Van Dirck die anderde grave van Hollant, Zeelant ende heer van Vrieslant ende van sine oerloghen.
Dat derde capittel.
Dirck dye tweede van dijer namen, grave Dircxs zoen, wert na sijns vaders doot die anderdeGa naar voetnoot71 grave van Hollant ende Zeelant; mer dye Vriesen en woudens niet ontfangen noch kennen voer horen here, ende bestonden te rebelleren ende en wouden voert meer nyet staenGa naar voetnoot72 onder dye dominatien der graven van Hollant, mer si wouden vrij sitten als si plegen te doen. Dese grave Dirck nam te wive des doerluchtigen coninc Lodewijcs dochter van Vrancrijc, geheten Hildegaert, daer hi an wan den eerwaerdigen vader heer Egbert, aersbiscop van Trier; Arnulphus of Arnout, die na hem grave wert, ende een scone dochter geheten Alijt of Erlinde.