| |
| |
| |
Bzzlletin
Opgericht in 1972
Redactie:
Nrs. 163, 164: |
Daan Cartens, Phil Muysson |
Nrs. 165 - 170-171: |
Dezelfden, met Koos Hageraats |
Redactie- en administratieadres:
Stichting BZZTÔH, Stille Veerkade 7, 2512 BE Den Haag
Jg. XVIIGa naar voetnoot1, |
nr. 163: |
febr. 1989, 80 p. |
|
nr. 164: |
maart 1989, 80 p. |
|
nr. 165: |
april 1989, 80 p. = Nynke van Hichtum |
|
nr. 166-167: |
mei-juni 1989, 120 p. = Renate Dorrestein; Centraal- en Oosteuropese literatuur |
Jg. XIX, |
nr. 168Ga naar voetnoot2: |
sept. 1989, 96 p. = Cees Nooteboom |
|
nr. 169 okt. 1989, 80 p. = Theun de Vries |
|
nr. 170-171: |
nov.-dec. 1989, 120 p. = Gerard Reve |
| |
I. Poëzie
BOEKRAAD, Mardoeke
‘De man is grijzer grijs.’, XVII, 163, p. 41 |
|
|
BOSKMA, Pieter
Pauze in de wind (de nachtfilm). Uit: De Mexicaanse kust, XVII, 163, p. 42-43
‘voeten op een asfaltweg als op een fakirbed.’ |
|
|
|
CARTENS, Daan
Gedichten, XVII, 163, p. 44-45
Buitengaats: ‘Vannacht was weer de laatste dag, was’ p. 44 |
Sebastiaan, laat twintigste eeuw: ‘'t Was raak. Een hoge pijl in de lage kamer,’ p. 45 |
|
|
|
ELSHOUT, Ron
't Is laat in 't jaar, XVII, 163, p. 46-47
Close up: ‘Zozeer mens dat zijn geschonden’ p. 46 |
Infernale impressie: ‘In het koude daglicht zijn versteende’ p. 47 |
|
|
|
HOOFF, Marijke van
Uit: Uiterwaarden, XVII, 163, p. 50-51
Afstand: ‘Tegenover elkaar aan tafel.’ p. 50 |
Vertrek: ‘Nog draagt de kamer sporen van aanwezigheid’ p. 50 |
Uitzicht: ‘Wij kjken over de rivier, zien hoe een schip’ p. 51 |
|
|
| |
| |
HULZEBOS, Bram
Twee gedichtenGa naar voetnoot3, XVII, 163, p. 54
‘Achter je ogen zag ik altijd al’ |
‘Soms kon hij zo intens hopen haar ooit’ |
|
|
|
JANSMA, Esther
Gedichten, XVII, 163, p. 52-53
Bevalling: ‘Maandagmorgen. Na de pijn van de weeën’ p. 52 |
Gesloten: ‘Het verhaal in je gezicht’ p. 53 |
Begrafenis: ‘Het wit van haar kist’ p. 53 |
|
|
|
LEMS, Mariet
Gedichten, XIX, 169, p. 46-47
Onherroepelijk: ‘Buiten ligt een bed’ p. 46 |
Voortdurend: ‘Onder haar verjaarde oksels’ p. 46 |
Uitgang: ‘Al veertig jaar is zij’ p. 47 |
|
|
|
SWEDER, Enrik
Gedichten, XVII, 163, p. 48-49
Beweging: ‘Zoals de wind er is’ p. 48 |
Ruimte: ‘Het is deze omtrek en de’ p. 49 |
|
|
|
VROOMKONING, Victor
Gedichten, XVII, 166-167, p. 61
Dodenrit: ‘Moeder wekt de doden. Voorop’ |
Vijftig: ‘Ik heb een vrouw voor vrouwen’ |
|
|
| |
II. Proza
BOOMSMA, Graa
[Reisherinneringen]
Americana in hogere sferen, XVII, 163, p. 71-73 |
De zucht naar het zuiden, XVII, 164, p. 72-74 |
|
|
| |
IV. Kritische bijdragen
ALBERS, Ben
Het verbond waarvan wij allen samen deel uitmaken. Over de roman ‘Mystiek lichaam’ van Frans Kellendonk’, XVIII, 165, p. 59-68 - Met foto: Chris van Houts |
|
|
BAAL, Ingrid
De poëtische stemmen van Emily Dickinson, XVII, 163, p. 24-30 - Met ill., facs., prt.
