Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 6
(1975)–Jos Smeyers, H.J. Vieu-Kuik– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 562]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BibliografieAlgemeen bekende werken - encyclopedieën, biografische en historische standaardwerken (Witsen Geysbeek, Piron, Frederiks-Van den Branden, Biographie nationale; Geschiedenis van Vlaanderen, Geschiedenis van de Nederlandse Stam, Algemene Geschiedenis der Nederlanden) - werden niet opgenomen. De Verslagen en Medede(e)lingen van de Koninkl. Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (nu Koninkl. Ac. voor Nederlandse Taal en Letterkunde) worden als VMKVA vermeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Algemene werken en bijdragen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 563]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdst. I Rederijkers en dichtersAlgemeen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over het toneel:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over rederijkerskamers, alfabetisch per stad of gemeente:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 564]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 565]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdst. I A1Wek-gezang en Rijm-werkje in M. Sabbe, Fransch-Vlaandersche Rederijkerskunst, in VMKVA 1923, 190-217; over Achttiendeeuwsche gruwelspelen schreef V. Celen in Vlaamsche Arbeid 1928, 307-316, en 1929, 48-59; over De Breyne: C. Looten, Lettres de F.J. Bouchette, in Annales Comité flam. de France 1908-1909, 450 en 636-7; J. Denys, La famille de Breyne, Gand, 1939; over hs. Dienberghe: J. Smeyers, 18de-eeuwse...manuscripten uit de Bibl. Nat. te Parijs, in Liber alumn. E. Rombauts (Leuven, 1968), 251-265; over I. Vitzthumb en het Vlaamsch Tooneel te Brussel schreef C. de Baere in Feestbundel H.J.v.d. Wijer II (Leuven, 1944), 187-194; ook S.C.A. Willems, Heintje Mees en de Brusselsche schouwburg, in Het Nederduitsch Maandschrift 1862, en J. Isnardon, Le Théâtre de la Monnaie, Brux., 1890; over Vitzthumb en Neyts: U. van Maele, Het Tooneelleven, in Mechelen de Heerlijke (Mech., 1947), 561-567, en G. Olbrechts, Rondreizende Toneelgezelschappen te Mechelen, in Handel. v.d. Kon. Kring voor Oudheidk., Lett. en Kunst v. Mech. 1951, 67-82; over Neyts nog Een Vlaamsch Opera over Honderd Jaar, in De Eendracht 1865-1866, 34-5; over Fr.-Vlaanderen, zie hfdst. I B; ook C. Looten, Trois Manuscrits du Comité Flamand, in Société dunkerquoise Pour l'Encouragement des Sciences, Congrès...à Dunkerque II (Dunk., 1907), 113-119; over F. de la Fontaine en zijn Verhandeling leze men J.F. Vanderheyden in VMKVA 1956, 679-716; over J.J. Baey: M. Sabbe, o.c.; over P. Generé: W. Simaey, Leven en tijd van J. Hofman (zie verder onder Kortrijk); over het schooltoneel: C. Sommervogel, Biblioth. de la Comp. de Jésus (11 t.), Brux.-Paris, 1890-1932, passim; J. de Béthune, Le théâtre dans les anciens collèges de Belgique, in Mélanges G. Kurth II (Liège-Paris, 1908), 251-266 en Contribution à l'hist. du théâtre dans les anciens collèges..., spéc. à Courtrai (Handelingen v.d. Geschied- en Oudheidk. Kring te Kortrijk III), Courtrai, s.d.; Th. de Ronde, o.c.; D.A. Stracke, Was Vlaanderen altijd tweetalig als nu? s.l.n.d.; L. van den Boogerd, Het Jezuïetendrama in de Nederlanden, Groningen, 1961; verder E. vander Straeten, Ronssesche Tooneelvertooningen; L. Lefebvre, Le théâtre des Jés. et des Augustins...de Lille, in Annales de l'Est et du Nord 1907, 1-23; Ch. de Croocq, Histoire du Collège de Bergues, Lille, 1923; F. Prims, Het Vlaamsch Tooneel der Antwerpsche Aug., in VMKVA 1936, 237-249; R. van Aerde, Bijdrage tot de gesch. v.h. Tooneel te Mechelen, Het schooldrama bij de P.P. Jezuïeten, in Handelingen Kon. Kring v. Oudheidk., Lett. en Kunst v. Mech. 1935, 44-126, en 1936, 15-96; L. Scharpé, Vijf Brugsche Tooneelstukjes, in Biekorf 1900, 248-256, en 1901, 369-371. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 566]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdst. I A2Over Vondel en Zuid-Ned. schreef E. Rombauts in Vlaamsche Arbeid 1929, 147-175 en M. Sabbe (zelfde titel), Antw., 1939; over Cats: E. Rombauts in Aandacht voor Cats bij zijn 300e sterfdag. Studies n.a.v. de herdenking (1962); verder nog M. Sabbe, Oude Vlaamsche Vondel- en Cats-drukken, in Handel v.h. 5de wetensch. Vlaamsch congres voor boek- en bibl.-wezen, Gent, 1938; over Grootned. traditie en contact Zuid-Noord: O. Dambre, Nederl. cultureel Gemeenschapsgevoel, in Album J. Vercoullie I (Brussel, 1927), 73-92 (overdruk: Antw., 1940); M. Dierickx, ‘België’ of ‘De Nederlanden’, in Streven 1945, 169-178; V. Walgrave, Belgica: Losse bedenkingen, in Kultuurleven 1945, 677-688; J. Smeyers, Groot-Nederlandse traditie en belangstelling voor het Noorden, in Kultuurleven 1960, 33-42; over J. Quicke: M. Sabbe, Een achttiende-eeuwsch plagiaat, in Mélanges P. Fredericq (Brux., 1904), 119-123. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdst. I BVoor De Condé, Van Nieuwelandt, Van den Brande, De Grieck, De Swaen, zie Geschied. v.d. Letterk. der Nederl. V; voor Caudron: A. de Maeyer, Guillaum Caudron, in Kult. jaarboek v.d. prov. O.-Vl. 1960, 125-138. - (D. Carnel), 't Kribbetje ou la Nativité, in Annales Comité flam. de France 1853, 120-148; id., Noëls dramatiques des Flamands de France, in id. 1854-1855, 70-87 (met de tekst van twee korte toneelstukjes, een kerstspel en De vlucht nae Egipten); - A. de Maeyer, Het liturgisch Paasspel in de Nederl., in Jaarboek de Fonteyne 1959, 55-93; - L. de Wolf, Oude Voorboodschappen, in Biekorf 1927, 249-252; K.S. Zevekote, Een rederijkersspel te Handzame, in id. 1953, 129-134; L. Danhieux, Opvoering van een mirakelspel te Dadizele, in id. 1957, 141-144; J. Spanhove, De Barbaristen in de ban, in Ascania 1965, I, 2-14; id., Het heilig kruisspel v. Galmaarden, overdruk Eigen Schoon en de Brab. 1971-1972.
