Besluit.
In deze omstandigheden zag Fourgeoud in, dat het hem onmogelijk was den veldtocht voort te zetten. Van alle zijden bijna ingesloten, voortdurend verontrust door een even bloeddorstigen als volhardenden vijand, moest het, nu men zonder ammunitie was, op een volslagen ondergang uitloopen. Dáár blijven ware krankzinnigheid geweest, en zoo trok Fourgeoud terug met de woede in het hart.
Toch had men den vijand door de inneming en verwoesting van Gado Saby een zwaren slag toegebracht. Eenmaal uit hun hoofdkwartier verdreven, keerden zij niet weer daarin terug en als gevolg van de geleden verliezen en de hardnekkige vervolging van Fourgeoud, trokken zij nog dieper de bosschen in en bevrijdden daardoor de planters van hunne tegenwoordigheid. Al had men hen niet vernietigd, men had toch veel verademing aangebracht.
Den 26sten had het legertje de algemeene verzamelplaats bereikt en langzamerhand werd het in verschillende afdeelingen teruggevoerd. Een deel ging naar de hoofdstad en niet lang daarna kreeg Fourgeoud uit Nederland bevel om met zijne troepen terug te keeren.
Mijland nam slechts noode afscheid van Driessen en toen de eerste scheep ging naar Holland, trok de andere, na een kort verblijf in de hoofdstad, weder naar een post in het binnenland, waar wij den commandant van de negerjagers nog wel eens zullen opzoeken.