Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende café café (het, -s) -op café gaan, naar het café gaan, gaan stappen Kunnen jullie nog gerust op straat komen of op café gaan zonder dat je het risico loopt dat supporters jullie de huid vol schelden en verbaal uithalen? - LN, 20-03-2003 Vorige Volgende