Brugge M. Luwel, De Rederijkers te Brugge in de 17de en 18de e., in West-Vlaanderen 1963, 225-239; - over Jan Quicke, zie J. Pollet in Biekorf 1931, 161-165, ook M. Sabbe sub I A2; - over Van Male: Ph. Blommaert, Joannes P.V. Male, in Belg. Mus. 1838, 174-196; bio-bibliografische schets in Geschied. van Vlaenderen...door J.P.V. Male, uitgave door F. vande Putte, Brugge, 1843; M. Luwel, Een Brugsch Rederijkerstractaat uit de 18de Eeuw, in Jaarb. de Fonteyne 1944, 83-105; id., J.P.V. Male als historicus, in Handel. v.h. Genootsch. voor Geschied. te Brugge 1947, 119-144; id., ‘Gheestigheden der Vlaemsche Rhymconst’, in Album F. Baur II (Antw.-Brussel, 1948), 61-74; id., Twee 18de-eeuwse Brugse auteurs in twistgeschrijf, in De Gulden Passer 1952, 121-133; - J. Broeckaert, Adriaan van der Brugghe, in Dietsche Warande 1890, 471-477; - E. van der Heye, Jan Ballée. Een Brugsche volgeling v. Jacob Cats, in Biekorf 1931, 14-20; J. Pollet, J.B. Baude, de achttiendeeuwsche Brugsche Gelegenheidsdichter, in id., 97-103; - over Dienberghe: E. de Vos, Het Kuipersambacht te Brugge, in id. 1901, 1902 en 1903; J. Smeyers, 18de-eeuwse...mss. uit de Bibl. Nat. te Parijs; - J. Penninck, Kroniek P.F. Le Doulx, St.-Andries-Brugge, 1972;
Ieper A. Diegerick, Essai de bibliographie yproise, Ypres, 1873-1881; - D. Beel, F.D. van Daele (1737-1818), verhand. Un. Leuven, 1962 (onuitg.); - over Fournier: Naergelaetene tooneelstukken en rymwerken (5 d.), Ieper, 1820 (met biogr.); G. Degroote, Poetae minores, in Miscellanea J. Gessler I (s.l., 1948), 364-375; - F. vande Putte, Biographie de J.J. Lambin, s.l., (1841); J.J. Lambin in Nederd. letterk. Jaerboekje 1842, 173-177 (necrologie);
Fr.-Vlaanderen L. de Baecker, Recherches hist. sur la ville de Bergues, Bergues, 1849; D. Carnel, Les soc. de rhét. et leurs représentations, in Annales Comité fl. de France 1859-1860, 29-88; L. de Baecker, La langue Flamande en France, Gand-Paris, 1893; E. Cortyl, Notes et | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 567]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doc. concernant les Soc. de rhét. de Steenvoorde et d'Hazebrouck, in Bull. Com. fl. de Fr. 1904, 395-415; (C. Looten), Concours dramatique à la soc....de Bergues en 1786, in id. 1910, 546-548; J. Chocqueel, Les Chambres de Rhét. en Flandre franç., in Le Lion de Flandre 1932, nrs. 23 en 24; C. de C(roocq), La Soc. de Rhét. de Bergues au XVIIIme siècle, in Journ. des Flandres 22.2.1935; L. Detrez, Les soc. de rhét. en Flandre au XVIIIe siècle, in Bull. Com. fl. de Fr. 1948, 18-26; V. Celen, Stemmen van Trouw, Oudenaarde, 1954; V. Arickx, De Red.kamers in Fr.-Vl., in Ons erfdeel 1970-1971, 173-175; E. Coornaert, La Flandre franç. de langue flam., Paris, (1970) en Les chambres de rhét. en Flandre, in Acad. des inscriptions & belles-lettres 1970, 195-200; L. Verbeke, Vlaanderen in Frankrijk (keurreeks Davidsf. 113), Leuven, 1970; M. Gysseling, De verfransing in Noord-Frankrijk, in Naamkunde 1972, 53-70; - K. de Gheldere, Meester D. de Jonghe, in VMKVA 1905, 643-758, en C. Looten, Un poète Dunkerquois inconnu, in Bull. Com. fl. de Fr. 1906, 49-60; - over Steven: C. Looten, Une querelle de rhétoriciens d'après un MS inédit du comité flamand, in id. 1902, 129-133, en E. de Bock, Andries Steven uit Kassel, in Ons erfdeel 1964-1965, 94-99; - over J. Vaerman, zie F. de Potter-J. Broeckaert, Geschied. v.d. gemeenten der Prov. O.-Vl., reeks V, d. 1, Erembodegem, 38; L. van Nieuwermeersch, in Biekorf 1901, 216-219, 238-9, 273-276 en 383; - C. de C(roocq), Un Rhétoricien Berguois: A.F. Cuvelier, in Journal des Flandres 5.11.1935;
Kortrijk over Hofman: Nederduitsch letterk. Jaerboekje 1836, 123 (necrologie); J. van Hoorde, J.B. Hofman van Kortrijk, Gent, 1876; W. Simaey, Leven en tijd v.J.H., in Versl. en Meded. van de Leiegouw 1965, 129-156;
Wakken over A.E. Vanden Poel schreef P. van Duyse in Belg. Mus. 1843, 96-103; - over De Borchgrave: P. van Duyse, P.J. De B., in Belg. Mus. 1844, 432-446; Gedichten van De B., uitgave door J. de Borchgrave, Gent, 1861 (biogr.); G. Degroote, P.J. de B., in De Gulden Passer 1945, 149-158; A. V(iaene), Vaderlandse verzen v.P.J. De B., in Biekorf 1955, 223-4; id., Rederijkers en luchtballons, in id. 1960, 129-136; id., Rederijkerstriomfen te Wakken 1783-1785, in id. 1962, 120-133; O. de Borchgrave, in Wakken herdenkt (Wakken, 1963), 113-141; A. Deprez, P.J. de B. en de Fonteine, in Jaarb. de Fonteyne 1967, 1-19;
