sonder te vergeten, dat’er een kerf in de Kloot gemaekt word, door twee pylen, aen malkanderen gebonden, heen, op dat, als de eerste pyl verteert is, de tweede een lochtgat hebben sou, waer door ’t sijn effect mag hebben, anders sou het maer soo lang duuren, als de eerste pijl; bedekt dan het lochtgat met een Papier daer op gelijmt, en ’t sal gereed zijn; steekt het dan aen brand, en gy sult u begeerte hebben. De gedaente van dit werk is in de veertiende Figuur, geteikent met de letteren L.M.
A.A. De twee halve Klooten. |
B.B. De Plaets uitgehold, om Pylen in te doen. |
C.C. Het stellen van de Pylen in de Kloot. |