Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 à 1634. Tome 4: Supplément
(1953)–Isaac Beeckman– Auteursrecht onbekend[4 april 1620]Registre des bans proclamés dans l'Eglise réformée de Middelbourg, 1611-1620. - Cf. ci-avant p. 24.
Den 4en April 1620
.................................... Ga naar margenoot+Isaac Beecman, jonckgesel van Middelburch, Catelyntjen Cerfs, jongedochter van Nipkercke. Testes: Abraham Beecman, cum uxoreGa naar voetnoot4), consenteren int huwelyc van haeren sone; Van de bruydswege verwillicht Catelyntjen Cerfs, moederGa naar voetnoot5). | |
[10 mei 1620]Registre des bans proclamés dans l'Eglise réformée à Zierikzee, 1620-1637. - Zierikzee, Archives municipales.
Den 10en Mey 1620
Joos Lambrechtsen, jonckman, wynckelier, van Astene in VlaenderenGa naar voetnoot6), Ga naar margenoot+Susanneken Langenes, jongedochter van MiddelburchGa naar voetnoot7), beyde hier woonachtichGa naar voetnoot8). | |
[augustus 1620]Registre des enterrements à Middelbourg, 1616-1626.
Augustus 1620 Oude kercke
....................................... 13Ga naar voetnoot9) Susanna BeeckmanGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot10)...................... 1-0-9 | |
[pagina 69]
| |
[15 oktober 1620]Résolutions du Vroedschap de Rotterdam, 1608-1621, fol. 545. - Rotterdam, Archives municipales.
Vergadering den 15en Octobris 1620. Absent: PuyckGa naar voetnoot1), HartichfeltGa naar voetnoot2), MatelieffGa naar voetnoot3), Dullert, Besemer, GoederedeGa naar voetnoot4).
In de voorschreven vergaderinge gerapporteert synde dat Mr Adrianus SmoutiusGa naar voetnoot5) de Gecommitteerden van de Vroetschappe, die met hem aengaende deselve saecke gesproocken hebben, bedanct heeft van de aenbiedinge vant rectorschap van de latynse schole Is eenpaerlick goet gevonden, dat men den Rector van Der VeereGa naar voetnoot6) daertoe sal versoucken, waertoe gecommittert syn, neffens een van de Burgemeesteren, de Heeren Driel ende BerckelGa naar voetnoot7), dewelcke volcomentlick gelast syn om alvoorens, sooveel doenlick is, haer op de bequaemheden van de persoone geinformeert ende tselve bevonden hebbende, te corresponderen mettet voorgaende rapport ende, getuyghenisse van hem gedaen ende gegeeven, metten selven finalick op het voorschreven rectorscap te moogen handelen tot soo redelicken ende civilen pryse als eenichsints doenlick sal weesen mette minste beswaernisse van de stadt, welverstaende dat sy niet en sullen excederen tgeene den Rector van den BrieleGa naar voetnoot8) is aengebooden, te weeten VIc L £ sjaers. | |
[19 oktober 1620]Résolutions des Bourgmestres et Echevins de Veere, 1619-1640. - Veere, Archives municipales.
's Maendaeghs, den XIXen Octobris 1620
Present het volle Collegie, praeter Bloncke, Valerius ende Reygersberch. Is gecompareert den Rector van de latynsche schole deser stede, Jacobus Bekeman, ende heeft de Heeren vant Collegie bedanckt ende zyne demissie versocht, alsoo hem een seer avantagieuse conditie by die van Rotterdam was gepresenteert. Waerop by Burgemeesters ende Schepenen geseght is, dat zy de zake naerder zullen examineren ende in bedencken nemen. | |
[20 oktober 1620]Même Registre.
's Dyncxdaeghe, den XXen Octobris 1620.
Syn gecompareert de Gedeputeerde der stede RotterdamGa naar voetnoot9), ende nae salutatien ende complimenten, hebben versocht de datelicke ontslaginge van den voorschreven RectorGa naar voetnoot10), met de redenen van den dienst van hare schole daertoe dienende. Waerop, naer gelycke begroetinge tot antwoorde geseght is, dat men de schole alhier niet en can laten dissolveren; dat men alle mogelicke debvoiren zal doen om die te voor- | |
[pagina 70]
| |
Ga naar margenoot+sien, twelck gedaen synde, tsy binnen een maent ofte twee, min of meer, dat men geen swaricheyt maken en zal den rector te ontslaen.
