pointeren
pointeren (pointeerde, gepointeerd)
• | afvinken |
• | prikken, via een prikklok je aanwezigheid registreren, afstempelen |
Onze opmerking - dat geen controleur het hem kwalijk zal nemen als een man van 84 tijdens de piekuren zijn pasje niet heeft gepointeerd - wuift Demunter verontwaardigd weg. - HN, 04-01-2003