daarin - maar daarin alléén - wel iets gemeen met een al even beweeglijke, even (voor de doorsnee-lezers en -schrijvers) irriterende figuur als Du Perron.
Het zal niemand verbazen dat iemand met deze eigenschappen zich aangetrokken heeft gevoeld tot het schrijven van romans. In het maandblad Criterium verschijnt in afleveringen een soort verzets-roman, De Tranen der Acacia's, die naar het schijnt op veel tegenstand stuit bij de lezers. Niet helemaal ten onrechte (maar dat hangt natuurlijk af van de motieven die de lezers hebben). Het boek, zoals het hier verschijnt, maakt een troebele, onheldere indruk. Het bevat telkens goede fragmenten, maar men mist een duidelijke lijn, waaraan door de maandelijkse voortzetting nog meer afbreuk wordt gedaan.
Het boek dat thans bij W.L. Salm te Amsterdam (1947) is verschenen, Conserve geheten, is een andere roman, van oudere datum dan De Tranen der Acacia's, en geeft een betere gelegenheid om het werk van Hermans onder de loupe te nemen.
Men constateert hier al een groot verschil met Du Perron - en met veel schrijvers van Hermans' generatie, namelijk dat hij zijn intelligentie niet naar binnen en op zichzelf richt, zoals Du Perron dat deed, maar naar buiten. Hij tracht een idee, of liever een verhaal (want de roman van Hermans berust inderdaad helemaal op de actie, op wat er gebeurt) zo volledig mogelijk te exterioriseren, buiten zich te plaatsen en kiest dan ook zijn stof zover mogelijk buiten zijn wereld. Conserve is een fantastische roman, spelend in Amerika en in een mormoonse atmosfeer.
Die durf is eigenlijk uiterst sympathiek. Hermans voelt blijkbaar, waartoe de zelfanalyse, het autobiografische, vermenigvuldigd dan nog met de Hollandse burgerlijkheid kan leiden, als het in massaal verband bedreven wordt. Het gaat lijken op een geestelijke promiscuïteit, die inderdaad het grootste deel der jongere ‘bekentenis’-literatuur (ook waar ze tot ‘objectief’ verhaal ver-