ambetanterik
ambetanterik (de, -en)
• | vervelend iemand, zeurpiet, lastpost |
Ik woon in een rijke West-Vlaamse deelgemeente van de derde rijkste gemeente van Vlaanderen te midden van veel ouders die vermoeden of hopen dat hun kind hoogbegaafd is. Waarna dat kind wordt getest en blijkt dat het gewoon een ambetanterik is. - DM, 11-01-2003
|
|