den kapitein met dankbetuigingen en kusten hem en Fernanda de handen met door tranen overstroomde gezichten.
- Ik geloof dat ik deze wel bijna zonder geleide naar de kust zou kunnen zenden, zeide de kapitein tot Fernando.
- Ik geloof het ook, was het antwoord, ik ben er zeker van. Zij mogen de slavernij te gemoet gaan, dat is in ieder geval nog verre verkieslijk boven een leven als dit. Zij zullen zich haasten zoo spoedig mogelijk hier vandaan te komen.
- Wilt gij wel gelooven, zeide de kapitein flauw glimlachend, dat dergelijke tooneelen eene heilzame uitwerking kunnen hebben op zekere menschen, die den slavenhandel verfoeien.
- Gij wilt zeggen, dat gij door den slavenhandel thans deze menschen het leven hebt gered.
- Zoo is het, zei kapitein Campo. Men moet bij alles rechtvaardig zijn. Geloof mij en gij zult het, als gij later Cuba bezoekt met mij toestemmen, dat het voor vele negers duizendmaal beter is slaaf te zijn in Amerika, dan vrij in zijn eigen land. Gij hebt er hier een twintigtal in koelen bloede zien slachten als dieren en dit is, hoe vreeslijk het zijn moge, nog niet alles. De negers, die bij gelegenheid van de troonsbeklimming of bij het sterven hunner vorsten geofferd, d.w.z. geslacht worden als beesten, en zij die vallen als offers van vele schandelijke praktijken van hunne geestelijken, zijn legio. Daarbij zijn zij op het punt van oorlogvoeren beestachtig wreed. Gij hebt er nu een staaltje van gezien, en indien ik niet tusschen beiden ware gekomen, zoudt gij het hebben gezien, hoe al die vrouwen en kinderen door die wijven zouden zijn geslacht onder de wreedste martelingen.
- Zou het niet het beste zijn, indien deze ongelukkigen weggebracht werden? vroeg Fernando, indien zij op reis gingen, bedoel ik. Indien zij Tamisso slechts kunnen bereiken, dan zijn zij gered.