- Schoon, zei de sergeant schoorvoetend, schoon het misschien veel tijd vordert om zoo'n geheele factory met al de slavenbarakoens te inspecteeren.
- Wat inspecteeren, 't is geen inspectie Powder, 't is eenvoudig eene visite.
- Pardon voor mijne vergissing, commandant! hernam de sergeant, maar ik bedoelde ook het in oogenschouw nemen van de barakoens.
- Neen, Powder! dat is het niet, wat de heeren zoo lang ophoudt. Ik wil wedden, dat zij op dit oogenblik aan tafel zitten en den beker lustig laten rondgaan.
- O! mijnheer, riep de sergeant uit, dineeren bij een slavenhandelaar! te midden van de geketende zwarten, met het glas in de hand?
- Ja, ja, Powder! zoo zijn helaas die tegenwoordige jongelui, die op Harer Majesteits schepen dienen.
Sergeant Powder zuchtte.
- 't Was stom van mij dat ik vergunning heb gegeven, mompelde de luitenant en luider vervolgde hij: Ik zou toch nog wel wat schuldig willen zijn, als ik wist wat die Don, Senor, Hidalgo, of hoe satan die vent wordt genoemd, in het schild voert.
- Don de Vivès bedoelt u? vroeg de sergeant.
- Ja juist, Powder. Wat, bij voorbeeld, beteekent die uitnoodiging om zijne barakoens te komen inspecteeren en zijne factory te zien. Gesteld, dat zijne factory er goed uitziet en dat zijne slaven goed behandeld worden, neemt dat ook maar iets weg van het verfoeilijke van zijn bedrijf. Wordt de slavenhandel er minder afschuwlijk door.
Sergeant Powder schudde ontkennend het hoofd.
- Ik betreur het thans, dat onze commandant te Sierra Leona gestorven is, en ik dus het bevel over dezen bodem op mij heb moeten nemen.