Gent F. Vanderhaeghen, Bibliogr. gantoise (7 t.), Gand, 1858-1869; Ph. Blommaert, De Nederduitsche Schrijvers v. Gent, 1861; P. Claeys, Pages d'hist. locale (3 t.), Gand, 1885; id., Mémorial de la ville de Gand (1792-1840), Gand, 1902; D. Destanberg, Gent onder Jozef II, Gent, 1910; P. de Keyser, Gent in de litt. en in de folklore, Gent, 1935; - over Van Hove: L. Elaut, Geneesheer, dichter...in het Gent van 1700 tot 1725, in Handel. Kon. Zuidn. Maatsch. v. Taal- en Letterk. en Gesch. 1966, 145-156; - A. Deprez, Rondom Willems' bekroning door de ‘Fonteine’ in 1812, in Jaarb. de Fonteyne 1962-1963, 65-110; - over Cornelissen: A. Quetelet, Notice sur E.N. Corn., in Bull. Ac. roy. de Belg. 1850, 454-486; A.J.J. van de Velde, N. Corn. en zijn tijd, in VMKVA 1952, 847-881; W.H.M. Mattens, Jac. v. Artevelde in de Vlaamse lit., doct. bijscriptie Un. Nijmegen, 1966 (onuitg.); - over Pieter Johan Robyn schreef P. van Duyse in Belg. Mus. 1843, 209-226, en G. Degroote, Poetae minores; verder F. van der Elst, De lof der Belgen... n.a.v. de prijskamp der Cath. v. Aalst in 1810, in Bijdr. voor de Gesch. der Nederl. 1956, 161-179, en A. Deprez, Diana Daenens-Robijn (1805-1855), in Jaarb. de Fonteyne 1961, 83-92; - A. V(iaene), Kanunnik Henckel van Veurne, in Biekorf 1964, 306-7; - Ph. Blommaert, A.L.B. Stichelbaut, in Nederd. letterk. Jaerboekje 1839, 131-133;
Aalst F. de Potter - J. Broeckaert, Geschied. der stad Aalst IV, Gent, 1876; - over ‘de Belgen’ (1810): F. van der Elst, o.c., en J. Smeyers, 18de-eeuwse... mss.; - over Broeckaert, zie hoofdst. III; - P. van Duyse, D. De Simpel, in Nederd. letterk. Jaerboekje 1852, 151-158;
Dendermonde J. Broeckaert, Dendermondsche Drukpers, Gent, 1890 (bijvoegsels in 1894, 1898 en 1910); - id., De wonderlyke bekeeringe van Albine (tekstuitgave), in Gedenkschriften | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 568]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oudheidk. Kring v.h. Land v. Denderm., 2de reeks, d. VII, 67-160, en De martelie v.d.H. bisschop Hilduardus (tekstuitg.), in id., d. IX, 77-142; - tekstuitgaven van de stukken v. Moreel: id., Het spel v.O.L.Vr.v. Lebbeke, Denderm., 1907, en in id., d. XII, 47-122; J. Dauwe, Twee Lebbeekse kluchten, overdruk id. 1971; - J. Broeckaert, De dichteres E.v.d. Hove, in id., 2de reeks, d. VII, 274-277, en ongeveer dezelfde tekst in VMKVA 1898, 459-464;
Brussel M. Sabbe, Aanteekeningen over letterk. en taaltoest. te Brussel in 17e en 18e eeuw, in VMKVA 1934, 557-573; id., Le Brabant litt. du XIIIe au XIXe siècle, in Le livre, l'estampe... Mémorial de l'Expos. d'art ancien (Gembloux, 1935), 87-105; K. Hemmerechts, Het Triëst v.h. Noorden (keurreeks Davidsf. 95), Leuven, 1964; - over J.L. Krafft. Een brusselsch plaatsnijder schreef K. Piot in Dietsche Warande 1887-1888, 60-64; - over Cammaert: C. de Baere, Twee Vondelgedichten van C., in Eigen Schoon en de Brab. 1947, 230-1; W. Descamps, J.F. Cammaert. De ‘Dichtkonst’ en de ‘Art Poétique’...Vergelijkende studie, met bio-bibliogr. schets, verhand. Un. Leuven, 1965 (onuitg.); - over De la Fontaine: J.F. Vanderheyden, o.c.; - over Flas: R. Vanheybeeck, A. Flas. Den broederlycken Haet...Tekstuitgave, verhand. Un. Leuven, 1969, en A.M. Musschoot, Het Judith-thema in de Ned. lett. (Kon. Vl. Ac. VI, 103), Gent, 1972;
Antwerpen E. Poffé, Antw. in de XVIIIde e., vóór den inval der Franschen (Kon. Vl. Ac. VI, 9), Gent, 1895; id., na den inval der Franschen, Antw., 1897; Antw. in de XVIIIde eeuw (uitgaven Genootsch. voor Antwerpse Gesch. III), Antw., 1952; H. de Groote, Vijftig jaar boekdrukkunst te A., 1764-1814, Antw., 1961; - over Desroches leze men A. Sluys in Revue pédag. belge 1888, 169-193; K. Stallaert, Jan des Roches. Zyne verhandeling over de...tael der Belgen, s.l.n.d.; J. Smeyers, Taalkennis en Taaltoestanden in...[de] Academie v. Brussel (Kath. Vl. Hogeschooluitbr. 419), Antw.-Brussel, 1951; W. Couvreur, Jakob v.d. Sanden over J. des R., in Studia germ. gandensia 1970, 273-290, en Een Nederl. brief v.J. des R., in Taal en Tongval 1971, 68-76; - over J.A.F. Pauwels schreef L. Mathot in VMKVA 1887, 85-122, over F.M. Van Cannart d'Hamale, J.F.J. Heremans in Nederd. lett. Jaerboekje 1845, 165-6;