Over haar poëzie-opvatting en haar gedichten die modern blijven |
|
|
| |
| |
BOMBET, L.C.
Drama in het kwadraat. Gilles de Rais door de eeuwen heen, XVII, 164, p. 42-50 - Met prtn.
Eind 19de eeuw, periode van de dandy, van de liefde voor het toneel en van de voorliefde voor al wat glanst (Louis Couperus' Eline Vere, Oscar Wildes Dorian Gray), verschijnt de eerste biografie van Gilles de Rais door abbé Eugène Bossard (1885) (p. 46-49); Hugo Claus' monoloog Gilles (p. 50) lokt in Vlaanderen reacties uit alsof geen Gilles de Rais traditie bestaat |
|
|
|
BROEK, Diana van den & BORMANS, Peter
De duivelsverzen [van Salman Rushdie] als moderne metamorfosen, XIX, 169, p. 48-57 - Met foto: Steye Ravicz; karikatuur: Leo Eland
Met Nawoord van de vertaalster: Marijke Emeis, p. 58 |
|
|
|
ELSHOUT, Ron
In het hoofd, op de lippen. Over de poëzie van Gerrit Kouwenaar, XVII, 163, p. 31-35 - Met foto: Hans van den Bogaard |
|
Juwelen van pijn. Notities over poëzie van Stefan Hertmans, XVII, 164, p. 32-41 - Met foto: J. Revis |
|
|
ENK, Frits
‘Je moet zoeken naar andere motieven’. Peter Coret over zijn bundel ‘Vanitas’, XVII, 163, p. 36-39 - Met foto's: Theo Jennissen
Met diens gedicht Nieuwe dood (uit: De muze vermomd, 1987), een pastiche van P.C. Boutens' De goede dood (beide gedichten, p. 40) |
|
|
|
HOF, Kees van 't
Hetzelfde en toch anders, XVII, 163, p. 59-62 - Met foto: Bert Nienhuis J. Bernlef, Geestgronden |
|
|
HOVEN, Peter van den
De ordening van een ruitjesschrift. Over ‘Zwart op wit’ van Akky van der Veer, XVII, 164, p. 64-71 - Met prt. |
|
|
KROON, Dirk
De dichter en de stad, XVII, 163, p. 18-23 - Met ill.: Johan Kuipers
Aangepaste tekst van een causerie gehouden voor het Goethe-Institut te Rotterdam op 10 nov. 1988 |
In de 20ste eeuw is de stad geen symbool meer van geborgenheid, integendeel - o.a. bij Marsman, Van Ostaijen, Slauerhoff, Nijhoff, Achterberg, Kouwenaar; veel dichters verlaten de stad, en toch is nu een tegenbeweging merkbaar, o.a. bij Martin Veltman en in zijn eigen gedicht ‘Zadkine’ |
|
|
|
NEERVOORT, Hans
‘Schrijven is tijdelijk God spelen’. In gesprek met André Brink, XVII, 164, p. 2-15 - Met foto: Chris van Houts |
|
André Brink en de Zuidafrikaanse paradox, XVII, 164, p. 16-26 |
|
|
NIEMÖLLER, Joost
‘Je kunt niet één draad vertellen’. In gesprek met Annie van den Oever, XVII, 163, p. 2-10 - Met foto's: Gerrit Serné |
|
| |
| |
‘Tegen het vergeten’. Aantekeningen bij het lezen van de nieuwe bundel van Hans Faverey, XVII, 163, p. 55-58 - Met foto: Steye Ravicz |
|
‘Sobere teksten vind ik vaak de beste’. In gesprek met Wanda Reisel, XVII, 165, p. 69-74 - Met foto Gerrit Serné |
|
‘Ik ben met tien romans tegelijk bezig’. In gesprek met Alfred Birney, XIX, 169, p. 75-80 - Met foto: Hapé Smeele
N.a.v. het verschijnen van Bewegingen van heimwee |
|
|
|
OEVER, Annie van den
Coito ergo sum. Over de literaire gewoonten van Monsieur Kundera, Mr. Roth en Mrs. Woolf, XVII, 163, p. 11-17 - Met prtn.
