Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende interimair, interimaris interimair (de, -s), interimaris (de, -sen) •vervanger, tijdelijke kracht, uitzendkracht Ze hebben nu wel bijstand van een interimaris, maar een derde vaste dokter zou geen weelde zijn. - GvA, 25-10-2002 Vorige Volgende