Lier F. Verbiest, ‘Polyarchus en Argenis’ van H. de Ka, in 't Land van Ryen 1961, 76-96; - F. Rens, P.J. Ceulemans, in id. 1852, 159-161; - over Verhoeven: H. Heylen, Den Oogst... Een tekstuitgave en een vergel. studie met de Avare v. Molière, verhand. Un. Leuven, 1963 (onuitg.); H. de Smedt, Juvenilia... Ingeleid, uitgeg. en toegelicht, verhand. Un. Louvain, 1968 (onuitg.); zie ook hoofdst. III;
Mechelen Mechelen de Heerlijke (hoofdred. R. Foncke), Mech., 1947. E. van Dooren, Liederen en gedichten van Jan Van Bossche, Gent, [1924]; - over J.B. de Backer, zie P. van Duyse in Nederd. letterk. Jaerboekje 1839, 125-130. Over Bouvaert: W. van Heteren, Een vlaamsche bibliothecaris uit de vorige eeuw, in Dietsche Warande 1891, 169-177, 249-266; Leven en werken der Zuid-Ned. schrijvers (Kon. Vl. Ac.), Gent, 1904, 150-152; Beschrijvinge v.d. toren... [door] Bouvaert... Met eene levensbeschrijving, uitgave door Ben Linnig, Antw., (1920); J.F. Vanderheyden, G. Bouv. en zijn ‘historie...’ Een paar v. zijn bronnen, in VMKVA 1960, 177-215; A.F. Marcus o. cist., G. Bouv., monnik aan de Schelde (Jaarb. Verenig. voor Heemk. in Kl.-Brabant, 1969-1970), Bornem, 1970; - over Pater Adr. Cosyns, s.j. Een hist.-letterkundige schets, schreef H.J. Allard in Dietsche Warande 1874, 336-363, en M. de Smedt, A. Cosyns: een taalverdediger uit de 18de e., in VMKVA 1972, 159-179; - over Van Wyenbergh, De Vos en J.B. Flas: Hildebrand o.m.c., De Kapucijnen in de Nederlanden (10 d.), Antw., 1945-1956 (vooral d. VII en IX); over De Vos nog: id., Een onbekende Ned. Dichter, in Leuvensche Bijdr. 1932, 1-35; A. Schouteet, Een onbekend dichtwerk van pater S. de Vos, in De Gulden Passer 1948, 277-282; een gedicht van Flas in Biekorf 1951, 172, 180-1, een volkslied van De Vos in id. 1955, 72-78; - over Het geestelijk liedboek in de Zuidel. Nederlanden (1675-1725) leze men H. Verbeke in Ons geestel. Erf 1965, 337-393; ook D.F. Scheurleer, Nederlandsche Liedboeken, Den Haag, 1912 (suppl. 1923); over Van Roost nog Antw. in de XVIIIde e., 259-60; - Verachter: M. Sabbe, Een begijnenliederboekje, in Volkskunde 1905, 229-238, en 1906, 97-105; - Pastor Jongherycx, in Biekorf | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 569]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1890, 229-234; N. Huyghebaert, Het leven v.d.h. Godelieve, berijmd door M. Coucke, in id. 1954, 125-129; - over Pater Verhegghen schreef P. van Duyse in Belg. Mus. 1846, 143-157; - Maccage: G. Degroote, Poetae minores; - over Grimminck: R. de Bertrand, Le curé Grimminck, in Bull. Com. fl. de Fr. 1859, 428-432; R. Persyn, Un Mystique Flamand, in Annales Com. fl. de Fr. 1925; A. Stracke, De XXIV uren der passie, in Ons geestel. erf 1944, 66-168 (Orloge, 157-164); Optatus o.f.m. cap., De bronnen v.K. Gr.'s spiritualiteit, in id. 1948, 369-376; L. Devynck, Wie beïnvloedde K.L. Gr.'s vroomheidsbeeld? in id. 1951, 44-58; K. Cruysberghs, Grote Priesters uit Gods Kerk, Leuven, 1952, 112-155; - L. Reypens, Een berijmd Westvl. mystiek dialoog, in Ons geest. erf 1958, 353-411. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdst. II In de margeA. Kronieken en stads- en landsbeschrijvingen Voor kroniek Le Doulx, zie hfdst. I B Brugge; Y. vanden Berghe, Een onbekende Brugse kroniek. Het journal van...Keukelinck, in Biekorf 1969, 203-205; de kroniek van Van der Auwera werd door A. Maes in de Uitgaven van het Kon. Geschied- en Oudheidk. Genootschap van Vl.-Brabant, 1973, gepubliceerd (uittreksels door id., ‘Simpele waerheyd’ Kroniek van Roklooster, in Eigen Schoon en de Brab. 1973 en 1974); van J.B. Filleuls Tydscronyck werd het laatste deel (1846-1855) uitgegeven door J.M. Berteele in Handelingen Kon. Geschied- en Oudheidk. Kring v. Kortrijk 1955, 5-197; M. de Smet, Het dagboek van B. de Rantere, Oudenaarde, 1973, bevat de tekst van de kroniek van 1787 tot 1831; J.B. Rybens - Th. de Roo, Beschryving der stad ende haven van Nieuport... (Documenten 10/Kr. 9) (2 d.), Nieuwpoort, 1966 (gestencild); L. van Buyten, Pelckmans, M.F., in Nat. biogr. woordenboek III, 655-658; J. de Kempeneer, Leuvense kroniek van J.B. Hous, Leuven, 1964 (ook L. Goemans, Een onuitgegeven Leuvensche kroniek, in Gedenkboek A. Vermeylen, Brugge, 1932, 387-392); J. Grauwels, Kroniek van J. Reyners, Hasselt, 1964; fragmenten uit het Memoriael van P. Cuvelier in Biekorf 1937, 1938, 1939, 1946, 1947, 1949, passim; De kronijk van Antwerpen, door J.F. Van der Straelen, 8 d., Antw., 1929-1936; - over Spanoghe, zie onder F.