Tekst van een voordracht in het kader van het Bloomsbury-project van de slaa over het schrijverschap van Virginia Woolf op 25 sept. 1988 |
Na een citaat van Philip Roth en van Milan Kundera over hun personages, wordt Virgina Woolfs schrijverschap geïnterpreteerd als ‘een aanhoudend verzet tegen haar vader en tegen de 19de eeuw’ en dit op basis van de roman To the lighthouse, de lezing Mr. Bennett and Mrs. Brown en het essay Modern fiction |
|
|
|
REITSMA, Anneke
‘Alles is pas aangevangen’, XVII, 163, p. 63-70 - Met foto: Ab van der Kloot Ida Gerhardt, De adelaarsvarens |
|
|
SCHEEPMAKER, Nico & KRABBÉ, Tim
Droit de réponse, XVII
Geheugen en eigen geschriften, 163, p. 74-76/77-79 |
Voorkeur voor non-fiction/Voorkeur voor crime non-fiction zoals de Ted Bundyboeken, 164, p. 78-79/75-77 |
Poëzie in Carré-boek (1966)/Wielrennen, 165, p. 75-76/77-79 |
Gebruik van een tekstverwerker, 166-167, p. 117-119/114-116 |
|
|
|
SWART, Peter
Gerben Hellinga: ‘De terugkeer van Sid Stefan’, XIX, 169, p. 67-69 - Met ill.: Leo Eland |
|
‘Vorm en inhoud moeten samenvallen’. In gesprek met Gerben Hellinga, XIX, 169, p. 70-74 - Met foto: Fran van der Hoeven
N.a.v. het verschijnen van ‘De terugkeer van Sid Stefan’ onderscheiden met de ‘Gouden Strop 1989’ = prijs van de beste Nederlandstalige misdaadroman |
|
|
|
TODD-KOOY, Winnie
Richard Todd, Salman Rushdie's De duivelsverzen en de vernieuwing van de studie Engelse letteren. Ned. bewerking: W. Todd-Kooy, XIX, 169, p. 59-66 - Met foto: Taco Anema; karikatuur: Leo Eland |
|
|
VULLINGS, Jeroen
De tijd en de dood. Over recent prozawerk van A.F.Th. van der Heijden, Gerrit Krol en Harry Mulisch, XVII, 164, p. 51-63 - Met foto's: Theo Jennissen, Chris van Houts, Rico D'Rozario
Over de lineaire en de cyclische tijdsopvatting, de tijd en literatuur en de discussie rond M. Vasalis' gedicht De tijd uit Parken en woestijnen (1967); over hun ‘drie parabelachtige werken in kort tijdsbestek’ verschenen, respectievelijk: Het leven uit een dag (p. 54-55), Een ongenode gast (p. 56-58) en De elementen (p. 58-62) |
|
|
| |
| |
WIJMAN, Erwin
De column als literair genre, XVII, 164, p. 27-31
Ook over de kritiek op en de waardering van de column in Nederland; met tabel: auteur, krant, prijs, bundeling |
|
|
|
ZWART, Dirk
Een wanhopige brug naar de gestorven moeder. In gesprek met Leo Pleysier, XVII, 165, p. 54-58 - Met prtn.
N.a.v. Wit is altijd schoon, genomineerd voor de AKO-prijs 1989 |
|
|
| |
V. Illustratie
Geven, Fred, XVII, 163, p. 21, 66, 69; 164, p. 5, 11, 14, 17, 21, 25, 27, 28, 30, 70; 165, p. 62-65 |
| |
Bijzondere nummers/gedeelten
Nynke van Hichtum
(XVII, 165, p. 1-53) - Met afbn., facs., ill.Ga naar voetnoot4, prtn.
HOLTROP, Aukje
De pedagogische motieven en inzichten van Nienke van Hichtum, p. 38-48 |
|
|
KINGMANS, Hugo
Illustraties in het werk van Nynke van Hichtum, p. 49-53
Illustrators: o.a. Tjerk & Tjeerd Bottema, Pol Dom, Cornelis Jetses, Berhardina Midderigh-Bokhorst, Jan Wiegman |
|
|
|
RIEMERSMA, Alex M.J.
