iets van terecht brengen dan moet men het werkterrein versmallen en duidelijk begrenzen. Daarom heb ik mijn eerste keuze beperkt tot romanciers en dichters, omdat ik met hun werk het best vertrouwd was. Een bepaalde theorie of een andere bedoeling moet er niet achter gezocht worden.
Wie komen er dan in dit boek aan het woord? Een wat disparaat gezelschap. Publicisten op allerlei gebied, cabaretschrijvers, journalisten, critici, uitgevers, kinderboekenauteurs, etc. Verder ook mensen waarvan men mag veronderstellen dat ze het woord zeer bewust gebruiken, zoals advokaten, politici en studenten. Ook enkele mensen die even goed in het eerste boek hadden kunnen staan. En tenslotte heb ik van de kans die dit boek me gaf graag gebruik gemaakt om ook theatermensen aan het woord te laten komen. En daar bedoel ik dan niet alleen toneelschrijvers mee, maar ook een regisseur, die de woorden van anderen immers interpreteert en gestalte moet geven.
Het zal wel onmogelijk zijn om telkens één of meerdere mensen te kiezen die representatief zijn in hun genre, en dan als resultaat bovendien nog een gezelschap te krijgen waarin Nederlanders en Vlamingen, progressieven en conservatieven, gelovigen en ongelovigen, ouderen en jongeren, allemaal tot algemene voldoening aan hun trekken komen.
Dit boek zal die onmogelijkheid nogmaals illustreren.
Sorry.
Ik kan niet meer doen dan van dit verwijt de scherpe kantjes een beetje afronden door alvast te komen aanslepen met het argument dat ik (opnieuw, zie ook ‘Schrijven of schieten’) gehinderd werd door het feit dat ik niet over mijn tijd kan beschikken zoals ik dat wel zou wensen, en dus niet aan het maken van sommige wat moeilijk liggende afspraken toekwam. En dat bovendien enkele mensen voor een interview geen belangstelling bleken te hebben. Althans, dat maak ik op uit het feit dat ze op mijn uitnodiging niet reageerden.
Dat is eigenlijk een bijzonder vreemd verschijnsel: wie in het eerste boek niet wou meespelen schreef me (met Simon Vinkenoog als nobele uitzondering) een briefje om me dat, omkleed met redenen, mede te delen. Dat was mooi, ik kon die brieven in mijn inleiding opnemen, en dat stelde meteen een aantal mensen in de