Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678)
(1997)–Pieta van Beek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 310]
| |
21. CommentaarBoven het gedicht staat: In Symbolum suum ο εμος ερως εσταυρωται Op haar eigen levensspreuk mijn liefde is gekruisigd. Volgens de negentiende eeuwse biograaf Schotel nam Anna Maria van Schurman deze spreuk als lijfspreuk over nadat ze een belofte aan haar vader op zijn sterfbed had gedaan: Gedurende zijn leven had Frederik van Schurman zijn dochter dikwerf over de hooge waarde van een onbevlekt en maagdelijk leven onderhouden en op zijn sterfbed bad hij haar ernstig en vurig zich van het huwelijk te onthouden ‘opdat zij zich niet onvoorzigtig in de strikken der wereld mogt wikkelen’. Zij die haren vader nooit ongehoorzaam was geweest, offerde aan deze waarlijk strenge begeerte het uitzigt van een gelukkig huwelijk, op de ondersteuning en hulp van een liefderijk echtgenoot en op de herleving in een bloeijend kroost gewillig en met welgevallen op...Het was dus niet gelijk sommigen meenden de vrees dat zij in hare studien zou belemmerd worden, die haar bewoog alle aanzoek tot het huwelijk af te wijzen, maar de belofte aan haren vromen vader op zijn sterfbed gedaan. Sedert nam zij het schoone gezegde van Ignatius ο εμος ερως εσταυρωται mijn liefde is gekruisigd over. Die zinspreuk vindt men onder hare schoonschriften, tekeningen, schilderijen, op albumbladen.Ga naar voetnoot621 In haar autobiografie Eukleria vertelt Van Schurman dat ze op zestien jaar haar vader op zijn sterfbed had moeten beloven om nooit te trouwen, ze moest die onontwarlijken verdorven wereltschen huwelijksbant (ab inextricabili conjugi mundani corruptissimo inculo) vermijden.Ga naar voetnoot622 Nu blijkt na lezing van de Continuatie van de Eucleria dat ook haar broers zich liever niet in die strikken van de wereld moesten laten vangen: | |
[pagina 311]
| |
Ao. 1623 quam haar Vader te sterven/ na dat hy zyne zoonen/ en in zonderheit zyne Dogter/ veel wyze en Christelyke lesse gegeven hadde / om de werelt en haren zondigen ommegang te vlieden en zig niet ligtelyk in den band des Huwelijks in te laten / dewelke gemeenlyk/ zo als die nu doorgaans veel ingegaan werdt / meer aan de aarde / als aan God verbindt.Ga naar voetnoot623 Broer Willem stierf jong als kind, broer Hendrik overleed ongetrouwd in zijn dertigs, en ook de enige overlevende broer Johan Godschalk van Schurman is dan ook net als Anna Maria zelf nooit getrouwd.Ga naar voetnoot624 Op de vraag waarom die vader dit dringende verzoek stelde, ga ik niet verder in, omdat over het verschijnsel van het celibaat in gereformeerde kringen nog nauwelijks iets bekend is.Ga naar voetnoot625 Van Schurman nam die spreuk over van Ignatius, niet van Ignatius van Loyola zoals Van der Stighelen beweert,Ga naar voetnoot626 maar rechtstreeks van Ignatius van Antiochië zoals Mollerus de achttiende eeuwse biograaf van Van Schurman meldt: Adjectum ei plerumque est Apophthegmata Ignatii, episcopi Antiòcheni et Martyris sanctissimi, decantatissimum: ο εμος ερως εσταυρωται quod ipsa, piae devotionis impulsu, Symboli loco usurpabat et Carmine inter Poemata, Opusculis inserta, obvio, illustravit. Cui Epigrammata Joh. de Laet fili et Rob Keuchenii in idem Latina, Philippique Zesii Oda Germanica possunt adjungi. Hierbij gevoegd wordt de dikwijls gehoorde korte spreuk van Ignatius, bisschop van Antiochië en een zeer vroom martelaar, nl. mijn liefde is gekruisigd. Zij heeft dat door vrome neiging als symbool gebruikt. Ze heeft er ook een gedicht opgeschreven dat gemakkelijk onder haar gedichten in de Opuscula te vinden is. Ook zijn er epigrammen | |
[pagina 312]
| |
