| |
| |
| |
Rob van Gennep
Geboren 1937. Na middelbare school en dienstplicht studeerde hij enkele jaren politieke en sociale wetenschappen aan de universiteit van Amsterdam en werkte daarna in de uitgeverij als vertegenwoordiger. In 1963 begon hij met Johan Polak de uitgeverij Polak & Van Gennep. Sinds begin 1969 is hij samen met Jaap Jansen directeur van Uitgeverij en Boekhandel Van Gennep aan de Nes in Amsterdam.
A U hebt een gespecialiseerd, politiek links gericht fonds. Bestaat er voor dit soort boeken een groot publiek?
vG Groot zou ik het niet direct noemen, maar er bestaat in elk geval een zeer geïnteresseerd publiek voor dit soort dingen. Tenminste hier in Nederland. In Vlaanderen merk je daar heel wat minder van. Juffrouw Neirinck, onze vertegenwoordigster in Vlaanderen spant zich werkelijk erg in om onze boeken daar te verspreiden, maar de belangstelling bij jullie is hoofdzakelijk gericht op de literaire werken die wij brengen. Daar wil ik wel even de aandacht op vestigen: ik weet dat het image van onze uitgeverij ontzettend politiek is, maar als je even het lijstje van de publicaties doorloopt merk je dat ik minstens evenveel literatuur breng, Jacques Hamelink, H.C. ten Berge, Marga Minco, Heere Heeresma, James Joyce, Terts en Arzjak (de verbannen Sovjetschrijvers), Alan Sharp, de briljante Tsjechische schrijver Hrabal, Yasunari Kawabata, de Japanner die ik bracht vóór hij de Nobelprijs kreeg, iets waar ik wel even trots op ben, en nog veel anderen. Toch een behoorlijk literair georiënteerd fonds zou ik zeggen. En dat loopt in Vlaanderen ook goed. Maar de ‘Kritiese Biblioteek’ en andere
| |
| |
politieke en ideologische publikaties komen er nauwelijks van de grond. De meeste boekhandels in Vlaanderen staan er erg aarzelend of zelfs helemaal afwijzend tegenover. Dat heb je in Nederland natuurlijk ook wel, maar toch in veel mindere mate. Hier hebben ze al wel ontdekt dat we een jong publiek hebben, vooral veel studenten, en dat is ook voor de boekhandelaar een prettig en aantrekkelijk publiek. Het grote verschil zit waarschijnlijk in het feit dat ik hier goede betrekkingen onderhoud met de pers en heel wat free publicity krijg, uiteraard een noodzakelijkheid voor een jonge uitgeverij die geen geld heeft om veel te adverteren, terwijl in Vlaanderen, ook door de progressieve en linkse pers, ik denk bijvoorbeeld aan ‘De Nieuwe’ en ‘Links’, maar nauwelijks of geen aandacht wordt besteed aan wat wij op de markt brengen. Op dat gebied schort er in Vlaanderen toch heel wat. Het lijkt wel alsof zelfs die mensen er niet aan willen. Ze brengen nauwelijks degelijke informatie, daardoor komt het misschien ook dat er in Vlaanderen zo weinig openheid is. God, in de Vlaamse kranten verschijnen ook over politieke zaken van die onvoorstelbaar knullige stukjes, waarbij je gaat denken, hoe is dat mogelijk, hoe nemen de lezers dat nog altijd. Hoe moet ik in zo'n klimaat mijn boeken in Vlaanderen in de belangstelling krijgen? Ik heb er wel eens aan gedacht tijdens de Boekenbeurs in Antwerpen ergens een zaaltje te huren en er een aparte beurs met mijn fonds en nog wat andere jonge uitgevers te organiseren. Dan krijgen we misschien meer aandacht.
