| |
| |
| |
Yang
Kwartaalschrift
Opgericht in 1965
Redactie:
Eddy Bettens, Jean-Paul den Haerynck, Hans Vandevoorde, Bart Vervaeck
Redactiesecretariaat:
Jean-Paul den Haerynck, Postbus 245, 9000 Gent
Verantwoordelijke uitgever:
Hans Vandevoorde, Peperstraat 46, 8000 Brugge
Jg. XXVGa naar voetnoot1, |
nr. 144: |
Jubileumnr. 1989-1990, 144 p. = Zeven poetica's |
Jg. XXVIGa naar voetnoot1, |
nr. 145: |
jan.-maart 1990, 136 p. = Willem Brakman |
|
nr. 146-147: |
april-sept. 1990, 172 p. = Walter Benjamin |
|
nr. 148: |
okt.-dec. 1990, 132 p. = Plagiaat |
| |
I. Poëzie
CATHARIN, Hugues
Uit: Nachtgebaren, XXV, 144, p. 103-105
‘Sponshout in water’ p. 103 |
Verward verlangen: ‘Avondklokken in de sprong van’ p. 104 |
Beaming: ‘In getijden van lichtmerg’ p. 105 |
Verbranding: ‘Met een bruidslaken van taxus’ p. 106 |
|
|
|
HOEK, Jos van den
De grote brand, XXV, 144, p. 101-102
‘Die roep: een uil’ p. 101 |
‘Hoe deze bruid’ p. 102 |
|
|
|
JOORIS, Roland
[Gedichten], XXV, 144, p. 95-96
Etude: Ofschoon bijna verdoken’ p. 95 |
Impromptu: ‘Het knoestig gerucht’ |
|
|
|
KEYMEULEN, Annie van
De monade van het bewegen. Fragmenten van een leerdicht, XXV, 144, p. 107-108
1. | Leerdicht. China tussen hemel en aarde. Brussel, 1988: ‘hoe je zwijgend’ p. 107 |
3. | ip man, embracing the moon: ‘de maan vloeit in zijn handen’ p. 108 |
|
|
| |
| |
MEULEMAN, Bart
Uit Marines, XXV, 144, p. 97-100
‘ik zit op de kijkpost’ p. 97 |
‘als het licht plots’ p. 98 |
‘vroeger werd er veel’ p. 99 |
‘terstond keerde men’ p. 100 |
|
|
| |
II. Proza
DENISSEN, Frans
De heilige stad, XXV, 144, p. 109-110 |
|
|
DHONDT, Astère Michel
De bouwwerf van de Renaissance [Florence], XXV, 144, p. 111-119 |
|
| |
HAERYNCK, Jean-Paul den
De lezer verveelt zich niet. Over de literatuurkritiek van Kees Fens, XXV, 144, p. 124-127
Over diens Een gedicht verveelt zich niet (1987) met diens De tweede stem (1984) bekroond met de P.C. Hooftprijs 1990 |
|
|
Tussen engelen en quarks*, XXV, 144, p. 137-142
Huub Beurskens, Charme. Een gedicht |
|
|
|
HERTMANS, Stefan
[Georg] Trakl opnieuw vertaald*, 148, p. 111-112
N.a.v. Gedichten. Keuze uit zijn poëzie. Tweetalige editie |
|
|
De landkaart van de dood*, 148, p. 113-114
Christoph Ransmayr, De verschrikkingen van het ijs en de duisternis [Du.: 1984] |
|
|
|
JOORIS, Roland
Ignace de Vos: schilderen, XXV, 144, p. 120-123 - Met ill. |
|
|
MISSINE, Lut
Geen angst voor kennis*, 148, p. 115-117
M. Februari, De zonen van het uitzicht |
|
|
|
MUSSCHOOT, Anne-Marie
Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde 1885-1985. Een verhaal zonder Vlaanderen**, XXV, I, 146-147, p. 167-170
Ton Anbeek, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur tussen 1885 en 1985 |
|
|
| |
| |
SPINOY, Erik
