fuisset Cyprianus cum magno numero Episcoporum Africanorum, qui in tribus Synodis, quarum singulae nostram nationalem longe superarunt, statuerunt esse iterum baptizandos, qui ab haereticis baptizati fuerunt: absurdum judicantes verum baptismum extra ecclesiam administrari. Maer lieve doch, soude Zuinglius of iemandt anders den Kinder-doop wel konnen vinden in iis quae clarè & apertè in Scripturis posita sunt? Sy bekennen immers dat'er noch gebodt noch exempel van uitgedrukt is. Ende alwaer ik schoon noch soo seker dat de Mennisten in dit stuk dolen, evenwel uit wat schrift soude ik dan noch bewijsen dat dese dolinge van sulken gewichte is, dat ik se daerom voor geen Christenen en moet houden, ja dat ik tegen de groote Koninghlijke wet der liefde, die dolende luiden hierom magh bannen, vangen, spannen, vervolgen? 't Is een schrikkelijke verblindinge dat alleen de harde Calvinisten gelooven, dat niemandt haer rechtsinnigh geloof kan bekomen, als die gene die Godt het onwederstaenlijk instort, ende dat selfs hare uitverkorene het geloof niet een ure voor die tijdt en konnen hebben, als Godt in haer onwederstaenlijk sal willen werken; ende dan en sullen sy 't ook niet konnen verstooten; ende evenwel de luiden vervolgen ende dooden om het ontberen van een sake die Godt haer niet en heeft willen geven, ende die sy uit haer selfs geensins en vermogen
te krijgen. Sy seggen, dat het onbegrijpelijk is met wat recht of reden Godt de menschen eeuwigh pijnight om 't ontberen van een sake die hy haer noit heeft willen geven; seggen ook dat dit is justitia Dei inenarrabilis, die van geen