J.F. Oltmans.
Te Steenderen, in Gelderland, overleed dezer dagen de heer J.F. Oltmans, zeker onder den pseudonym J. van den Hage beter aan onze lezers bekend. Hij was schrijver der romans: Het slot Loevestein en de Schaapherder, die als allergelukkigste navolgingen van Walter Scott een verdienden opgang maakten. Zij genoten zelfs de eer, in het Hoogduitsch vertaald te worden. Van een ziekelijk gestel, en door een pijnlijke aamborstigheid schier aan alle gezellige genoegens vervreemd, sloot hij zich in zijne studeerkamer op, om de werken des grooten meesters te bestuderen, en op diens voorbeeld zich door eene allernaauwgezetste studie van de bronnen der historie de zeden en het kostuum van den tijd, tot het ontwerpen zijner romantische scheppingen voor te bereiden. Zonder dat hij van nature tot hooge dichterlijke vlugt in staat was, bragt hij het echter juist door zijne diepe en getrouwe studie der waarheid zoo ver, dat althans zijn Schaapherder onder de historische romans van den eersten rang kan gesteld worden. Zelfs sommige karakters, door hem ontworpen, zoo als van Perrol en van den jonker Reynoud van Oosterweerd zijn grondig doordacht en indrukwekkend voorgesteld. Wat hij later leverde had minder waarde. De toen jeugdige Gids legde met welgemeende, maar wat al te grillige heerschzucht op hem de hand en vorderde, onder de leus van oorspronkelijkheid, van het talent van Oltmans voorstellingen, die buiten den kring zijner vorming, zijner vlijtige, maar eenzijdige studie lagen. Zijn Huis van het Zeewijf en de Gedachtenis van een wél uitgevoerd bevel stonden dan ook verre achter bij die historische romans, waarin hij zijne eigene ingeving vrijelijk had gevolgd.
(Konst- en Letterbode, 1854, No 6.)