Résolutions du Vroedschap d'Utrecht, 1620 et 1621, fol. 6recto. - Utrecht, Archives municipales.
Manendage, den voorlesten Octobris 1620Ga naar voetnoot1).
Ga naar margenoot+Verhaelde de Heere Burgemeester ButhGa naar voetnoot2), dat de jegenwoordige conrector ScholaeGa naar voetnoot3), die sich in synen dienst niet en heeft begeren te verbynden, by Syne Edele was geweest ende versocht hadde met groote instantie van te mogen vertrecken ende een ander in syn plaetse gestelt te worden, doch dat hy tevreden was den dienst noch waer te nemen totdat een ander soude wesen becomen, ende, soe men hem qualicken jegens syn wille conde honden, drouch voor off men niet den Heeren ScholarchenGa naar voetnoot4) metten predicanten soude mogen last geven omme hem te bedancken ende informeren op de qualificatie van de persoon van Mr Symon Wytfeldt tot dese stadt, ende in sulcke gevalle mede despicieren een ander in syn plaetse in quarta classe ende over acht dagen van alles rapport te doen, soe is alles tselve goet gevonden. | |
[20 november 1620]Résolutions du Vroedschap d'Utrecht, 1620 et 1621. - Cf. ci-avant p. 62.
Manendage, den XXen Novembris 1620Ga naar voetnoot5)
Ga naar margenoot+Rapporteerden d'Heeren NellesteynGa naar voetnoot6) ende UvttewaelGa naar voetnoot7), scholarchgen, volgens voorgaende last, versproocken ende overcommen te syn met Mr SimonGa naar voetnoot8), lector quartae classis, dat hy bedienen sal het conrectorschap in plaetse van den laetsten gelicentieerdeGa naar voetnoot9), ende doceren in tertiâ classe op een gaige van vide op den XXVIJen hyerna, ende weder syn plaetse in quartâ sal becleden MudenusGa naar voetnoot10), lector quintae classis op vide alsvorenGa naar voetnoot11) sjaers, ende soe voorts de naervolgende meesters successivelycken sullen opclimmen ende in septimâ gestelt werden een nyuwe meester. Int doen van welcke rapport by eenyge van de Vroetschap getwyffelt synde aen de souffisantheyt ende behoorlycke qualificatie sommiger meesters, is de rectorGa naar voetnoot12) daerop gehoort, die van yder redenen heeft gegeven ende dat oock nyemant van meerder qualificatie en was voorgecomen, noch geopenbaert, dath doch wel ge- | |
[pagina 71]
| |
Ga naar margenoot+leerder als de voorverhaelde soude connen gevonden hebben geworden, indyen daertoe respyt ende tyt waere geweest, openbaerende als bequaem in quartâ classe Dyckium, jegenwoordige rector tot Cuylenburch. Waerop goetgevonden ende last gegeven es aen de ScholarchenGa naar voetnoot1) ende rector voornoemt om hun eens secretelyck te vynden tot Culenburch by denselven Dickium ende shyer op syn qualificatie ende meninge te verstaen, inducerende den jegenwoordigen conrectorGa naar voetnoot2) noch voor eenen dach off thien daeromme te willen continueren. | |
[26 november 1620]Résolutions du Vroedschap de Rotterdam, 1608-1621; cf. ci-avant p. 69.
Vergaedering den 26en November 1620 Absent BontiusGa naar voetnoot3), HartichfeltGa naar voetnoot4), MatelieffGa naar voetnoot5), de Reus, Dullart.
Gerapporteert synde by de GecommitteerdenGa naar voetnoot6), die tot dien eynde in Zelant geweest syn, dat sy Jacob Beeckemannum, Rector van de latynse schole, aengenomen hebben tot Rector van de latynsche schole van deese stadt voor den tyt van (sic) jaeren om seshondert gulden sjaers, mits dat hy nae de expiratie van deselve jaren gehouden sal weesen, soot de Regierders deeser steede belieft, voor tselve tractament in de voorseyden dienst te continueren volgende het contract dienaengaende gemaect. Syn daernaer tot Curateurs van de latynse schole gestelt: Jacob Nicolaesz. DuynGa naar voetnoot7), Goevert Willemsz. GoedereedeGa naar voetnoot8) ende Fredericus Broukerus, predicant alhier. | |
[27 november 1620]Résolutions du Vroetschap d'Utrecht, 1620 et 1621. - Cf. ci-avant p. 62.
