Dichtkonst van verscheide stoffen(1668)–Johan Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina I] [p. I] [pagina V] [p. V] [pagina VI] [p. VI] Des wapens roem. HY die het Duytsche volk in rijcken en in steeden Beheerscht met Oppermaght, en hooghste landtvooghdy; Dees Hertoghs stam en naam hy niet laet ondertreden: Maar toondt dat sijn begin uyt Hollandts-graafschap zy; En Koninglijcken huys', ja hoe sijn Keysers handt, Dit nu op nieuws herstelt, en recht d'onrechte rechten Aan dese Phoenixspruyt; uyt d'asch bynaa verbrandt, En 't recht ontrechte recht naa 't rechte recht doet echten. Dus stelt by schrap ter schoor den Leeuw met griffoens veeren Op 't drayen van dit schildt, waar dats' sigh heenen wendt, Te letten, en verhoên dat het niemandt komdt deeren; Of anders is 't gesin des Adelaars geschendt; Daarom sy die getrouw den Adelaar beminnen Doen bystandt, dat dit schildt voor meenigh hondert jaars Mach blijven in sijn standt, en dat die 't al kan winnen Dit wacker schildt bewaardt door kracht des Adelaars. O! Keyserrijck vervuldt met Echte Deught en Zeden, Ick bidde dat uw' hulp en zegenrijck bestuur, Dees Faam en Naam gehaalt door groote dapperheden Beschermt, en d' Adelaar bestut sijn Avontuur. Doch sonder pronck en pomp, maar pronck van Schuttery, En door Lysandri of Pausanjae Oorloghs daden, Omkletst door d'ysre vuyst van trots Soldatery; Dit hoop ick sal sijn plicht, en plicht zijn van sijn raden. Dan sal den Oorlooghs-god bewaart zijn van het hollen, Dan sal de krijghs-banier toe-doen de standaart bloot, Dan sal geen Moordt-geschrey afmaeyen d'oeghst van bollen; Maar Mars als suygeling sal leggen in den schoot. Maxima virtus humilitas. TH. ST. Vorige Volgende