was. Ik kan mij dan ook maar niet begrijpen, hoe de blanke menschen altijd zooveel kunnen schrijven; het schrijven is zoo'n langzaam, vervelend, onaangenaam werk.’
Mevrouw Shelby glimlachte.
‘Mij dunkt, mijn oude man zal de jongens en het kleine meisje wel geen van allen meer kennen. Och Heer, wat is zij groot geworden, die Polly en hoe goed en knap is zij. Zij is thuis om op de koeken te passen. Ik heb juist denzelfden gekozen, dien mijn goede man zoo graag had, juist zulk een koek, als dien ik hem te eten gaf op den morgen toen hij vertrekken moest.’
Mevrouw Shelby zuchtte; bij de herinnering aan dien morgen scheen haar hart door een zwaar gewicht neergedrukt te worden. Zij had zich nog geen oogenblik op haar gemak gevoeld, sedert zij dien brief van haar zoon ontvangen had; zij had een somber voorgevoel, dat er iets kwaads verborgen was achter dien sluier van stilzwijgendheid.
‘Missis heeft het bankpapier toch wel bewaard?’ vroeg Chloé bezorgd.
‘Ja, Chloé,’ was het antwoord.
‘Ik wilde zoo graag aan mijn goeden man dezelfde banknoten toonen, die de banketbakker mij gegeven heeft. En hij zei nog wel tegen mij: ‘Chloé, ik wou, dat je langer blijven kondt!’ - ‘Ik dank u, massa,’ antwoordde ik hem, ‘ik verlang maar, dat mijn goede, oude man thuis mag komen en mijn missis, zij kan het ook niet langer zonder mij redden. Dat is het juist, wat ik gezegd heb. Een goed man was hij, die massa Jones!’
Chloé had er stijf en sterk op aangedrongen, dat hetzelfde bankpapier, waarin haar loon was uitbetaald, bewaard zou blijven, om aan haar goeden Tom ten teeken van haar bekwaamheid getoond te kunnen worden en mevrouw Shelby had zich graag bereid verklaard zich naar dezen zonderlingen inval van de goede vrouw te schikken.
‘Hij zal Polly niet meer kennen, waarlijk, dat zal hij niet, mijn goede man! Nu, het is ook al vijf jaren geleden, dat zij hem hebben weggevoerd en zij was toen nog zoo klein en kon nauwelijks op haar beenen staan. Denk eens, hoe bezorgd hij altijd was, wanneer zij eens struikelde!’
Het geratel der wielen van een rijtuig liet zich nu hooren.
‘Massa George!’ riep Tante Chloé uit, terwijl zij naar het venster vloog.
Mevrouw Shelby snelde naar den ingang van het vertrek en lag weldra in de armen van haar zoon. Tante Chloé stond angstig met haar oogen in de duisternis te staren.
‘O, arme Tante Chloé!’ zeide George, terwijl hij vol medelijden