Literatuur en verantwoording
Wie meer wil weten over de Middelnederlandse cultuur en in het bijzonder de letterkunde uit die tijd, kan terecht bij Dini Hogenelst & Frits van Oostrom, Handgeschreven wereld. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen. Amsterdam, 1995. Daar vindt men over de meest diverse onderwerpen verdere literatuur.
Meer informatie over Floris en Blancefloer in het algemeen vindt men in de inleidingen van de tekstedities: P. Leendertz (ed.), Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede. Leiden, 1912; en J.J. Mak (ed.), Diederic van Assenede, Floris ende Blancefloer. 4e druk. Den Haag, 1980. Zie verder: ‘Floris & Blanchefleur’, in: W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen, 1993, 132-137. Dit laatste boek biedt een schat aan informatie over een groot aantal personages in de middeleeuwse letterkunde.
Zie voor de persoon van Diederic van Assenede, behalve de hierboven genoemde inleidingen, nog: L. Stockman, ‘Diederik van Assenede’, in: Biekorf (Westvlaams archief voor Geschiedenis, Oudheidkunde en Folklore) 73 (1972), 213-214. Een andere mening over de identiteit van Diederic van Assenede en zijn mogelijke ‘clerc’-zijn is te vinden in Willem Kuiper, ‘De filoloog als patholoog-anatoom’, in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden, 5 (1998), 172-180, m.n. noot 23.
Janet F. van der Meulen, ‘Niet over rozen. Over Diederic van Assenedes proloog en “verstandelike” vertaling van de Oudfranse Floire et Blancheflor’, in: Jozef D. Janssens e.a., Op avontuur. Middeleeuwse epiek in de Lage Landen. Amsterdam, 1998, 79-106 en 307-313, gaat uitgebreid in op de Oudfranse bron, de