De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus
(2004)–Carel Baten– Auteursrechtelijk beschermdOp den AsschenwoonsdachGa naar margenoot5, den rechten vastenavent.aant.OP den Asschenwoonsdach, welck aldaer was den rechten vastenavent, soo quamen de voorszeyde studenten wederom ten huyse van Doctor Faustus, van denwelcken dat sy genootGa naar margenoot6 waren ende die henlieden ooc aldaer een schoone maeltijt gaf, alwaer sy van gelijcken oock wel dapper songhen ende spronghen ende alle vrolickheyt bedreven. Als nu de hooghe ghelasenGa naar margenoot7 ende bekers omghingenGa naar margenoot8, so comt Doctor Faustus met | |
[Folio 39v]
| |
zijn guychelspel voortsGa naar margenoot1. Ende sy hoorden in de camer allerley snarenspel sonder te weten vanwaer dattet quam, want so haest als het eene instrument ophielt, so hoorde men een ander, gelijck als een orgel, een clavesinghel, een harpe, een luyte, de dweerspijpe ende in somma alderley spel dat men conde bedencken. Onder des so ghinghen oock de gelasen om. Daerna so nam Doctor Faustus seker potten die hy int middel van de camer sette, welcke alle tesamen beghosten te danssen ende teghens malcanderen soo te stooten datse alle in stucken braken, hetwelcke een seer groot ghelach over tafel maeckte. Daernaer so begost hy wederom wat anders ende hy settede een instrument op de tafel. Met dies so quam daer een oude simme in de camer die daeropGa naar margenoot2 veel schoone danssen speelde. Ende also hy nu alle dese cortwijle vervolchde tot in den diepen nacht toe, soo badt hy de voorszeyde studenten datse doch by hem souden blijven ende het aventmael met hem doenGa naar margenoot3. Hy soude haerlieder een goede maeltijt van vogelen laten doenGa naar margenoot4 ende daernaer soo souden sy met hem in de mommerije gaenGa naar margenoot5, daertoe sy haer seer lichtelick lieten bewillighen. Doen nam Doctor Faustus eene stanghe, dewelcke hy ter vensteren uutstack, ende stracks quamen alderley vogelen daerop sitten. Ende alle die op de stanghe saten, die moesten daerop blijven. Ende als hy nu eenen goeden deel vogels ghevangen hadde, so hielpen hem de studenten die den hals afwringben. Ende het en waren niet dan leewerckenGa naar margenoot6, lijsters ende derghelijcke. Ende als sy nu wederomme wel-ghedroncken hadden, soo zijnse met malcanderen in de mommerije ghegaen. Doctor Faustus beval henlieden dat sy elck een wit hemde aentrecken souden ende haer aengbesicht niet decken souden, hetwelcke sy also deden. Als nu de studenten malcanderen aensagen, so dochte een yegelick dat sy gheen hooft en hadden, ghingen aldus in sommighe huysen, waerdoor dat de lieden seer verschrict waren. Als nu de heeren, by dewelcke dat sy gecomen waren, ter tafelen geseten waren, so hadden sy alle tsamen hare natuerlicke gedaente wederomme, waerdoor datse stracx bekent worden. Stracx daerna so veranderden sy haer wederom ende sy hadden natuerlicke ezelshoofden met oorenGa naar margenoot7.aant. Dit ge- | |
[Folio 40r]
| |
raes duerde aldus tot in den middernacht. Daernaer ghinck elckerlick naer huys ende daermede voleyndedeGa naar margenoot1 sy haren vastenavent. |
|