panne
panne (de, -s)
• | in België ook: stroomstoring, stroomonderbreking |
- | in panne vallen, motorpech krijgen of storing, defect aan een toestel |
Als die auto in panne valt, hebben de spelers niets meer nodig dan een ventilator en een waterverstuiver om ‘rook’ mee te creëren. - DM, 03-08-2002
|
|