Aantekeningen
Over de organisatie der Nederlandse boekhandelaren en uitgevers zie: A.C. Kruseman, Aanteekeningen betreffende den Boekhandel van Noord-Nederland in de 17e en 18e eeuw, Amsterdam, 1893; V. Loosjes, Geschiedenis van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, 1815-1915, Amsterdam, 1915 en A. Loosjes, Geschiedenis van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, 1915-1940, Amsterdam, 1940.
Thorbecke's antwoord van 30 Juni 1827 op de Koninklijke prijsvraag is volledig opgenomen in P.F. Hubrecht, De Onderwijswetten in Nederland en hare Toepassing, Deel E, 29-61. Zie verder J. Huizinga, Van Instituut tot Akademie in Jb. Kon. Ak. v. Wet. 1921-1922, herdrukt in Tien Studiën, Haarlem, 1926, 126-156 en W. Verkade, Overzicht der Staatkundige Denkbeelden van Johan Rudolph Thorbecke (diss. Leiden), Arnhem, 1935, 267-274.
Inzake overheidsbemoeiing met kunst zijn van belang: J. Bosscha, Welke Verpligting rust er op de Regeringen ten Aanzien van Kunsten en Wetenschappen?, Amsterdam, 1840; Th. van Westhreene, Een Woord over Kunst en Kunstbescherming in Nederland, 's-Gravenhage, 1854; Victor de Stuers, Holland op zijn Smalst in De Gids, 1873, IV, 320 en Itertur decoctum, in De Gids, 1874, III, 314; H.J.A.M. Schaepman, De Kunst en de Maatschappij, Gent, 1891; C.S. Adama van Scheltema, Kunstenaar en Samenleving, Rotterdam, 1922; H. Robbers, De nieuwe Kunstenaar in De Nieuwe Gids, 1925, I, 405; N.A. Donkersloot, Dichter en Gemeenschap (Inaugurale Rede, Amsterdam, 6 April 1936), Arnhem, 1936; Dirk Coster, Over Liefhebberij en Slaven in De Stem, 1938, III; E. Boekman, Overheid en Kunst in Nederland (diss. Amsterdam), Amsterdam, 1939; H. Brugmans, Personalistische Cultuurpolitiek, 's Gravenhage, 1946; G. van der Leeuw, Nationale Cultuurtaak, 's Gravenhage, 1947; Ph.J. Idenburg, Actieve Cultuurpolitiek in Wending III (1949) nummer 2.
Over het Tollensfonds zie G.D.J. Schotel, Tollens en zijn Tijd, Tiel, 1860, 336; over het Willem Kloosfonds: De Nieuwe Gids, XXXIV, Juni, 1919.
Het uitgeversstandpunt inzake aansluiting van Nederland bij de Berner Conventie verdedigde J. Mosmans in het vlugschrift Diefstal?, Venlo, 1905. Zie daarentegen Frederik van Eeden, De Eerste Kamer en de Berner Conventie in De Samenleving, Mei 1911.
Vereening van Kunstenaars door Albert Verwey werd herdrukt in diens Proza, II, Amsterdam, 1921, 56-69.
Voor de ontwikkeling van het Nederlandse auteursrecht, zie H.L. de Beaufort, Het Auteursrecht in het Nederlandsche en Internationale Recht (diss. Utrecht), Utrecht, 1909; idem, Auteursrecht, Zwolle, 1932; Th. Wink, Van Privilegie tot Wet (De Ontwikkeling van het Recht van Kopij en Eigendom in den Boekhandel in de Jaren 1795 tot 1803), Assen, 1942; E.D. Hirsch-Ballin, Auteursrecht in Wording (Openbare Les, Utrecht, 2 Juni 1947), Zwolle, 1947; idem, Uitgeversrecht in Wording (Openbare Les, Leiden, 22 October 1947), Zwolle, 1947.