ras uitvliegen souden, en stelt dan boven op ’t Rad de Slagen, gelijck in ’t voorgaende Rad gedaen is: Dit Rad soo gemaeckt zijnde, met de Slagpypen boven op d’opperste zyde, zullen de zelve, en de Serpenten aen de kant, beide aen brand gaen, door de Compositie die in het Papier gerolt, en in de kerf geleid is: men moet ook de gaten van de Serpenten maecken op de kant van het Rad, tusschen de gaten van de Slagpypen; en als het aengestoken is, dan sult ghy’er de Serpenten sien uit vliegen, d’een na d’ander, rondom het Rad: en tot yder Serpent, dat uitvliegt, sal een Slag komen, tot dat het heel verteert is. De gedaente van dit Rad is in de sevende Figuur, geteikent met de letter C.
A. De Pael daer het Rad op staet. |
B.B. Het Rad. |
C.C.C.C. De Serpenten. |
D.D.D.D. De Slagpypen. |