woester, sloeg zijn glas stuk en keerde een flesch op den vloer.
- Ik kan het betalen, grinnikte hij.
Max had hem wezenloos aangekeken, maar in zijn begrip dat nog waakte, voelde hij zich weer overvleugeld door zijn makker. Hij wou hem overtroeven, zocht iets, iets bijzonders, iets om te verbazen. Dan sloeg hij het blonde dienstertje, dat tegen zijn schouder leunde, vlak in het gelaat.
Zij gilde, week achteruit, begon dan droef te weenen.
- Sale gamin, verweet het andere meisken.
- Pas maar op, dreigde Max boosaardig, zoo tem ik de wijven... maar ik betaal...
- Wij betalen, bevestigde de Witte met overtuiging, en wij doen wat wij willen.
Een verward dispuut volgde met de waardin en de diensterkens. De Witte voerde het woord, Max speelde maar met zijn portefeuille, keek dan naar het weenende vrouwtje. - Er kwam iets wrangs in hem, hij schoof naast het diensterke, voelde wat berouw. Hij zoende haar in den hals en lei een bankbiljet van vijftig mark voor haar neer.
- Wij betalen, sprak hij grootsch.
Op dat oogenblik werden zij het eens. De electrische piano speelde een apachenwals en de heerkens bestelden twee nieuwe flesschen om de verzoening te bezegelen.
- Goede zaken gemaakt, polste de waardin.
- Wij maken altijd goei zaken, blufte de Witte...
- Alors, on fait la noce!...
- Oui, madame... geef de koetsier ook maar een glas...
De getrooste blonde, die de sporen van haar tranen had weggepoederd, zat weer tegen Max aangeleund, en de Witte speelde de geblaseerde jongeling tegenover het bruin Walinnetje dat naast hem zat.
- Wij zijn toch mannen, hè Max, lachte zelfgenoegzaam de Witte, en aan Hortense vaag ik mijn botten...
- Wij waren in de wieg gelegd om rijk te worden,