Sprookjes, door Nynke fan Hichtum in het Fries bewerkt, p. 31-37
De sprookjes van Ludwig Bechstein (1801-1860), Richard Leander (1830-1889), Jean Macé (1815-1894); tevens over haar pseudoniem (p. 31-32) |
|
|
|
SCHAAF, Wim van der
De bewerkingen van volkssprookjes door Nienke van Hichtum, p. 22-30
O.a. de sprookjes van Grimm (p. 23-26) en Russische sprookjes (p. 26-29) |
|
|
|
STEENMEIJER-WIELENGA, Tineke
‘Courage’ en ‘pose’, een portret in woorden van Nynke van Hichtum, p. 2-13
Biografie van Sjoukje M.D. Bokma de Boer, eerste vrouw van Pieter Jelles Troelstra |
|
|
|
WEG-LAVERMAN, Jant van der
Nienke van Hichtum en haar boeken-kinderen, p. 14-21
Het kindbeeld in de boeken: Afke's Tiental (1903), De jonge priiskeatser of Jelle van Sipke-Froukjes (1932), Schimmels voor de koets, of... vlooien voor de koekepan? (1936), Drie van de oude plaats (1939) |
|
|
| |
| |
| |
Renate Dorrestein
(nr. 166-167, p. 1-60) - Met afbn., ill.Ga naar voetnoot5, prtn.
DORRESTEIN, Renate
|
|
HAASSE, Hella S.
Bij de ‘gothieke vertelsels’ van Renate Dorrestein, p. 36-42
Voorafgegaan door een artikel van Robert-Henk Zuidinga: Over broeierige atmosferen, psychische onevenwichtigheden en diabolische sprookjes. De ontwikkeling van de ‘female gothic’, p. 32-35 |
|
|
|
MOOR, Wam de
‘Mijn woede richt zich op stereotiepen’. In gesprek met Renate Dorrestein, p. 3-15 |
|
|
MOURIK, Ineke van
De vergruizing van het perpetuum mobile of Renate Dorrestein in Wonderland, p. 16-31
Over de invloed van Lewis Carrolls Alice in Wonderland, dat ze las als achtjarige, en over haar feministisch wereldbeeld |
|
|
|
ZUIDINGA, Robert-Henk
Biografie [van] Renate Dorrestein, p. 2 |
|
Het Dorresteiniaans. Notities bij het taalgebruik in de columns en romans van Renate Dorrestein, p. 43-47 |
|
Bibliografie Renate Dorrestein, p. 57-60 |
|
| |
Moderne poëzie en literatuur uit Centraal en Oost-Europa
Samenst.: Fons Elders
(nr. 166-167, p. 62-113) - Met ill.Ga naar voetnoot7
Inleiding
ELDERS, Fons
Zeven fragmenten over Vrijheid en Taal, p. 63-74 |
|
| |
Kritische bijdragen
BERANOVÁ, Jana
De groteske glimlach van de geschiedenis. Over Milan Kundera en zijn werk, p. 96-105 - Met facs., prt., tek. David Levine |
|
Portret van een dichter. Over Jaroslav Seifert, p. 106-113 - Met prtn. |
|
Ga naar voetnoot6
| |
| |
ELDERS, Fons
‘Het vasthouden aan de menselijke stem, die illusie’. In gesprek met Martin Mooij [over Poetry International], p. 75-82 |
|
|
GRADOV, Kirill
Het sprookje van staatsreclame, p. 83-86
Sovjet-schrijvers en de ideologie |
|
|
|
RASCH, Gerard
‘En alleen onze dromen zijn niet vernederd’, p. 87-95
De Poolse literatuur/de traditie/de oorlogservaringen/de ideologie en het autoritair gezag |
|
|
| |
Cees Nooteboom
(nr. 168, p. 1-92) - Met prtn.