van Joh. de Laet en van Rob. Keuchenius in het Latijn en oden in het Duits van Philippus Zesius op deze spreuk geschreven.Ga naar voetnoot627 Volgens Mollerus had ze deze spreuk van Ignatius van Antiochië in een vrome opwelling als symbool overgenomen. Hij heeft het dus helemaal niet over de belofte bij een sterfbed gedaan. De spreuk staat in de brief van Ignatius aan de Romeinen, Par.7. Daar er nogal verschil in interpretatie in deze spreuk is, geef ik het (uitgebreide) citaat van Ignatius: Als levend mens schrijf ik u terwijl ik verlang te sterven. Mijn verlangen is gekruisigd en er is in mij geen vuur dat voedsel zoekt. Er is slechts stromend water in me dat spreekt en binnen in me zegt: Hierheen, naar de Vader! Ik schep geen behagen in het voedsel van vergankelijkheid en de genietingen van dit bestaan. Ik verlang naar het brood van God, dat is het vlees van Jezus Christus. Hij is uit het geslacht van David. Als drank verlang ik naar zijn bloed, dat is de onvergankelijke liefde.Ga naar voetnoot628 Met betrekking tot ερως geeft de ene vertaling ‘lust’, de andere ‘verlangen’, de derde weer ‘liefde’.Ga naar voetnoot629 Origenes startte een lange traditie waarin mijn liefde werd opgevat als Christus. Mijn liefde is gekruisigd is dan Christus, mijn liefde, is gekruisigd. Maar moderne commentatoren op Ignatius willen juist de parallellen met de volgende bijbelteksten laten zien, zoals Galaten 5:24: ‘Maar die van Christus zijn hebben het vlees gekruisigd met de bewegingen en begeerlijkheden’ en Galaten 6: 14: ‘Maar het zij verre van mij dat ik zou roemen anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus door welken de wereld in mij gekruisigd is en ik der wereld.’ Volgens Schoedel betekent de uitspraak ο εμος ερως εσταυρωται in het bovenstaand verband: He longs or loves to die, but his longing or love (eroos) has been crucified. | |
[pagina 313]
| |
Hij geeft verder deze aanvulling: Origen initiated a long tradition of interpretation of the passages according to which Christ is spoken of as the soul's longing that was crucified. But the use of the imagery of crucifixion in Gal. 6:14 and the parallel expression that follows in Ignatius - matter-loving fire - makes it clear that he has in mind a ‘longing’ for the things of the world. This negative assesment of love (eroos) has been viewed as Gnostic, but Philo in a number of instances deals with love and the longing for earthy things just as negatively.Ga naar voetnoot630 Ook W. Bauer en H. Paulsen komen tot diezelfde conclusie: Von der Liebe zum Tode kommt Ignatius [...] auf das stürmische Verlangen nach der Welt und ihren Güttern, zu denen auch das leibliche Leben gehört. Denn nur das kan eroos meinen, nicht aber, wie schon Origenes (Prol. in Cant. XIV, 302) wollte, Christus.Ga naar voetnoot631 Mijns inziens heeft Anna Maria van Schurman juist dit levenssymbool (mijn liefde is gekruisigd) van Ignatius van Antiochië overgenomen omdat zij op zestienjarige leeftijd, bij het sterfbed van haar vader, had moeten beloven om nooit te trouwen. Ze zou dus nooit uiting mogen geven aan lichamelijke liefde. De liefde die haar overbleef, was de geestelijke liefde voor de Gekruisigde, voor Jezus. Zij volgt mijns inziens dus de interpretatie van Origenes. Die is in haar geval alleszins toepasselijk. Dat ze zijn visie overnam blijkt uit het gedicht, maar het blijkt ook uit de interpretatie van de lofdichten op haar spreuk. Ze zou die toch nooit in de Opuscula hebben opgenomen als die tegen haar eigen bedoeling ingingen? Of het nu inderdaad de sterfbedbelofte is geweest die haar aangezet heeft - van broerlief die dezelfde waarschuwing aan moest horen weten we niets - tot het celibaat of dat ze er pas later toe bekeerd is, weten we niet. Haar vader overleed in 1623. De spreuk ο εμος ερως εσταυρωται verschijnt vaak op de prachtige calligrafische kunststukjes van | |
[pagina 314]
| |
Van Schurman, meestal album amicorum-bijdragen of schoonschriften, net boven haar naam. Maar de vroegste keer dateert eerst uit 1634.Ga naar voetnoot632 Van Schurman geeft expliciet haar interpretatie van de spreuk in dit Latijnse gedicht In symbolum suum. Dat gedicht is een echo-gedicht, net als dat voor de koningin van Engeland. Ook hier een echo in regel 2, 4 6, maar niet zo fraai als die van de roos. Ze begint met een rethorische vraag. Dan geeft ze zelf het antwoord en voert de Echo in: clamat amat De laatste echo is dus een repetitio, een herhaling die dan ook een versterkend effect heeft: geloof dubbel en dwars. Ook anderen bevestigen dat Van Schurman de opvatting van Origenes deelde. Zoals uit een negentiende eeuwse vertaling van dit gedicht door J.P. Hasebroek blijkt: Wie zou den Christus niet met liefde tegentreden,
Wien al wat aadmen kan den lof der liefde geeft?
