thuiswachten
thuiswachten (wachtte thuis, thuisgewacht)
• | op het huis passen, babysitten |
En toch, we droegen onze verantwoordelijkheid voor onze kinderen. Om u een voorbeeld te geven: we waren zeventien jaar getrouwd toen mijn ouders voor de eerste keer bij ons kwamen thuiswachten. - DS, 12-08-2002