aftrekken
aftrekken (trok af, afgetrokken)
- | een fles aftrekken, een fles opentrekken, ontkurken |
- | het bed aftrekken, het bed afhalen |
- | zijn broek aftrekken, zijn broek uittrekken, afstrijken |
- | wijn/bier aftrekken, wijn, bier bottelen |
- | bloed aftrekken, bloed aftappen, bloed afnemen |