De studietijd van R.C. Bakhuizen van den Brink door brieven toegelicht



[pagina 177]
Bakhuizen van den Brink aan E.J. Potgieter Amsterdam, 6 augustus 1838.Ga naar voetnoot*
[6 Aug.] Ga naar voetnoot366 Amice! Voor dat het stuk over G. ter perse gaat, wilde ik u nog wel eens er over spreken.Ga naar voetnoot367 Konde ik u nog tot eene omwerking overreden! Gij zoudt mij een wezentlijke vriendschapsdienst bewijzen. Want G. kan mij zooveel goed of kwaad doen voor mijne volgende carrière: en toch wil ik niet gaarne der waarheid ten zijnen gevalle te kort gedaan hebben. - En toch, wie zal het boek anders recenseren dan een van ons beide, of zoudt gij misschien denken v. Hasselt?Ga naar voetnoot368 tt VDB	voetnoot* Collectie Potgieter. Univ.bibl. Amsterdam. Al 11 s. voetnoot366 Hierop in inkt aantekening van Potgieter: 6 aug. RBvDB. voetnoot367 Bakhuizens recensie van J. Geels Onderzoek en phantasie verscheen in De Gids, 1838, Boekbeoord. p. 461-473, 521-535. voetnoot368 Mr. W.J.C. van Hasselt (1795-1864), studeerde te Amsterdam van 1810-1817 eerst medicijnen, daarna rechten te Leiden. Lid van de rechtbank te Amsterdam. Sinds begin 1838 lid van de redactie van De Gids.