Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende pani(e)keren pani(e)keren (panikeerde, gepanikeerd) •in paniek raken of zijn, paniekerig doen Ik begon te panikeren en daardoor was mijn tweede worp te krampachtig: amper 58 meter. - LN, 10-08-2002 Vorige Volgende