B. Religieus-moraliserend werk Dit hoofdstukje verwerkt gegevens uit de hiervoren genoemde algemene werken. Bibliografische overzichten (Vanderhaeghen, Sommervogel) werden niet systematisch geëxcerpeerd: ze moeten nog heel wat, vaak anonieme devotieboekjes, hagiografieën, enz. vermelden. Verder nog: Optatus, De spiritualiteit v.d. Capucijnen...Een bijdrage tot de gesch. v.d. vaderlandse vroomh., Utrecht-Brussel, 1948; Hildebrand, De Kapucijnen in de Ned.; F. Rosier, Biogr. en bibliografisch overzicht v.d. vroomh. in de Ned. Carmel, Tielt, 1950; S. Axters, Gesch. v.d. vroomh. in de Ned. IV, Antw., 1960; - voor Antw.: Antw. in de XVIIIde e.; - over Pater Fulg. Stevins schreef N. Teeuwen in Ann. Gesch.- en Oudheidk. Kring v. Ronse 1963, 106-112; - over Fulg. Hellynckx, een bijdrage van A. Lowyck in Versl. en Meded. v.d. Leiegouw 1966, 297-312; - een Notice sur feu M. Van Beughem van F.V. Goethals verscheen in Messager des sc. et des arts de la Belg. 1833, 57-61; - over Dobbel Cabinet, Christ. Academie, Spiegel d. Jongheyd: E. van Heurck, Voyage autour de ma Bibliothèque, Anvers, 1927.
C. Volksboeken E. van Heurck, o.c., en Les Livres populaires flamands, Anvers, (1931); G.J. Boekenoogen, De Nederl. volksboeken, in Verspreide geschriften (uitgeg. door A.A. van Rijnbach, Leiden, 1949), 207-251, - daarin ook, 252-265, Een en ander over de lectuur v.h. Vlaamse volk, reeds verschenen in VMKVA 1912, 677-690; L. Debaene, De Nederl. Volksboeken, Antw., 1951; - A. Viaene, De geneesk. volksboeken v.H. Jacobi, in Biekorf 1969, 87-89; - id., Wonderl. leven v.d.H. Godelieve. Bibliogr. verkenning, in id. 1970, 129-139, en E. de Bethune, Een Duinkerkse herdruk v.h. Godelieveboek, in id., 209; - G. Schmook, Het oude en het nieuwe kinderboek, Antw., 1934. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 570]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D. Almanakken A. Warzée, Recherches bibliogr. sur les alm. belges, Brux., 1852; G. Zechdu Biez, Les alm. belges. Etude bibliogr., Braine-le-comte, [1902]; id., Les alm. malinois et leurs auteurs, in Bull. Cercle archéol. de Malines 1902; G. Caullet, Une collection d'alm. placards, 1560-1786, in Bull. Gesch.- en Oudheidk. Kring v. Kortrijk 1904-1905, 39-95; J. Jadot, Alm. belges non décrits, in Le livre et l'estampe 1961-1962; R. Berckmoes, Bijdrage tot de studie v.d. alm., in Kult. jaarb. voor de prov. O.-Vl. 1968, 217-247; - C. de Clercq, Een Antw. alm. v. 1796, in Franciscana 1955, 1-18; - G. Schmook, De Kortrijkse alm. en de sporentraditie, in Versl. en Mededel. v. De Leiegouw 1961, 135-149; - id., J. Goethals-Vercruysse te Kortrijk herdacht, in id. 1961, 113-134, en onder dezelfde titel, J. Soete in id. 1959, 133-163; - J. Borms, Over een Gentsche St.-Nicolaas-alm. v. 1799, in Nieuwe Rotterd. Courant 6 en 7.12.1936.
E. Het lied A. Lootens-J. Feys, Chants populaires flamands..., recueillis à Bruges, Bruges, 1879; J. Broeckaert, Bibliographische Mededeeling, in VMKVA 1895, 552-563, en Nog iets over onze oude liedjeszangers, in id. 1898, 21-38; J. Bols, Honderd oude Vlaamsche liederen, Namen, 1897; P. de Mont, De Waal in het Vl. volkslied, in Volkskunde 1897-1898, 109-116; id., Onze Vlaamsche ‘componisten’ ofte Liedjeszangers, in id. 1890, 25-38, 61-76, 85-92, 128-139, 194, 218-9; A. Blyau-M. Tasseel, Iepersch Oud-Liedboek, Gent, 1900-1902 (heruitgave Kon. Belg. Comm. voor Volksk., Brussel, 1962); F. van Duyse, Het oude Ned. lied (3 d.), Den Haag-Antw., 1903-1907; D.F. Scheurleer, o.c.; W. Koninckx, Twee kostbare Liederboeken. Een inventaris van 394 Vl. Volksliederen, in VMKVA 1931, 483-580; R. Vankenhove-A. Lepage, Het volksleven in het straatlied, Gent, 1932; L. Lambrechts, Limburgsche liederen, Gent, 1936 (Aanvulling, Gent, 1938); P. Heyns, Volksliederen (De Seizoenen 13-14), Antw., 1941; A. de Lattin, Het marktlied, Antw.-Bruss., 1943; J. de Schuyter, Over Rolzangers en Rolzangersliederen, Antw., 1944; J. Delbaere, Marktzangers en marktliederen in het Kortrijkse, in Handel. v.d. Kon. Geschied- en Oudheidk. Kring v. Kortrijk 1955, 198-213; H. Stalpaert, Oudvlaamse volksliederen op vliegende bladen, Heule, 1959; id., Repertorium van volksliederen, in Volkskunde 1961, 49-92, 121-156; id., Het Volkslied in W.-Vl. gedur. de 18de e., in West-Vlaanderen 1963, 262-268; - Fr.