A Van de kranten hoeft u inderdaad niets te verwachten. Vlaanderen heeft gewoon geen linkse pers. Dat die enkele kleine militant linkse publicaties er niet meer aandacht aan besteden is inderdaad jammer. Maar dat komt misschien nog wel. Wij reageren altijd wat trager, wat voorzichtiger.
vG Het zou niet langzaam mogen gebeuren. Informatie brengen is het belangrijkste wat moet en kan gedaan worden op het publicistische vlak. Een dam opwerpen tegen zoveel officiële hypocriete prietpraat, misleiding en leugens. Ik importeer heel veel uitstekende buitenlandse fondsen, Klaus Wagenbach, Verlag Neue Kritik, Konkret, Trikont, Monthly Review en Edition Voltaire. Zij brengen boeken op de markt die iedereen met wat politiek bewustzijn zou moeten lezen. Er is nog zoveel te doen, ook op dat gebied.
| |
| |
Het echte linkse publiek bereiken. Niet de modieuze lezers. Van het dagboek van Che Guevara hebben we al 5 drukken gebracht, maar van het ideologisch gezien veel belangrijker eerste boek van Guevara, zijn ‘Toespraken, brieven, geschriften’ is de eerste druk pas kortgeleden uitverkocht.
A Het lijkt toch of de belangstelling voor politieke problemen en hun ideologische achtergronden wel toeneemt. Hoe komt dat? Kan men dat uitsluitend op rekening van de invloed van de televisie schrijven?
vG De invloed van de televisie is natuurlijk ongelooflijk groot. Je kunt er als uitgever gewoon niet tegenop. Je moet er bij het opbouwen van het fonds ook rekening mee houden. Het is bij voorbeeld niet meer zo nodig boekjes te brengen die onmiddellijk bij de actualiteit aansluiten, want televisie, en de kranten ook, kunnen veel sneller reageren. Actuele boeken kun je slechts brengen als het tegelijkertijd ook boeken zijn die de fundamentele problemen achter die actualiteit behandelen. Boeken dus die de problemen ideologisch ontleden, die inspiratie leveren voor politieke acties. Ik bedoel werken als ‘Het moeilijke socialisme’ van André Gorz, ‘Psychoanalyse en politiek’ van Herbert Marcuse, ook diens ‘Geweld en vrijheid’ en het boek van (de Belg!) Ernest Mandel ‘De EEG en de rivaliteit Europa-Amerika’. Wij willen het politieke denken activeren, speldeprikken geven, informeren.
Maar goed, om terug te keren tot je vraag, provo heeft hier een heleboel mensen wat de politieke verhoudingen hier en in het buitenland betreft aan het denken gebracht. Mondiaal gezien is het vooral de oorlog in Vietnam die de publieke opinie, en niet alleen de linkse, heeft wakker gemaakt voor de problematiek van uitbuiting en neokolonialistisch geweld. Het groeiend bewustzijn van de absurde situatie in Vietnam heeft de mensen bijvoorbeeld er toe gebracht de controversie te ontdekken die er bestaat tussen enerzijds West-Europa, Amerika en ook Rusland, en de 3e wereld anderzijds, heeft hen dan ook gevoelig gemaakt voor de absurditeit van een beetje ontwikkelingshulp geven. Zoals professor Wertheim zei: we moeten niet meer geven, het gaat er om rechtvaardiger politieke verhoudingen te scheppen in die ontwikkelingslanden. Maar ja, het kapitalistische systeem zou een aanslag op zichzelf plegen als het de grondstofprijzen juister moest stellen, zodat de
| |
| |
3e wereld er van zou kunnen profiteren. Ze zullen tot het laatst hun economische macht in de derde wereld blijven uitoefenen, met welke middelen ook. Denk maar aan de blokkade van Cuba. De Oost-West tegenstelling verdwijnt langzaam, en nu komt de Noord-Zuid tegenstelling aan het licht. Zonder de minste twijfel groeit in Nederland de belangstelling voor al deze onrechtvaardige toestanden, en het is de functie van de uitgever én de boekverkoper de mensen te helpen die toestanden te ontdekken en in het juiste perspectief te zien. De mensen bewust te maken, hen informatie te geven, waardoor ze inzicht krijgen in de gebeurtenissen in het eigen land en vooral daarbuiten. Waarom is er oorlog en honger in Biafra? Omdat 2 stammen niet met elkaar kunnen leven? Dat is de min of meer officiële mening. Neen. Omdat er vooral tegenstrijdige internationale oliebelangen in het spel zijn. We moeten de feiten blootleggen, en enkel op die manier zullen we de kapitalistische structuur kunnen aantasten. We moeten er bijvoorbeeld op wijzen dat concerns als Philips en Unilever een neo-kolonialistische buitenlandse politiek vereisen van Nederland; we moeten de mensen laten zien wat onze zogenaamde ontwikkelingshulp aan Indonesië in werkelijkheid betekent. We zullen daar boeken over gaan brengen. Het begrip voor al deze zaken groeit traag, maar het groeit. In de eerste Vietnam-demonstraties liepen een paar jaar geleden ook niet zo bar veel mensen mee.