Manendage, den XXVIIen NovembrisGa naar voetnoot9).
.................................... De Vroetschap deser stadt Utrecht, uyt het rapport van hare Gecommitteerden verstaen hebbende, dat heure Edele nu eyntelick waren verdragen (doch op rapport) dat Mr Symon Wytfeld, jegenwoirdich lector quartae classis, sal aenveerden het conrectorschap in plaetse van Ysaacus Beeckmanno, die overlange dimissie heeft versocht, ende dyenvolgende becleden ende doceren in tertiam classem op een gaige van vyffhondert gulden sjaers ende Mr Roeloff van Muyden, nu in quintam, sal opgaen ad quartam op een jaerlicx loon van IIIJCL £, item Mr Adriaen Matthyssen van Bilsen, indertyt septanorum, lector comen in quintâ ende Willem van Megen weder was aengenomen in septimâ, | |
[pagina 72]
| |
Ga naar margenoot+ beyde de laeste op de tractement ten tot dese twee schoolen respective staende. Dat oock dit alle es gedaen ten overstaen ende tot goet contentement van den rector. Ende soe heeft de Vroetschap dit besoigne voor goet aengenomen ende geapprobeert by desen, met consent van de voorschreven meesters, hyervan verleent te worden dese acte, als de gaige van de voorschreven opclimmende meesters eerst inganck sullen nemen primo Januarij toecomende. | |
[30 november 1620]Résolutions du Vroedschap de Veere, 1619-1640. - Cf. ci-avant p. 69.
's Maendaeghs, den 1esten Novembris 1620 Present tvolle Collegie.
Is goetgevonden den persoon by den voorgaenden rectorGa naar voetnoot1) in de latynsche schole gesubstitueert, van synen dienst te bedancken, ende D. Justiny van AsscheGa naar voetnoot2) te bewilligen de kinderen, die noch in de schole mogen synGa naar voetnoot3), een lesse ofte twee sdaeghs te willen leeren. En dit by provisie, om naerderhant ten principale op alles naer behooren gelet te mogen werden. | |
[14 december 1620]Résolutions du Vroetschap d'Utrecht, 1620 et 1621. - Cf. ci-avant p. 62.
Manendage, den IIIJen Decembris 1620Ga naar voetnoot4).
.................................... Ga naar margenoot+Gelesen syndeGa naar voetnoot5) de requeste van Ysaac Beeckman, conrector, versouckende de verhoginge van de toegeseyde gaige dat hy gehouwt is geweestGa naar voetnoot6) ende belooninge van den tyt, die hy naegedient heeft sedert den 17en Novembris lestledenGa naar voetnoot7), ende daerby voirts het verhael van den eersten cameraerGa naar voetnoot8), dat hy nyet meer en eyscht als de XXV gulden voir de verhoginge ende noch een maent a l'advenant de gaige voor de naetyt, soe heeft de Vroetschap daerinne belieft. Ga naar voetnoota) | |
[pagina 73]
| |
Ga naar margenoot+
Compte du premier trésorier d'Utrecht, 1619-1620, fol. 119. - Utrecht, Archives municipales. Ander uutgeven gedaen tot onderhout van den Rector ende Schoolmeesters van St Hieronimi Schoole, die van Stadtswegen syn aengenomen, metten dependentien vandyen. .................................... Ysaacus Beeckmannus, op den 17en November 1619 mede by de Vroetschap aengenomen tot Conrector ende Lector tertie classis in de voorss. Schoole, op een jaerlicxe gaigie van vyffhondert ponden, des als hy quam te huwelycken dan XXV £ 's jaers meer soude hebben, gelyck binnen 's jaers geschiet es, ende hem daeromme over het jaer, verschenen den 17en November 1620 betaelt volgens quictan .......... Vc XXV £ Verlof genomen ende evenwel een maent nae gedient hebbende, is hem daervoor toegeleyt ende betaelt, blyckende uts ......... XLV £ XVI st. |
|