NOOTEBOOM, Cees
Basho I-IV. Cyclus uit: Het gezicht van het oog, p. 18-21
Ingeleid door Daan Cartens; Duitse vertaling door Erwin Peeters (uit: Akzente, 1988, nr. 3); Engelse vertaling door Leonard Nathan |
|
|
|
BOLL, Michel
Het oeuvre op reis. De buitenlandse reacties op het werk van Cees Nooteboom, p. 86-91
‘Beslissend voor zijn internationale “doorbraak” is het moment geweest dat hij voor Rituelen de Amerikaanse Mobil Oil Pegasus Prize voor Literature 1982 kreeg’ Met overzicht van vertaald werk per titel (p. 91) |
|
|
|
CARTENS, Daan
Een uiterste gestrengheid tot stilte. Cees Nooteboom over ‘Het gezicht van het oog’, p. 3-10
De inleiding tot het nr. (p. 2) wordt gevolgd door de samenvatting ‘onder enkele steekwoorden’ van hun gesprek |
|
|
|
GEVERS, Arie & KREGTING, Marc
De koning is dood! Leve de koning!, p. 29-40
Over het laatste verhaal De koning is dood uit De verliefde gevangene (1958; 1964) |
|
|
|
GLADDINES, Niels
Bernard Levin, Tussen droom en werkelijkheid. Vert.: N. Gladdines, p. 91-92
Iets ingekorte tekst van Levins recensie van In Nederland in de Sunday Times, 24 mei 1987 |
|
|
|
HOF, Kees van 't
‘Het breken van ogen’. Analyse van ‘I Maschi’ uit Aas (1982), p. 22-28 - Tekst, p. 22 - Met ill.: Canaletto; Pietro Longhi |
|
|
KOSSMANN, Ernestine
Postmodern avant la lettre. Over De ridder is gestorven (1963), p. 41-44 |
|
|
LAFEBER, Gaby
‘Wie niet kiest, zal in het moeras omkomen’. De existentiële problematiek in Rituelen, p. 45-58
Citaten uit de vierde druk van 1981 |
|
|
| |
| |
NIJS, Pieter de
Camera in camera. Het verlangen van de voyeur, p. 74-79
In een voor hem als Westerling ‘wezensvreemde wereld’ ‘objectiveert Nooteboom zijn waarnemeing door zichzelf tot oog, tot camera te reduceren... om des te scherper te kunnen waarnemen’ |
|
|
|
PALMEN, Connie
De schrijver als schenner. De schrijver, de filosoof, de tekst, p. 59-67
Over J. Derrida's filosofische kritiek en tekstanalyse als inleiding tot beschouwingen over In Nederland, het boek dat gaat ‘over de grenzen van de literatuur en hoe de literatuur door haar grenzen en door het schenden en overtreden daarvan juist tot literatuur wordt’ (p. 61) |
|
|
|
STEENBERGEN, Hans
Een Don Quichotte tegen het uurwerk. Nootebooms vergeefse passages naar het voorbije, p. 80-85
‘de zoektocht naar het voorbije’ is ‘het voornaamste thema van al zijn reisverhalen en van de reeks Voorbije passages in het bijzonder’ (p. 80) |
|
|
|
STEENMEIJER, Maarten
‘Een laboratorium van bewaarde tijd’. Cees Nooteboom en Spanje, p. 68-73
Over diens reisverhalen en de ontwikkeling erin |
|
|
|
WITTEVEEN, Albert
Het oog van de poëzie. Over Het gezicht van het oog, p. 11-16 |
|
| |
Theun de Vries
(169, p. 1-45) - Met prtn.
VRIES, Theun de
Saint-Georges, p. 42-45
Uit de onvoltooide roman: 1789 of De nachten van Saint-Georges |
|
|
|
KOSSMANN, E.H.