Philippaerts' dagdroom. Brief aan een ‘recensent’**Ga naar voetnoot3, 148, p. 123-126
Antwoord aan Frank Philippaerts, n.a.v. zijn bespreking in Dietsche Warande & Belfort (CXXXV, 1990, 4, p. 508-509 - in de rubriek Over tijdschriften) van Yang, nr. 144 en in het bijzonder Erik Spinoy's artikel Een dag op het land (p. 45-52) |
|
|
|
VANDEVOORDE, Hans
Eenheid en fragment. Het proza van Pol Hoste, XXV, 144, p. 128-132
Over De veranderingen (1979), Vrouwelijk enkelvoud (1987), Een schoon bestaan (1989) en het kortere proza verschenen in tijdschriften, waarvan een lijstje, p. 132 |
|
|
De profundis*, 148, p. 118-122
Joris-Karl Huysmans, Uit de diepte [Là-Bas, 1890]. Vert.: Geerten Meysing & Kees Snel |
|
|
|
VERSCHAFFEL, Bart
Over kunstmetafysiek en schoonschrijverij**, XXVI, 146-147, p. 159-166
‘Een antwoord op de recensie van “De glans der dingen” door Frank vande Veire’ (XXV,1989, 3, p. 162-170) |
|
|
|
VERVAECK, Bart
Journalistiek en literatuur*, XXV, 144, p. 133-134
Lucas Mariën, De filosofie van de kleine volkeren - De schone slaapster |
|
|
Die behaaglijke oude kamers*, XXV, 144, p. 135-136
Alfred Kossmann, Een verjaardag |
|
|
| |
Bijzondere nummers/gedeelten
Zeven poetica's
(XXV, nr. 144, p. 3-93)Ga naar voetnoot4
Inleiding
VANDEVOORDE, Hans
Allegorische breuken, p. 5-10
Over overeenkomsten en verschillen in de zeven poetica's wat ‘het misleidende en ontoereikende karakter van de taal’ en het gebruik van allegoriën betreft |
|
|
Dirk van Bastelaere |
|
|
BASTELAERE, Dirk van
Twee gedichten, p. 53-55
‘Uit de blikken trom die hier niet is,...’ p. 53 |
Een hoogblauwe deur, p. 54-55
a) | ‘Er te hebben gestaan in een jurk van het zwart...’ p. 54 |
b) | ‘Soms gaat men, zo op in verinzichzelviging...’ p. 55 |
|
|
|
Rifbouw (een klein abc), p. 56-62
Van ‘Allegorie’ tot ‘Zelf’ |
|
|
| |
| |
HERTMANS, Stefan
De spiegelman was hier, p. 63-68
Dirk van Bastelaere, Pornschlegel en andere gedichten |
|
|
Frederic D'haene |
|
|
D'HAENE, Frederic
Muziek als metaforische macht, p. 75-77
Over zijn composities; met partituur |
|
|
Stefaan Hertmans |
|
|
HERTMANS, Stefan
Ship of foolsGa naar voetnoot5, p. 11-15
1. | ‘Een leeuw is vaak niet meer dan een’ p. 11-12 |
2. | ‘Men zet de zeilen uit.’ p. 12-13 |
3. | ‘O - als dit drijven is.’ p. 13-14 |
4. | ‘Ongetwijfeld in de nagloei of de rem-slaap,’ p. 15 |
|
|
Vitale melancholie, p. 16-18
Fragment uit Sneeuwdoosjes; ‘een aanspreekbare, maar niet beschrijfbare wereld: daar is het ons [dichters], denk ik, om begonnen’ (p. 16) |
|
|
|
BEURSKENS, Huub
Orpheus na nederlagen. De ‘Bezoekingen’ van Stefan Hertmans, p. 19-26 |
|
|
JANS, Erwin
Intelligentie en intuïtie. De essayistiek van Stefan Hertmans, p. 27-32
