zich zelven niet alleen genoeg zouden hebben, maar daar van ook in groote menigte aan hunne gebuuren konnen mededeelen.
Ook heeft men in deeze landen geen gebrek aan veelerhande soort van de smaaklykste boomvrugten.
Doch zy leveren niet zo veel voorraad van Koorn uit als de ingezetenen van nooden hebben, want schoon dit wel in eenige Provincien, als Gelderland, Zeeland, Brabant, Vlaanderen en Artois zeer weelderig groeit, zo kan dit egter niet toereiken, om de behoeftens van zo veele inwooners, ook van de andere Provincien, te vervullen, waarom 't Koorn dan ook Jaarlyks uit Lyfland, Koerland, Pruissen en Poolen, over de Oost-Zee moet worden aangevoerd.
Daar benevens heeft men in ons land geen Goud- of Zilvermynen, niet veel Yzer, Koper, Tin of Lood, geen genoegzaam Hout, noch andere Scheepsgereedschappen, van gelyke geen Wol genoeg, noch Zyde noch andere Klederstoffen; geen Wynen, Speceryen, en andere noodwendigheden, die derhalven uit andere landen herwaards moeten overgebragt worden.