Theun de Vries en het Franse absolutisme. Over ‘Baron’, p. 28-32
Enigszins bewerkte vorm van de lofrede n.a.v. Theun de Vries' 80ste verjaardag en het verschijnen van Baron |
|
|
Theun de Vries en de geschiedenis, p. 33-36
Lofrede van de promotor bij het verlenen van het eredoctoraat in de Letteren aan de Universiteit van Groningen op 13 juni 1979 |
|
|
|
MAERE, Jaak de
34 Friese parels. Over de Wilt Tjaarda-verhalen, p. 21-26
De tegels van de haard (1941); De namen in de boom (1967); De vogels om het erf (1978) |
Met het zwerfgebied van Wilt Tjaarda in kaart gebracht door Anne Wadman, p. 27 - een fietsroute |
|
|
|
VLIET, Eddy van
Contouren van de schrijver en communist Theun de Vries, p. 12-20 |
|
| |
| |
VRIES, Sandra de
De kracht van Winnie de Poeh, p. 37-41
Herinneringen aan haar jeugd en aan de reis naar Moskou van 1953 |
|
|
|
WAARSENBURG, Hans van de
Beknopte bio-bibliografie van Theun de Vries, p. 2 |
|
‘Mijn hele werk is één grote liefdesverklaring’. In gesprek met Theun de Vries, |
p. 3-11 |
|
| |
Gerard Reve
[Samenst.Ga naar voetnoot8: Hanneke Eggels]
(nr. 170-171, 120 p.) - Met afbn., facs., ill.Ga naar voetnoot9, prtn.
BOLL, Michel
‘Mijn enige criterium is: een goeie film maken’. In gesprek met Rudolf van den Berg, regisseur van de speelfilm De Avonden, p. 5-11 |
|
|
DOLMAN, Margreet
Gerard Reve kan zelfdoding voorkomen, p. 3-4
M. Dolman, lid van de jury, over de toekenning van de eerste Mens & Gevoelensprijs |
|
|
|
HOFFMAN, Thom
Brief aan Frits van Egters (d.d. 31 dec. 1988), p. 23-26
T.g.v. de première van De Avonden schreef Thom Hoffman, die de figuur Frits van Egters vertolkte, een aantal brieven |
|
|
|
KREGTING, Marc
De wereld is een groot gekkenhuis. Over De laatste jaren van mijn grootvader, p. 52-62
Verhaal uit de eerste periode (1946-1956) |
|
|
|
MEIJER, Josine W.L.
Van oude vrienden en een veranderende wereld, p. 113-118
Herinneringen en beschouwingen, in de vorm van een brief aan Hanneke Eggels, liever dan haar verslag van twee gesprekken |
|
|
|
MEIJER, Maaike
Reve's geestelijke liederen, p. 80-90
Over ‘de polyfonie en de intertextualiteit van Reve's poëzie’ |
|
|
|
NIJHOF, Jos
Tragedie in een burgermanswoning. Over het dramatische karakter van ‘De ondergang van de familie Boslowits’, p. 35-51 |
|
|
OEVER, Annie van den
Gerard Reve en Fritzi Harmsen van Beek, p. 99-112
Over tal van punten van overeenkomst |
|
|
| |
| |
PAARDEKOOPER, Jos
Kattebellen voor de eeuwigheid. Over de brievenboeken van Gerard Reve, p. 72-79 |
|
|
PRANGER, Burcht
Over Reve, God en Bernardus van Clairvaux, p. 91-98
Bernardus en de Mariaverering en het katholicisme van Reve |
|
|
|
RAAT, G.F.H.
Over de roman en het filmscenario De avonden, p. 12-22 |
|
|
RADSTAKE, Jos
Korrespondent van Avondblad. Over de ontvangst van De avonden, p. 28-34
Podium wijdde in maart 1948 een speciaal nummer aan De avonden en het nummer kreeg de titel Avondblad |
|
|
|
STURM, Arie
Achter alles is behang. Over Winnih-de-Poeh en Gerard Reve, p. 63-71
Over overeenkomsten tussen de verhalen van A.A. Milne en het werk van Reve |
|
|
|
-
voetnoot1
- De nrs. 158-167 vormen eigenlijk de 18de jg. Er staat abusievelijk 17de. In de bibliografie behouden we 17de zoals in het tijdschrift
-
voetnoot2
- Met Register van de achttiende jaargang. Nrs. 158 t/m 167 - 1988-1989, p. 93-96
-
voetnoot3
- De auteur werd najaar 1988 in een door Trouw en het cpnb georganiseerde poëziebe-vorderingscampagne uitgeroepen tot beste zondagsdichter van Nederland
-
voetnoot7
- Foto's: Walter Bloem, Eddy Posthuma de Boer, Nico Jesse, Piet Keijser, Egbert Munchs, Simone Sassen
-
voetnoot6
- Leo Eland, p. 62, 81, 85, 90, 102, 103
|