Over Oorverdovende steen ‘een bundeling van een aantal essays uit de periode 1981-1986’ en ‘de discussie met de Vlaamse literaire kritiek’ (p. 27) |
|
|
Marc Reugebrink |
|
|
REUGEBRINK, Marc
Val, p. 33-35
‘Aan zijn voeten gebonden, mens’ p. 33 |
‘Alles doorwaadbaar, alles’ p. 34 |
‘Zodra al het water volbracht is’ p. 35 |
|
|
Aantekeningen bij onzichtbaarheidGa naar voetnoot6, p. 36-42
‘verdediging van de autonomistische poëzie’ (p. 40) |
|
|
Erik Spinoy |
|
|
SPINOY, Erik
Susette Gontard Frankfurt 1796. Uit: Susette, p. 43-44
Het kluwen van Susette: ‘Om zich zoekt zij galeien in het wit verzonken.’ p. 43 |
Huwelijksmars: ‘Zij maakt zich los uit een portiek. Hij draait’ p. 44 |
|
|
Een dag op het landGa naar voetnoot7, p. 45-52
‘Een gedicht kan geen uitdrukking (van iets) zijn, omdat schrijven een onbeheersbaar proces is’ (p. 47) |
|
|
| |
| |
|
|
VEIRE, Frank vande
Ludwig, ein TrauerspielGa naar voetnoot8, p. 78-93 - Met ill.
Commentaar bij de opgenomen illustraties van wat Vandevelde zijn ‘kalkwerk’ noemt |
|
|
Peter Verhelst |
|
|
VERHELST, Peter
Abusez-moi, madame, p. 69-70
|
|
Acht vezels uit de draad van Ariadne [Over ‘Otto’], p. 71-72 |
|
|
VANDEVOORDE, Hans
Het gevecht met stier en spiegel, p. 73-74
|
|
| |
Willem Brakman
(XXVI, nr. 145, 136 p.) - Met afbn., prtn
Eindredactie: Gerrit Jan Kleinrensink & Bart VervaeckGa naar voetnoot9
BRAKMAN, Willem
Het regenlied. Uit: Van de in hogere kringen verliefde, p. 7-10 |
|
De pop ontpopt..., p. 119-120
Herinneringen aan de poppenspeler op school; over de ontwikkeling in het poppenspel |
|
|
Kerkhof, Illustratie, omslag |
|
|
ALPHEN, Ernst van
Vertellingen zonder verhaal, p. 93-106
Brakmans De vadermoorders, ‘op de reeks pausschilderijen van Francis Bacon geënt’ (p. 93) - Met ill. |
|
|
|
BOUSSET, Hugo
Nee nikske nie, p. 88-92
Over Brakmans roman Come-back |
|
|
|
BULTE, Ineke
Hoe is de toestand?, p. 71-79
Over ‘Oorsprong en doel der geschiedenis’ uit de bundel Vijf manieren om een oude dame te wekken |
|
|
|
HERTMANS, Stefan
Een sprong in het beeld. ‘Liefde als amore’ van Willem Brakman, p. 64-70
Over ‘Liefde als amore’ uit de bundel Vijf manieren om een oude dame te wekken |
|
|
| |
| |
KLEINRENSINK, Gerrit Jan
Nergens veilig. Interview met Willem Brakman, p. 11-32 |
|
Het dansen van Brakmans poppen, p. 123-131
Herwerking van het artikel in Preludium (V, 1988-1989, 2, p. 9-23) |
|
|
|
SCHERPEREEL, Dirk
Het verlangen om (met) Emma Bovary te zijn, p. 81-87
Over de roman Het zwart uit de mond van Madame Bovary |
|
|
|
VERVAECK, Bart
Leunen en liegen. Ontwikkelingen in de verhalenbundels van Willem Brakman, p. 44-63 |
|
|
WISPELAERE, Paul de
Enkele aantekeningen bij ‘Pop op de bank’, p. 107-116 - Met facs. |
|
|
WYNIA, Gerben
Koopman in kleden, p. 33-42
