Om een Vuurkolf te maken, die verscheide Vuurballen uitschieten sal.
LAet een Draeijer een stuk Hout draeijen, twee voeten lang, ontrent vier a vijf duimen dik; in het midden van dat Hout moet men een gat maken van twee duimen Diameters, ontrent twintig duimen diep, en laet hem dan weder onder aen in den Centrum van ’t Hout, dat niet geboort is, een gat van ontrent drie duimen diep maken, om het holle Hout, dat een Kolf genaemt word, op een Stok te steken; en als de Kolf so geboort is, laet ze dan mooitjes draeijen; en als ze gedraeit is, vult ze dan op dese manier: Doet’er goed Buskruit in, een duim hoog, en set het aen; en voegt dan een Bal op het Kruit, en vult de leege plaetsen rondom den Bal, met Sterre Compositie, en fijn gestooten Buskruit, half en half, soo hoog, dat den Bal met de Compositie gelijk leid; set dan op den Bal, derdehalve duim hoog, trage Compositie, en setze wel aen; doet dan daer boven op, ontrent een duim hoog, goed Buskruit, en set dat mede wel aen; voegt’er dan wederom een Bal in, en legt op die Bal Sterre Compo-