-Vlaand.: Van de Walle-C. Looten, La Chanson Flamande, in Ann. Com. fl. de Fr. 1921; E. de Coussemaker, Chants populaires des Fl. de France, in id. 1930; - J. Laenen, Een oud liedje over den Mechelschen torenbrand, in VMKVA 1910, 357-365; - over ‘Judocus de liedjeszanger’: W. Hamerlynck, Zijn lied was uit, in Appeltjes v.h. Meetjesland 1971, 262-263; M. de Bruyne, De Roeselaarse liedjeszanger J. Debusschere, in Ons Heem 1973, 47-51; M. van Wesemael, J. Sadones, in Oostvlaamse Zanten 1968, 164-176; - P. Arents, Antwerpen in dicht en lied, Antw., s.d.; - J. Muyldermans, Beschouwingen over de...XVIIIe eeuw in ons Vaderland, in VMKVA 1924, 663-723; id., Historie v. Sieur Anneesens, in id. 1922, 197-226; M. Sabbe, Vreugdezangen... in 1745, in id. 1934, 241-252; A. V(iaene), Marktlied op de victorie v. Lod. XV, in Biekorf 1964, 245-248; E. de Goeyse, De liederen der Brab. omw. v. 1789, in Onze Kempen 1937; id., De Brab. Omw. v. 1789 (brochure N.I.R. 31), Bruss., 1939; J. Grietens-E. de Goeyse, Het volkslied onder de Brab. Omw. (Kon .Vl. Ac. VI, 62), Leuven, 1940; een lied i.v.m. de Brab. Omw. in F. de Potter-J. Broeckaert, Geschied. der stad Aalst IV, 126-7; A. V(iaene), Jacobijns marktliedje...1793, in Biekorf 1964, 174; P. C(laeys), Notes et souvenirs LXXV, in La Flandre libérale 29.6.1903 (over Pierlala-liederen); A. Suykens, E.P. Laevaert, volksdichter tijdens de troebele tijd te Bornem, in Eig. Schoon en de Brab. 1949, 240-251; - over liederen uit de Napoleontische tijd: M. Belpaire, Antwerpen vóór honderd jaar, in Dietsche War. en Belf. 1914; J. Muyldermans, Nationaal bewustzijn. Aantek. betreff. de geschied. v. ons volk in het begin der XIXe e., in VMKVA 1919, 533-607; H. Nowe, Beschouwingen over Nap. in de Gentsche folklore, in Oostvl. Zanten 1938; K. de Flou, De censuur onder de regeering v. keizer Nap. I...Bibliogr. aanteekeningen, in VMKVA 1912, 597-634, en P. de Keyser, Censuur en Tendens in Vl. Volksliederen uit den tijd v. Nap., in Oostvl. Zanten 1928, 17-22, 33-39. - Zie ook voor in tss. verschenen liederen de Nederlandse volkskundige bibliografie o.l.v.K.C. Peeters. - P. de Keyser, Bedenkingen bij e. volkslied uit de 18e e., in VMKVA 1962, 215-226, bespreekt een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 571]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
parodie op e. kerstlied, v.d. hand v.e. Noordnederlander die in onze gewesten had verbleven (ook besproken, met een al te late datering, door H. Keurvels, De Gentsche Volkstaal. Een lied van 1745, in Gentsch Mus. 1895-1896, 76-80); Een volksliedje uit de 18e e., aangehaald door J. Vrancken in Eig. Schoon en de Brab. 1969, 133-4, lijkt rederijkerswerk. - De heer J. de Vuyst te Mere bezit een omvangrijke liederverzameling, waarin een 500-tal ‘moordliederen’ die hij zich voorneemt te publiceren (van hem: Het Nederlandse volkslied, bibliografie 1800-1965. Bibliographia Belgica 98 (2 d.), Brussel, 1967).
F. Het pamflet M. Sabbe, Klaagdichten over het Barrière-Tractaat, in VMKVA 1934, 9-34; - over F.X. de Feller leze men A. Sprunck in Biogr. du Pays de Luxembourg Ir fasc. (1947), 123-254, en M. le Maire, Un publiciste au XVIIIe siècle, mémoire prés. au Concours des Bourses de voyage, 1951 (onuitg.); - de Kon. Bibl. Brussel bezit, onder nr. II 8122 talrijke bundels pamfletten i.v.m. de Brab. Omw. en de Franse tijd; J. van Balberghe, Tijdmalige pamfletten, vlug- en schotschriften betrekkelijk de regering v. Jozef II en de Brab. Omw. (1783-1792), Mech., 1955; uittreksels uit pamfletten in A. Levae, Les Jacobins, les patriotes et les représentants provisoires, Brux., 1846; een aantal Brugse pamfletten in Y. vanden Berghe, Jacobijnen en Traditionalisten. De reacties v.d. Bruggelingen in de Revolutietijd (1780-1794) (Pro Civitate-uitg. 32) (2 d.), Brussel, 1972; - over J.J. vanden Elsken...Bio- en Bibliogr. aanteekeningen, zie J. Muyldermans in VMKVA 1928, 265-392 en J. Sterken, De strijd tegen het Jozefistisch dirigisme te St.-Truiden, in Het Oude Land v. Loon 1949, 25-30, 54-57, 91-94, 97-107; - over C.M. Spanoghe leze men H.L.V. de Groote in De Gulden Passer 1944, 27-49, en 1945, 19-79, en id., Bij het tweede eeuwfeest der geboorte v.C.M. Sp., in Het Land v. Beveren 1958, 74-84, 89-103, en 1959, 6-16; - over F. en J. van Hese: Y. vanden Berghe, o.c., 283-285 en passim; verder id., De Brugse publicist J.v.H., in Biekorf 1965, 73-78, en in Nat. biogr. woordenboek III, 381-383; - over Vervier: A. de Ceuleneer, Een onuitgegeven gedicht van J.B. Verv., in VMKVA 1910, 191-211 en L. Elaut, Het mollewerk v.e. Gents geneesheer, in Handel. Kon. Zuidn. Maatsch. v. Taal- en Lett. en Gesch. 1971, 117-134; - E. N(eylants), De Thien Geboden v.d. Goede Reden, in Biekorf 1964, 190; - G. Schmook, Hoe Teun den Eyerboer in 1815 sprak..., Antw., 1942. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdst. III Het nieuwe geluidS. Tassier, L'Esprit public en Belgique de 1725 à 1789, in Revue de l'Un. de Bruxelles 1935, 391-413 (ook in id., Idées et profils du XVIIIe s., Brux., 1944); E. de Bock, Beknopte geschied. v.d. boekhandel in de Ned. (De Seizoenen 43), Antw., 1943; - M.J. Küntziger, Essai hist. sur la propagande des encyclopédistes franç. en Belgique (Ac. roy. de Belg., mém. in-8o, XXX), Brux., 1880; R.L. Plancke-E. Verhofstadt, Beiträge zum Studium von Rousseaus Widerhall im Belg. Geistesleben des 18. Jahrh., in Paedagogica historica 1962, 481-515; - A. Puttemans, La censure dans les P.