Over de hoofdfiguren in Brakmans werk, ‘waarvoor “psychografisch”... een toepasselijker aanduiding is dan “autobiografisch”’ (p. 35) en over Brakmans schrijverschap, met fragmenten uit brieven |
|
|
| |
Walter Benjamin
(XXVI, 146-147, p. 4-158) - Met facs., foto's, ill.Ga naar voetnoot10
BENJAMIN, Walter
Curriculum vitae Dr. Walter Benjamin. Vert.: Eddy Bettens, p. 7-9 |
|
Het beeld van Proust. Vert.: Eddy Bettens, p. 10-18 |
|
Robert Walser. Vert.: Henri Bloemen, p. 27-29 |
|
Over de taal in het algemeen en de taal van de mens. Vert.: Jan de Knudt & Henri Bloemen, p. 53-62 |
|
De opdracht van de vertaler. Vert. & NotenGa naar voetnoot11: Jan de Knudt & Henri Bloemen, p. 63-70; 71-76 |
|
Over het begrip van de geschiedenis. Vert.: Marcel Martens, p. 89-94 |
|
|
BETTENS, Eddy
Peter Szondi, Benjamins Stadsgezichten [Städtebilder]. Vert.: E. Bettens, p. 19-26 |
|
|
BROEKMAN, Jan M.
Walter Benjamins Messias, p. 111-117 |
|
| |
| |
CAUTER, Lieven de
Kleine esthetica van de roes. Over bedwelming in het algemeen en over Benjamins ‘profane verlichting’ in het bijzonder, p. 30-51 |
|
|
HERTMANS, Stefan
Passage du désir. Over het Passagen-Werk van Walter Benjamin, p. 126-134 |
|
|
KEUNEN, Bart
Stadservaringen ingeblikt. Excursies bij Walter Benjamins Baudelaire-studie, p. 135-143 |
|
|
LAERMANS, Rudi
Drempelkunde. Vijf fragmenten over Benjamins Passagen-Werk, p. 119-125 |
|
|
MARTENS, Marcel
Commentaar [en noten] bij de vertaling [van ‘Over het begrip van de geschiedenis’]Ga naar voetnoot12, p. 95-106; 106-110
Over Benjamins ‘geschiedfilosofische theses’ |
|
|
|
VEIRE, Frank vande
Wat nooit geschreven werd, lezen, p. 144-158
|
|
|
VERLEYE, Kaat
Arnold Dreyblatt, Sándor Kardos. Horus archief. Vert.: K. Verleye, p. 77-83 - Met portfolio, p. 84-87
Interview n.a.v. een tentoonstelling te Nijmegen van een verzameling foto's (die passen bij Benjamins Kleine geschiedenis van de fotografie) |
|
|
| |
Poëzie
DUINKER, Arjen
Vier gedichten uit de buurt, p. 87-90
1. | ‘Als het regent’ p. 87 |
2. | ‘Zoveel broekjes! Zoveel kleinkinderen’ p. 88 |
3. | ‘De gedachten van Isabel...’ p. 89 |
4. | ‘Onderaan de heuvel roept de herder.’ p. 90 |
|
|
| |
Proza
BOOMSMA, Graa
De steen wordt stem, p. 49-52 |
|
| |
| |
JONGSTRA, Atte
Moes van de ‘Cassia’, p. 19-27 |
|
|
STERIVAEN, Peter
|
| |
Kritische bijdragen
BERENDSE, Gerrit-Jan
De eetbaarheidsfactor van poëzie. Kannibalistiche vormen van plagiaat in de DDR, p. 71-77
‘Het schrijven van de DDR-dichters ging gepaard met een naïeve omgang met en een vrij gebruik van al het geestelijk materiaal waartoe zij toegang konden krijgen’ (p. 75) |
|
|
|
CLAES, Paul
De scholiast, p. 29-36
Groepjes citaten met opgaven i.v.m. associaties, intertextualiteit, plagiaat, reminiscenties, e.d. |
|
|
|
