De grammatische functie
(1963)–Frida Balk-Smit Duyzentkunst– Auteursrechtelijk beschermdMethode van grammaticale analyse, aan het Nederlands gedemonstreerd
Frida Balk-Smit Duyzentkunst, De grammatische functie. Methode van grammaticale analyse, aan het Nederlands gedemonstreerd. J.B. Wolters, Groningen 1963
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het proefschrift De grammatische functie. Methode van grammaticale analyse, aan het Nederlands gedemonstreerd van Frida Balk-Smit Duyzentkunst uit 1963.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, VI, VIII, X, *2 en *4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE GRAMMATISCHE FUNCTIE
[pagina III]
DE GRAMMATISCHE FUNCTIE
METHODE VAN GRAMMATICALE ANALYSE, AAN HET NEDERLANDS GEDEMONSTREERD
ACADEMISCH PROEFSCHRIFT
TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR
IN DE LETTEREN
AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM,
OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS DR. J. KOK.
HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER
WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN.
IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN IN DE AULA DER UNIVERSITEIT
(TIJDELIJK IN DE LUTHERSE KERK, INGANG SINGEL 411)
OP DINSDAG 26 FEBRUARI 1963 DES NAMIDDAGS TE VIER UUR
DOOR
FRIDA BALK-SMIT DUYZENTKUNST
GEBOREN TE AMSTERDAM
J.B. WOLTERS / GRONINGEN / 1963
[pagina XI]
INHOUDSOPGAVE
Inleiding | 1 | ||
I. | De Nederlandse taaltekens | 7 | |
1. | Het object van onderzoek | 7 | |
2. | Toepasbaarheid van Reichling's woordtheorie op het teken | 9 | |
3. | Bruikbaarheid van Van Dale als criterium voor Nederlandse taaltekens | 18 | |
4. | Het standpunt van ‘de’ taalbeheerser | 22 | |
5. | Betekenis en optimale genoemdheid | 28 | |
6. | Criterium voor Nederlandse taaltekens | 31 | |
7. | Ontleedbare en onontleedbare taaltekens in hun verhouding tot ‘het Nederlands’ | 31 | |
8. | ‘Het Nederlands’ een geheel van semantemen | 36 | |
II. | De taaltekens en hun grammatische functies | 43 | |
1. | Toepasbaarheid van Reichling's woordtheorie op het semanteem | 43 | |
2. | ‘Zaak’ en genoemdheid | 49 | |
3. | Betekenis en betekenistoepassing | 57 | |
4. | De zelfstandigheid der betekenis | 62 | |
5. | Betekenisovereenkomst en betekenisidentiteit. | 65 | |
6. | Verschillende toepassingen van één semanteem | 71 | |
7. | Betekenis en functie | 74 | |
8. | De functie in verhouding tot taal en taalgebruik | 77 | |
9. | ‘Het Nederlands’ een systeem | 79 | |
10. | De niet-linguale ervaring blijft buiten de linguïstische beschouwing van genoemdheden | 82 | |
11. | Het vaststellen van semanteemklassen | 85 | |
12. | Feitelijke en potentiële functie | 87 | |
13. | Functie-onderscheiding voorondersteld. Functie-oppositie noodzakelijk | 93 | |
III. | Beschrijving van enkele grammatische functies | 99 | |
1. | De hiërarchie der functies. Zelfstandig naamwoord tegenover zelfstandig voornaamwoord | 99 |
[pagina XII]
2. | De eigennaamsfunctie | 102 | |
3. | Het bijvoegelijk naamwoord. De vastlegging der termen. De volgorde der beschrijving | 109 | |
4. | Het distinctivum | 113 | |
5. | De persoonsvorm | 115 | |
6. | ‘Zaak’ en ‘feit’. Ruimte en tijd in de grammatische functies | 119 | |
7. | ‘Tijd’ als grammaticale term. De oppositie praesens/praeteritum | 124 | |
8. | ‘Ruimte’ als grammaticale term | 136 | |
9. | De plaats van ‘vorm’ en ‘betekenis’ in de linguïstiek | 142 | |
IV. | De grammatische functie en de grammaticale traditie | 149 | |
1. | Semanteem, woord en morfeem | 149 | |
2. | Woordbenoeming en zinsontleding | 155 | |
3. | Woordsoortelijke functie en syntactische functie | 158 | |
4. | Morfeem, woord en syntagma van elkaar onderscheiden volgens één criterium | 165 | |
5. | Het chaotisch karakter der traditionele terminologie. Verdere vastlegging der termen ‘woord’, ‘syntagma’ en ‘morfeem’ | 168 | |
6. | De zin. De hiërarchie der ‘werkelijkheid’-constituerende functies | 170 | |
7. | Afsluiting. ‘Taal’ gedefinieerd in grammatisch-functionele termen | 174 | |
Samenvatting | 177 | ||
Summary | 179 | ||
Geciteerde werken | 180 | ||
Zaakregister | 181 |