-B. autr. (Ac. roy. de Belg., classe des lettres et des sc. mor. et pol., mém. in-8o, 2me s., XXXVII), Brux., 1935; S. Tassier, La Censure dans les P.-B. autr., in Revue belge de Philol. et d'Hist. 1936, 141-148; - W. Gobbers, G.J. Sterck, een 18de-eeuws Rousseaubestrijder, in Spiegel der Letteren 1956-1957, 191-204; - over S.M. Coninckx leze men P. van Duyse in Nederd. letterk. Jaerboekje 1840, 127-132, en F.D. in Het Belfort 1889 (2de halfj.), 266-272; verder S.M. Coninckx' dichtwerken voorafgegaan v. eene studie over zijn leven en zijne werken (door E. Govaerts), St.-Truiden, 1889; L. Prenau e.a., S.M. Coninckx. Letterk. Studiën. Verheerlijking. Levensschets, St.-Truiden, 1889; een lezing over C. door Lenaerts in Jaarboek v.h. Davidsf. 1890 (Leuven, 1890), 85-90; C.V., Fabelboekje. 24 fabelen v.S.M. Con. voor het schoolgebruik uitgegeven, Hasselt, 1916; J. Sterken, Romereis en Leven v. Kanunnik S.M. Con., in De Tijdspiegel 1949, 114-117, 143-144, en al vermeld, De strijd tegen het Joz. dirigisme; A. Simon, Lamennais en Belgique, in Revue belge de Philol. et d'Hist. 1959; - M. Hellinckx, De Priester-dichter J. de Wolf. Proeve v. Monografie, verhand. Un. Leuven, 1961 (onuitg.); W. Gobbers, Een raadselachtige figuur... J. de W., in Studia german. gandensia | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 572]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1965, 55-140; - over de 18de-eeuwse taaltoestanden in Z.-Ned.: Vlaemsche Commissie. Instelling, Beraedslagingen, Verslag..., Brussel, 1859; het zeer kritisch te hanteren Essai sur la question des langues (Brux., 1919) van J. des Cressonières; F. Brunot, Histoire de la langue franç. VIII (2 t.), Paris, 1934-1935 (te uitsluitend op Des Cress. gebaseerd); M. Deneckere, Rondom de taaltoestanden in Vlaams België (1715-1830) in Bijdr. voor de Gesch. der Ned. 1949, 177-212; id., Het Vooruitschrijden v.h. Frans in Vlaand., Gent, 1951; id., Hist. de la langue franç. (kritische bespreking ervan door P. Geyl in Bijdr. Gesch. der Ned. 1957, 65-67); J. Smeyers, Vlaams taal- en volksbewustz.; A. Cosemans, Bestuur, gezelschapsleven en taaltoest. historisch gezien, in Handel. Zuidned. Maatsch. v. Taal- en Lett. en Gesch. 1950, 32-60, en id., Taaltoest. historisch gezien. Het cult. uitzicht v. Brussel in de 18e e., in id. 1952, 129-140, handelen vooral over Brussel; - over Frans theater en Franstalige lit.: Faber, Hist. du théâtre franç. en Belg. (5 t.), Brux., 1879-1880; H. Liebrecht, Hist. du Théâtre Franç. à Brux. au XVIIe et au XVIIIe s., Brux., 1923; H. Liebrecht-G. Rency, Hist. illustrée de la litt. belge de langue franç., Brux., 19312; - over de Académie: E. Mailly, Hist. de l'Ac. imp. et roy....de Brux. (Ac. roy. de Belg., mém. in-8o, XXXIV-XXXV), Brux., 1883; J. Smeyers, Taalkennis en Taalstoestanden; - over de Nélis: J.W.H. Prick, C.F. de N., un homme d'église libéral (1736-1784), Nancy, 1942, en C.F. de N., 18ème et dernier évêque d'Anvers (1785-1798), Louvain, s.d.; - over de periodieke pers: A. Warzée, Essai hist. et crit. sur les journaux belges, Brux., 1845; P. Claeys, De Vlaemsche Gazette, in Messager des Sciences hist. 1893, 341-353; E. Poffé, Een onbekend Antwerpsch nieuwsblad uit de 18de e., in Het Boek 1912, 238-242; A. Arents, Antwerpsche nieuwsbladen...voor 1800, in Gedenkboek H. van Tichelen (Hoogstraten, 1943), 143-151; Catalogue de l'exposition de journaux belges d'avant 1830, Brux., 1973 (gestencild); en volgende nrs. uit de Bijdragen Interuniv. Centrum voor hedendaagse geschied. (Leuven-Parijs): 20. R. van Eeno, De pers te Brugge (1792-1914), 1961; 23. R. van Eeno-A. Vermeersch, Bibliogr. repertorium v.d. Belgische pers (1789-1914), 1962; 35. E. Voordeckers, Bijdr. tot de gesch. v.d. Gentse pers (1667-1914), 1964; 42. A.J. Vermeersch, Repertor. v.d. Brusselse pers, A-K (1789-1914), 1965; 49. H. de Borger, Bijdrage tot de gesch. v.d. Antwerpse pers (1794-1914), 1968; 50. H. Gaus-A.J. Vermeersch, Repert. v.d. Bruss. pers, L-Z, 1968; 59. R. Messens, Repert. v.d. Oostvl. pers (1784-1914), 1969; 70. P. Ryckmans, Drukkers en pers te Mech. (1773-1914), 1972; - over Lamoot schreef J.M. Gantois in Wetensch. Tijdingen 1954, kol. 56-7; zie verder J. Smeyers, Vlaams taal- en volksbew., 172-182; - over F. de Coster, zie P. L(indemans) in Eigen Schoon en de Brab. 1949, 48; - over Adrien Heylen, Archiviste de Tongerloo, schreef A. Erens in Revue de l'Ordre de Prémontré 1914, 8-20; over Isfr. Thys, J. Ernalsteen in Oudh. en Kunst 1920, 33-72; voor beiden ook L. Goovaerts, Ecrivains, Artistes et Savants de l'Ordre de Prém. (2 t.), Brux., 1899-1902; - over de Bollandisten: L.P. Gachard, Mém. hist. sur les Bollandistes et leurs travaux, in Messager de Gand 1935, 200-249, en P. Peeters, L'oeuvre des Bollandistes (Ac. roy. de Belg., classe des lettres, mém. in-8o, XXXIX), Brux., 1942; - J.L. Kesteloot, Notice biogr. sur P.E. Wauters, in Annuaire de l'Ac. roy....de Brux. 1841, 150-160; L. Elaut, P.E. Wauters. Een vooraanstaand medicus, in Gedenkschriften Oudheidk. Kring v.h. Land v. Denderm. 