DERYCKERE, Jacques
‘De braam’ van Gerrit Bakker. Een intrige, p. 94-97
Over het gedicht (tekst p. 94) uit de cyclus Vruchten van de kennis, uit: Ommekeer (1975) |
|
|
|
GROOT, Patricia de
Het odium van plagiaat, p. 11-17
‘In de kunst van de laatste decennia is er een lichte verschuiving opgetreden in de waardering van het citaat: van schandaal [de romantische opvatting] tot legitimatie [de (post)moderne opvatting]’ (p. 13] |
|
|
|
JANS, Erwin
De eigenaar van de schrijvende hand. Over Paul de Wispelaere, p. 98-107 - Met prt.: An van Wilderode
In een korte passage (Huis, p. 79-93) uit Mijn huis is nergens meer wordt nagegaan ‘welke de consequenties zijn van het verwijzen (expliciet of impliciet) naar andere literatuur voor de betekenis van de verwijzende tekst’ (p. 99) |
|
|
|
JONGSTRA, Atte
De steelse machinerie van Edgar Allan Poe, p. 53-56 |
|
|
KUYPER, Eric de
Encore! Aantekeningen bij een project, p. 37-38
Losse beschouwingen bij bewondering, invloed, traditie |
|
|
|
LEFÈVRE, Pascal
Plagiaat in de strip, p. 41-47 - Met ill. |
|
|
LERNOUT, Geert
The Last Word in Stolentelling, p. 58-66
D.M. Thomas, The White Hotel (1981) & Anatoli Kuznetsov, Babi Yar (1967) |
|
|
| |
| |
MAESENEER, Rita de
Alejo Carpentier, Plagiaat en muziek. Vert. R. de Maeseneer, p. 39-40
N.a.v. de beschuldiging van plagiaat door Heitor Villa-Lobos |
Art. in El National, Caracas, 19 maart 1953, opgenomen in Carpentiers Ese musico que Ilevo dentro, II (1980, p. 416-417) |
|
|
|
MISSINE, Lut
Letterdieverij, p. 5-10 - Met afb.
Enkele gevallen uit ‘de chronique-scandaleuse van literaire plagiatoren’ |
|
|
Kleptografie [Bibliografie], p. 109-110 |
|
|
NAAIJKENS, Ton
|
|
ROELANS, Jan
Ontmoetingen met woorden. De lectuur van ‘citaten’ in de poëzie van Paul Celan, p. 82-86 |
|
|
SCHOUTEN, Rob
Uitnodiging tot plagiaat, p. 91-93
Over zijn bewust plagiaat in het verhaal ‘Gestolen goed’ en ‘ondanks haar aanzienlijke omvang bleef de letterdieverij onopgemerkt’ (p. 9 |
|
|
|
-
voetnoot2
- De titels met * behoren tot de rubriek: Uit het lezen gegrepen, die met ** tot de rubriek: Reactie
-
voetnoot3
- Voor publikatie aangeboden aan Dietsche Warande en Belfort, maar geweigerd
-
voetnoot4
- Editoriaal. ‘Vijfentwintig jaar Yang. Vijf jaar nieuwe optiek’ door de redactie, p. 4; illustratie (omslag): Ludwig Vandevelde
-
voetnoot10
- Vooraf (p. 5) door Eddy Bettens; foto's: Gisèle Freud, prttek.: Adami: ill. (omslag): R.B. Kitaj
-
voetnoot11
- ‘Bij de vertaling van de Opdracht van de vertaler’
-
voetnoot13
- Jan Fred van Wijnen in Ter Zake i.v.m. Tom van Deels plagiaatbeschudigigng m.b.t. Jan Venema (p. 2-3); reclamefolders uit 1988 (Yang) en 1989 (DWB)(p. 130-131)
-
voetnoot14
- Omslag: Collage & foto van Tom Lanoye: Michiel Hendryckx
|