putje, putteke
putje (het), putteke (het)
- | diepste, midden, hartje: het putje van de winter/zomer |
Een paar maanden geleden hebben we de Nederlandse wonderknaap Wouter Bos in het putje van de winter naar het volk zien toestappen, met een containertje warme chocolademelk op de rug, waaruit hij op straat dan een bekertje tapte voor de mensen. - DS, 08-03-2003
- | het putje van de nacht, holst van de nacht |
Als kapitein van het Belgische Fed Cupteam stond Ivo Van Aken graag in het putje van de nacht op om de wedstrijd van Kim Clijsters live op televisie te bekijken, en hij zag haar tactisch een heel verstandige wedstrijd tegen Serena Williams spelen. - DM, 13-11-2002
- | in het putje van mijn hart, in het diepste van mijn hart |