A U spreekt over het bewust maken van de mensen. Heeft het zuiver literaire boek op dat gebied ook nog wat te doen?
vG Als het een politiek geëngageerd boek is misschien. Maar het engagement van de meeste schrijvers is een extra-literaire zaak. Het zijn intellectuelen, ze nemen dus gemakkelijker een progressief standpunt in, maar het werkt niet altijd door in hun boeken, en dat is soms wel jammer. Jan Wolkers bijvoorbeeld is daar een typisch voorbeeld van. Maar als ik zeg, dat is jammer, dan bedoel ik daarmee enkel dat ik persoonlijk misschien wel eens meer interesse heb voor geëngageerde schrijvers, maar niet dat ik verdoem wie het niet is. Ik vind Jacques Hamelink, die je toch wel als een uitsluitend literaire schrijver kunt zien, niet minder belangrijk dan een geëngageerd auteur van zijn formaat en van zijn kwaliteiten. Sommige mensen willen hun engagement nu eenmaal niet overbrengen in hun werk, ze willen of kunnen de literatuur er
| |
| |
niet voor gebruiken, en dat standpunt kan ik wel begrijpen. Literatuur is ook niet noodzakelijk goed omdat ze geëngageerd is.
A Ik heb wel eens de indruk dat een essay, hoe briljant van opzet ook, minder invloed op me heeft dan een roman over hetzelfde probleem. Essays en theoretische werken raken je nooit zo persoonlijk. Ik weet natuurlijk niet of dat bij iedereen het geval is.
vG Ik weet het niet... Het zijn totaal andere literaire vormen. Misschien werkt de roman wel dieper door. Maar veralgemenen zou ik dat toch niet durven. In elk geval: de geëngageerde roman is net zo belangrijk als welk ander boek ook als hij maar een druppel is die mee de steen helpt uithollen. Elke druppel is belangrijk. Romans kunnen zeker ook meehelpen aan het blootleggen van verkeerde maatschappelijke en politieke tendensen, van psychologische onzindelijkheden, van half of heel-fascistische symptomen. Als de romanschrijver daar niet aan meehelpt kan hij zelf wel eens een van de eerste slachtoffers worden van die verschijnselen. Denk maar aan de censuur, zeker ook bij jullie in Vlaanderen, ten opzichte van bijvoorbeeld de undergroundbladen, die gevaarlijke manifestatie van burgerlijke trutterigheid. Terecht heeft de Vereniging van Letterkundigen enige tijd geleden bij de minister geprotesteerd tegen het in beslag nemen van een op zichzelf volmaakt onbenullig sexblad zonder enige literaire waarde. Het gaat steeds meer om het principe van het censuur uitoefenen. Ik vraag me geregeld af wie de normen aanlegt en wat dat voor mensen zijn die dan wel bepalen wat kan en niet kan, wat aanstootbaar is voor de eerbaarheid en wat niet. Kortgeleden zag ik een officier van justitie in een documentaire op de televisie over de pornografie; met een hoop ethisch gebabbel, een geweldige hoeveelheid gemeenplaatsen over gezonde en ongezonde sexualiteit en een aantal morele criteria die voor ontzettend veel mensen in dit land volstrekt niet voelbaar zijn, ontweek hij alle vragen. Het was een kwestie van feeling, van opportuniteit of hij al of niet ingreep. Voor elke psycholoog die zo'n programma zag, moet het een geweldige lacher geweest zijn. Ik voor mij vind het zeer betreurenswaardig dat een dergelijke oppervlakkige, goedwillende maar tegelijkertijd belachelijke man moet beslissen over het uitoefenen van censuur - en daarover niet alleen - in een stad als Utrecht.