1954, 225-253; - L. van Damme, De ‘Vroedkundige Oeffenschool’ v.J.B. Jacobs, in Scientiarum Historia III (1961), 82-83; - L. Elaut, A.D. Sassenus, een arts, apoteker en taalpurist, in Palfijn 1956-1957, 204-210; - over Verhoeven: J.F. Willems, Belgiade, in Belg. Mus. 1840, 257-259; J. Muyldermans, W.F.G. Verh. Over zijn Leven en zijn Schriften, in VMKVA 1920, 817-858; C.G.N. de Vooys, Een pleidooi voor het Vlaams uit de 18de E., in Bibliotheekgids 1925, 33-35; A. Jacob, De Vlaamse gedachte en het eenheidstreven a.h. slot v.d. Oostenr. tijd, in Vlaamse Arbeid 1929, 101-111; id., W. Verh. over de Volkstaal en het Schoolwezen, in Van Gansen-Gedenkboek (Antw., s.d.), 37-80 (met integrale tekst v.d. Verhandelingen); W. van den Steene, W.F.G. Verh. en de taaltoestand a.h. einde v.h. Oostenr. regime, verhand. Un. Leuven, 1943 (onuitg.), en id., W.F.G. Verh. Een Mechels geestesverwant van Verlooy, in Hand. v.d. Kon. Kring voor Oudh., Lett. en Kunst v. Mech. 1951, 117-138; E. Rombauts, W.F.G. Verh. Een levensbeeld, in VMKVA 1959, 213-228 (ook verschenen in 't Land v. Ryen 1959, 101-120); R.F. Lissens, Aux sources du renouveau flamand: Les oord. verhand. de W. Verh., | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 573]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in Etudes Germaniques 1970, 343-360, en 1971, 89-102; - over P.F. de Nény, zie H. Carton de Wiart in Ac. roy. de Belg., bulletin de la classe des lettres et des sc. mor. et pol. 1939, 40-76, en id., Nény et la vie belge du 18e s., Brux., 1943; - F. Leleux, Charles van Hulthem (Ac. roy. de Belg., cl. des lettres, mém. in-8o, 2e s., LVIII, fasc. 4), Brux., 1965; - over J.B. Cannaert, P. van Duyse in Nederd. lett. Jaerboekje 1849, 160-164; - over Raepsaet: P. Rogghé, De politieke loopbaan v.J.J. Raepsaet tot 1815, Kortrijk, s.d.; - over Verlooy: K. Angermille, De eerste flamingant, in Volkskracht dec. 1912, 3-14; A. Jacob, Verloo en d'Onacht, in Album J. Vercoullie I (Bruss., 1927), 155-161; S. Tassier, Verlooy, précurseur du mouvem. flam., in Revue de l'Un. de Brux. 1937-1938, 155-171 (opnieuw verschenen in id., Figures révolutionnaires, Notre Passé 6, Brux., 1942); J.B.C. Verlooy, Verhandeling op d'onacht... (heruitgave met inleid. door R. van Roosbroeck), Antw., 1938; J. Borms, in Nieuwe Rotterdamse Courant 27 en 28.11.1938; J. Grauls, J.B.C. Verlooy, in Honderd groote Vlamingen (Antw., 1941), 291-293; A. Boni, J.B.C. Verl. en de ‘Verhandeling...’, verhand. Un. Leuven, 1942 (onuitg.); Y. vanden Berghe, in Nat. biogr. woordenboek V, 936-952; - over Vervisch: Hildebrand, De Kapucijnen in de Ned. X, 97-128; Y. vanden Berghe, Jacobijnen en Traditionalisten, 285-289, en in Nat. biogr. woordenb. III, 906-909; - over V.A.C. Le Plat, een Jozefist onder de Fransche Overh. schreef J. Kuypers in Nederl. Historiebladen 1940, 40-48; - over de periodieke pers in de Franse tijd, zie de reeds genoemde Bijdragen Interun. Centrum hedend. gesch.; ook M. van Schoor, La presse sous la révol. franç., Brux, 1898; R. Merecy, De Antw. pers onder het Fransch regiem, in De Gulden Passer 1943, 283-296; Y. vanden Berghe, De eerste schakel v.e. lange ketting ‘Het vaderlands nieuwsblad’, in Biekorf 1964, 311-314; - an., Nieuw-Jaer-Wensch voor 't jaer 1793, in Biekorf 1964, 403; - over Détert: Y. vanden Berghe, Jacob. en Tradit., passim, en De ‘Verlichte’ Wereld v.d. Oud-Kath. B. Détert: De Rapsodisten, in Bijdr. en mededel. betreff. de gesch. der Ned. 1972, 216-333; - over Broeckaert: Ph. B(lommaert) in Nederd. lett. Jaerboekje 1837, 127-133; J. Hartog, De spectatoriale geschriften van 1741-1800, Leiden, 18902; Borgers in den Estaminé, Antw., 1922, en Den Jongen Tobias, Antw., 1924, beide met inleid. en aantek. v. Dr. A. Jacob; P. Kenis, De litteraire beteekenis v.K. Broeck, in Bibliotheekgids 1925, 89-92; verder J.M. Schrant, Hulde aan...Hellebaut, Gent, 1819; F. van Duyse, Het smeekschrift der welpeyzende, in Volkskunde 1906, 125-136, en V. Loveling, Opzoekingen naar oude liedjes, in Groot-Nederland 1906, 512-544; - A. Viaene, Oostendse drukpers. Bibliogr. v.d. stadsdrukker B. Brickx. 1790-1813, in Biekorf 1964, 225-231; - over Missiaen: R.V.O., Een vergeten Rederijker uit Napoleon's tijd, in id. 1948, 190. |