Opzet en werkwijze
Wie een onderwerp uit de Jaren '60 kiest, krijgt anno '79 het volledige decennium op zijn nek. Alle verwachtingen van hen die de tijd zelf meemaakten. Alle verwachtingen waarvan men de reproduktie verwacht.
Voor velen die horen over ‘Jaren '60’ en ‘happening’ is ‘Provo’ de conclusie. Juist omdat bijna iedereen de ‘happening’ met Provo identificeert, valt 't op hoe weinig blijkbaar bekend is van andere ‘gebeurtenissen’. Enkele van die gebeurtenissen die een interessant deel lijken uit te maken van de jaren '60 bleken in 1977 nog niet te zijn beschreven. Je kon niets vinden over happenings in Nederland en heel weinig over Fluxus.
Het leek mij de moeite waard om een aantal fascinerende feiten, die veel met kunst te maken hadden (maar eerder kunst in gebeurtenissen waren dan kunstobjecten), alsnog te signaleren. Dit onderwerp heb ik in 1977 als project uitgeschreven aan het Instituut voor Kunstgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen. Begin 1978 zijn een groep studenten en ik er aan begonnen.
Eerst literatuur bestudeerd over de buitenlandse happenings. De literatuur hield op bij Nederland.
De werkwijze werd toen een lange reeks van interviews met de kunstenaars en collegae en de bewerking van gegevens in beschrijvingen die zeer moeizaam groeiden.
Per 1 juni verhuisde ik definitief naar mijn nieuwe functie in Museum Boymans-van Beuningen. Ik ben zeer erkentelijk dat een aantal studenten mij daarheen hebben willen volgen om van een project een expositie en een catalogus te maken.
In het bizonder dank ik de werkers van de laatste maanden: Talitha Schoon, Albert Kuiper en Paul Luttik.
Voor de tentoonstelling maakten wij een keuze vanuit de optiek van de beeldende kunst. Dus viel veel af van muziek, theater, politiek, onderwijs, democratische hervormingen en Provo.
Wat wij wel tonen is het resultaat van een uitgebreid onderzoek naar ‘gebeurtenissen’ die zich kenmerken door de relaties en spanningen tussen ‘Actie, werkelijkheid en fictie’ en datgene wat als kunst fungeerde maar meestal niet als zodanig werd gebracht. De gebeurtenissen die buiten de musea plaats vonden (of in een verwijderd verband) vormen ons onderwerp.
Een onderwerp derhalve dat in de tijd plaats vond en voorbij is en meestal geen objecten heeft nagelaten. Wat bleef waren reprodukties: films, foto's, geluidsbanden. Dat materiaal was niet voor handen, zodat ook het vinden van dit materiaal ‘onderzoek’ meebracht.
Ten slotte zijn de fotografen, filmers en dokumentalisten de makers van deze tentoonstelling. Zeer veel dank voor hun medewerking, begrip en vriendschap. Daphne Duijvelshoff en Marijke van der Wijst hebben de lay-out van de zalen en de catalogus bepaald en het uiterste gedaan om het werk te voltooien. De tentoonstelling is een informatie-unit. Een voor-afbeelding van een dokumentatiecentrum dat hopelijk in ons museum vorm zal krijgen.
Wim A.L. Beeren