uit
uit
- | er niet aan uit kunnen, er niets van snappen of het voor die prijs niet kunnen doen |
- | er aan uit kunnen, het snappen of het voor die prijs kunnen doen |
Ah voilà, dat is de vraag. Ik heb die film gezien op de Nederlandse TV en daar hebben ze vertaald ‘je kunt niet reizen in de ruimte’ en ik heb die film gezien op de BRTN en dan was het ‘je kunt wèl reizen in de ruimte.’ Ik heb dan geprobeerd om te horen wat hij zegt en je kan er niet aan uit of dat hij een t zegt of niet. - Veto, 29-04-1996
- | terugkomen uit vakantie, terugkomen van vakantie |
- | mijn glas is uit, mijn glas is leeg, uitgedronken |
- | hij heeft een glas uit, hij heeft een glaasje op, hij is dronken |
- | een buisje uit glas, een buisje van glas |
➔ | amen |
|
|