A Bovendien zit het gevaar vooral in de politieke consequenties.
| |
| |
vG Natuurlijk. Men noemt iets zedenkwetsend of niet, maar men gaat meestal slechts tot vervolging over als het kleine mannetjes zijn, de economisch zwakkere, kleine handelaartjes in achterafwinkeltjes. De mensen met enige maatschappelijke invloed die diezelfde dingen al of niet openlijk verkopen blijven buiten schot. In dezelfde documentaire vertelde een man dat hij bij twee grote en goede boekhandels in Den Haag boeken kocht en dat die vervolgens in zijn winkeltje in beslag werden genomen. Hij draaide er voor de bak in. Als een uitgever met een stevige literaire reputatie Sade (terecht overigens) uitgeeft gebeurt er niets, maar als een kleine sexboekhandel hetzelfde boek verkoopt, bijvoorbeeld zoals dat vroeger gebeurde in een gestencild boek, dan gaat hij daarvoor achter de tralies.
Begrijp me goed, ik ben voor een volledige vrijheid zoals die in Denemarken al bestaat en min of meer in de Verenigde Staten. Maar als je gaat verbieden, dan moet er lijn in zitten en dan moet er goed gefundeerd worden beslist over die dingen. Het ontbreken van een visie op dit gebied lijkt me het beste bewijs dat de wet op dit punt hard aan wijziging toe is. Maar dat zal nog wel wat moeite kosten met al die christelijke partijen in het parlement.
A In zijn bespreking van ‘Schrijven of schieten’ vestigt Kees Fens er de aandacht op dat in dat boek zo weinig sprake is van het geloof en van de kerk. Rol uitgespeeld? vraagt hij.
vG Rol beslist niet uitgespeeld. De kerk als theologisch instituut zegt me niets, maar de kerk als fundament waarop politiek bedreven wordt is beslist nog een kracht waarmee rekening moet gehouden worden. Zolang de structuren en de achtergrond van de kerk in het politieke leven en de maatschappelijke orde nog vormgevende elementen zijn, waarmee mensen kunnen worden gemanipuleerd, en beslissingen kunnen worden afgedwongen, kan men niet zeggen dat de rol van de kerk uitgespeeld is. Integendeel, figuren als Dom Helder Camara, als Camillo Torres, willen fundamentele structuurveranderingen ten goede in de Latijns-Amerikaanse maatschappij. Ze zeggen tegen de verpauperde bevolking: geef geen geld meer uit voor kaarsen, koop er kleren mee voor je kinderen. Ze willen de kerkelijke structuren gebruiken om er politieke instrumenten ten goede van te maken. Torres trok de
| |
| |
uiteindelijke conclusie en sloot zich aan bij de guerrilla's. Maar goed: zolang de kerk te gebruiken valt, in progressieve zin of richting, kan men ze niet als afgedaan beschouwen. Dat ze ook als conserverend element in de politiek wordt gebruikt is natuurlijk duidelijk. Zolang de kerken politieke beslissingen kunnen nemen vormen ze een goede of een te bestrijden werkelijkheid waarmee rekening moet gehouden worden. Het geloof heeft alleen voor mij zelf als discussie-object afgedaan.
|
|