rats
rats (bw.)
• | vlug, snel |
• | plotseling, ineens |
• | helemaal, volledig |
Dat ik de komst van Nonkel Maurice en Tante Suzanne verbeidde, die 's avonds zouden komen klaverjassen en intussen verhalen zouden vertellen, bijvoorbeeld over Nonkel Zif, een gepensioneerd machinist. Zif, hoe die ooit eens, en uiteraard op een kerstavond, met zijn trein een of andere sukkelaar zijn kop der rats van af! gereden had. - DS, 19-12-2002
|
|