Hoe die Ghelressen ter neder getogen worden opten Yseldijc, ende hoe si noch een nederlage hadden omtrent Hoesden; ende hoe si op thuys tot Poroyen quamen.
Dat XXVIII capitel.
Int eerste van november quamen die Gheldersen doer tlant van Vianen, ende wouden in die Dortse Waert wesen om te roven ende te branden. Op dat pas was opten dijc begonnen een starc blochuys te maken tot defensie van dien ende en was noch niet al volmaect; ende daer en lagen op die tijt boven XI of XII knechten niet op, mit een capitein van Dordrecht, genoemt Jan Bloxem. Ende en hadden oec op tblochuys boven X of XII scoten cruyts niet; mer hier en wisten die Gheldersen al niet of, ende alsoet een avontuer was, so wast op dese tijt II oft III dagen lanc een grote storm van regen ende wint. Die Gheldersen vielen voer dit blochuys, in meninge dat te winnen, ende hadden III wagen hoeys gestelt an tblochuys, ende staken dat an, menende dye knechten van den blochuse te verdriven mitten roke; mer die ander weerden hem vromeliken. Here Floris van Yselstein, die lach op dese tijt tot Worichom, ende om des ongetemperden weers willen en mocht hi niet overcomen. Doch dat weder ende tempeest cesserende, quam hi over twater mit een deel volcx te paert ende te voet. Die Gheldersen dit vernemende, dat die here van Yselstein quam, steldent op een lopen, al dat si mochten, ende alsoet