Wie heeft ons lief als Hij, die met zijn bloed ons `t Eden
herwon, en van de hel ons vrijgestreden heeft?
Geef dus Hem 't hart, o bruid, en vreemd aan zelfbetrouwen
Blijf slechts op hem alleen als uwen Bruigom bouwen.Ga naar voetnoot633
Opvallend is dat de klassieke figuur van Echo weggelaten wordt, evenals de echo's zelf. Het gedicht wordt ook helemaal gekerstend, Tartarus wordt hel. Baillet schreef dat Van Schurman voua sa virginité à J.C. et elle lui garda en ce point une fidelité invioable jusqu'a la finGa naar voetnoot634 | |
[pagina 315]
| |
Van Schurman offerde haar maagdelijkheid aan Jezus Christus en zij bewaarde wat dit betreft een ongeschonden trouw tot aan het einde. Ook anderen hebben op haar zinspreuk gedichten vervaardigd: Robertus Keuchenius en Johannes de Laet Latijnse en Franse epigrammen.Ga naar voetnoot635 De Duitse dichter Philip von Zesen (1619-1689) dichtte een Spruchlied auf der Wohl-ädel-gebohrnen Hochgelehrten Jungfrauen Annen Marien von Schürman bildnüs, en nam die op in zijn Dichterische Jugendflamme in etlichten Lob-, Lust- und Liebesliedern zu lichte gebracht.Ga naar voetnoot636 Nog een bewijs dat Van Schurman de interpretatie van Origenes volgde en dat haar lezers en bewonderaars dit ook zo opvatten, bevindt zich in een boekje vol met epigrammen dat in 1649 ter ere van Van Schurman in Utrecht werd uitgegeven: Epigrammes Consacrez à la vertu de Mademoiselle, Mademoiselle Anne Marie de Schurman par le Sieur des Hayons. A Utrecht chez Jean Waesbergue 1649. Het negende epigram (er zijn er dertien plus een anagram) is gewijd aan Sur sa Devise: Amor meus crucifixus est en het luidt als volgt:Ga naar voetnoot637 La mort de l'amour immortel
ANNE, a donc fait naistre ta flamme
Et sa croix a servy d'autel
Au sacrifice de ton ame
O prodige de verité!
Que pour vivre en virginité
Tu suives les loix conjugales!
Que ton père soit ton espoux
Et que ton coeur soit moins jaloux
Quand plus il aime tes rivales!
| |
[pagina 316]
| |
De dood van de onsterfelijke liefde,
Anna, heeft dus aan jouw vlam geboorte gegeven
en zijn kruis heeft als altaar gediend
voor het offer van je ziel
O wonder van waarheid!
Dat om in maagdelijkheid te leven,
jij de huwelijkswetten volgt!
Dat je vader jou tot een Bruidegom is
en dat jouw hart minder jaloers is
wanneer hij meer houdt van je rivalen.Ga naar voetnoot638
Caspar Barlaeus had gelijk toen hij aan Huygens schreef: Quae quia nil nisi divinum sapit et excellens, hominibus nubere non vult et Deos amasios expectat. Een vrouw die, omdat zij slechts van het goddelijke en het verhevene weet, niet met mensen wil trouwen maar goden als minnaars verwacht.Ga naar voetnoot639 |
|