S. Vestdijk

[p. 2]

Biografische gegevens

1898	17 oktober: geboren te Harlingen, Voorstraat 61a, als enig kind van Simon Vestdijk, gymnastiekleraar, en Anna Margaretha Clazina Catharina Mulder. Wordt vernoemd naar zijn vader en zijn grootvader van vaderszijde.
1902	Verhuist naar Lanen 82a te Harlingen.
1905	Logeert, ook in volgende jaren tijdens zijn schoolvakanties, bij zijn grootouders van moederszijde, die tot 1910 te Amsterdam, Koningsplein 11, een kapperszaak drijven. September: lager onderwijs aan de Eerste Gemeenteschool te Harlingen.
1909	Verhuist naar Zuid-Ooster Singel 21a, en kort daarop naar nr. 43, te Harlingen.
1912	September: leerling van de Gemeente hbs met driejarige cursus te Harlingen.
1915	Schrijft zijn eerste gedichten. September: leerling van de Rijks hbs met vijfjarige cursus te Leeuwarden. Lid van de Vrijwillige Landstorm te Harlingen, waarvan S. Vestdijk Sr. commandant is.
1917	September: ingeschreven als student in de medicijnen aan de Universiteit van Amsterdam. Woont in bij de jongste zuster van zijn vader en haar man. Lid van Unitas Studiosorum Amstelodamensium.
1918	21 februari: debuteert in de Almanak voor het jaar 1918 der Unitas Studiosorum Amstelodamensium met anderhalve bladzijde proza ‘Gestileerde waarnemingen’. September: huurt de eerste van een reeks kamers, die hij in zijn studententijd bewonen zal.
1925	13 oktober: doctoraal examen.
1926	Januari: debuteert in De Vrije Bladen. Neemt een half jaar lessen in harmonie en contrapunt bij zijn neef Herman Mulder met het plan in de muziek door te gaan.
1927	8 juni: artsexamen. Juli: zijn ouders verhuizen van Harlingen naar Den Haag, Daal en Bergschelaan 18. Oktober: kiest als domicilie de ouderlijke woning en neemt, tot 1932, als arts praktijken waar in velerlei steden en dorpen in Nederland.
1928	Studeert korte tijd aan de Rijksuniversiteit te Leiden filosofie, met psychologie als hoofdvak. Houdt zich bezig met astrologie en studeert ook zelfstandig in de filosofie en psychologie.
1929	December: ‘pelgrimsarts’ op de Kota Inten tussen de havens van Batavia en Mekka tot maart 1930.
1933	Schrijft van 16 januari tot 6 mei Kind tusschen vier vrouwen, waaruit later onder meer de eerste vier delen van de Anton Wachter-romans ontstaan.
1934	Januari: met ingang van de derde jaargang, tot de opheffing in december 1935, redactielid van Forum. November: debuteert als romancier met Terug tot Ina Damman, De geschiedenis van een jeugdliefde.
1936	Januari: wordt redactielid van Groot Nederland. 5 oktober: Anna Koster-Zijp, geboren 26 december 1891 te Noordwijk, weduwe van Reijer Hendrik Koster (1892-1926), vestigt zich Cyclaamstraat 12, Den Haag; op 26 augustus 1937 aan de Boschrand 19, hoek Heuvellaan, Putten; op 2 mei 1938 in de Leuvenschestraat 12, Den Haag; op 29 april 1939 aan de Parklaan 6, Doorn. Het domicilie van Vestdijk, die samen met Anna Koster-Zijp op deze adressen heeft gewoond, bleef Daal en Bergschelaan 18, Den Haag tot 15 april 1940, de datum waarop hij in het Bevolkingsregister te Doorn werd ingeschreven. In de loop van het jaar 1936 heeft hij tevens in Utrecht en Bilthoven gewoond.
1937	28 februari: overlijden van zijn moeder in Den Haag.
1938	Februari: redacteur kunst en letteren van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, tot juni 1939. Juni: ontvangt de Van der Hoogtprijs voor Het vijfde zegel.
1941	Ontvangt de Wijnaendts Franckenprijs voor Albert Verwey en de idee.
1942	4 mei: verblijft als gijzelaar van de Duitse bezetter in het kleinseminarie ‘Beekvliet’ te Sint-Michielsgestel tot 25 januari 1943 en in de Strafgevangenis te Scheveningen tot eind februari 1943.
1944	28 december: overlijden van zijn vader te Zeist.
1945	Oktober: tot de opheffing in 1948 redactielid van Centaur. Tot 1948 als criticus verbonden aan Het Parool.
1946	Oktober: toekenning van de prozaprijs van de gemeente Amsterdam voor Pastorale 1943.
1948	9 juli: verhuist naar de Sterkenburgerlaan 10, Doorn.
1949	Januari: redactielid van Podium, tot juni 1951. Oktober: vast medewerker aan het Algemeen Handelsblad, tot 31 oktober 1953.
1950	12 juli: vestigt zich Torenlaan 4, Doorn.
1951	Mei: toekenning van de Staatsprijs voor Letterkunde (de P.C. Hooftprijs) 1950, voor De vuuraanbidders.
1953	November: toekenning van de essayprijs van de Jan-Campertstichting voor zijn bundel Essays in duodecimo.
1955	22 april: Officier in de Orde van Oranje Nassau. Oktober: toekenning van de Constantijn-Huygensprijs van de Jan-Campertstichting voor zijn gehele oeuvre.
1957	April: door het pen-centrum Nederland voorgedragen als kandidaat voor de Nobelprijs.
1960	December: romanprijs van de gemeente Amsterdam voor De ziener.
1963	24 april: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
1964	24 juni: de Rijksuniversiteit te Groningen verleent hem het eredoctoraat in de letteren. Juli: toekenning van de Prijs voor Meesterschap van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
1965	14 februari: overlijden van Anna Koster-Zijp te Zeist. 27 december: huwt Adriana Catharina Maria van der Hoeven, geboren 24 maart 1938 te Rotterdam.
1967	25 januari: geboorte van zijn zoon Dirk Simon.
1968	21 oktober: ontvangt 's morgens de erepenning van de gemeente Doorn; neemt 's avonds het eerste exemplaar in ontvangst van Het wezen van de angst, de studie waarop hij aanvankelijk bij Prof. Dr. H.C. Rümke aan de Rijksuniversiteit te Utrecht zou promoveren.
1969	4 februari: geboorte van zijn dochter Anna Maria Catharina Helena.
1971	20 maart: toekenning van de Prijs der Nederlandse Letteren, die op 13 mei te Brussel aan zijn vrouw zou worden uitgereikt door Koning Boudewijn. 23 maart: overlijdt in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. 26 maart: bijgezet in het graf van zijn moeder op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen in Den Haag.