ambetant
ambetant (bn. en bw.)
• | vervelend, naar, lastig, hinderlijk |
Bush is een ambetant, arrogant ventje. Die wil niet anders dan de baas spelen. Zelfs de milieuverdragen lapt hij aan z'n laars. Het kappen van bossen maakt hem niets uit, mensenlevens in Irak al evenmin. - LN, 17-01-2003
• | ontstemd, verstoord, kregel |
Het zal moeten, anders blijven we achterop hollen. Het heeft allemaal heel veel tijd nodig. Daar loop ik soms wat ambetant van. Vergaderen om niets te zeggen, vergaderen om het uur van een vergadering te bepalen, de communautaire spanning: het vreet soms aan me. - GvA, 11-01-2003
|
|