| |
| |
| |
Raster
RedaktieGa naar voetnoot3: H.W. Bakx, J. Bernlef, C. Offermans, H. Tentije, J.F. Vogelaar
Redaktie-adres: Raster p.a. De Bezige Bij, Van Miereveldstraat 1, 1071 DW Amsterdam
Nr. 33, |
208 pp. = Satire |
Nr. 34, |
184 pp. = Julio Cortázar |
Nr. 35, |
200 pp. = Francis Bacon - Marguerite Duras |
Nr. 36, |
222 pp. = Het geheugen |
| |
I. Poëzie
DAALEN, Maria van
Zeven gedichten, 34, pp. 156-162
Onder het mes, pp. 156-159
1. | Bouwland: ‘Hij haakt de ploeg zonder bijgedachten achter de tractor,’ p. 156 |
2. | Hert: ‘Hij zet het mes erin: het is een vacht’ p. 157 |
3. | Tumor: ‘Hij nam het mes en lenigde de pijn’ p. 158 |
4. | Tekst: ‘Er is geen genezing van het gedicht;’ p. 159 |
|
Wolfskuil: ‘In de avond daal ik af’ p. 160 |
Bergtocht: ‘de onophoudelijke wind bevat vrijwel geen zuurstof’ p. 161 |
Lupus: ‘Dier dat hij is, indringer’ p. 162 |
|
|
|
MYSJKIN, Jan H.
André du Bouchet, Acht gedichten. Inl.Ga naar voetnoot4 & vert.: J.H. Mysjkin, 34, pp. 105-107; 108-119
Over de roerloze aarde (1957). Uit: Botteghe oscure, 19, pp. 108-109 |
Terreinplooien; Fonkeling; Het effenen, p. 110; 111; 112 |
Uitgeblust; Eclips; Voor de ochtend, p. 113; 114-115; 116-117 |
Over de roerloze aarde (1979). Uit: Laisses, pp. 118-119 |
|
|
|
ZEĈKOVIĆ, Lela
Ljerka Mifka, Gedichten. Vert.: L. Zeĉković, 35, pp. 160-165
‘Waar de bel terugvalt, blijft een kleine wond.’ p. 160 |
De wond, Crypte; Het gebed, Middernacht, p. 161; 162 |
De houten vloer, De binnenplaats en zijn schaduwen, p. 163 |
Vivarini en de rest, Droom niet voortdurend, p. 164 |
Geen enkele afdruk in het zwart; Epitaaf, p. 164; 165 |
|
|
| |
| |
| |
II. Proza
BAKX, Hans W.
Twee kleine studies, 34, pp. 154-155
Voor zijn tafel..., p. 154 |
Hij woonde bij..., p. 155 |
|
|
|
BERGE, H.C. ten
Het geheim van een opgewekt humeur (fragment), 34, pp. 91-104 |
|
|
BOOMSMA, Graa
William Gaddis, Carpenter's Gothic. Slotfragment. Inl.Ga naar voetnoot1 & vert.: G. Boomsma, 35, pp. 184-188; 190-197 |
|
|
HOSTE, Pol
De wederopbouw. Fragment uit: Voorstellingen van een herkomst, 35, pp. 166-183 |
|
|
ORANJE, Wilfred
Ingomar von Kieseitzky, De gehonoreerde afasie. Vert.: W. Oranje, 34, pp. 163-176
De prijs; De systeem-cassette; Pasipho of de gevolgen; Wederom het leven, pp. 163-167; 167-168; 168-175; 175-176 |
Voorstudies voor Die ungeheuerliche Ohrfeige |
|
|
|
PLOEGMAKERS, Ruud
Clarice Lispector, Verhalen. Uit: Laços de familia (1960) (Familiebanden). Inl. & vert.: R. Ploegmakers, 33, pp. 166-167; 168-194
De kleinste vrouw van de wereld, pp. 168-174 |
De misdaad van de wiskundeleraar, pp. 175-181 |
Het avondmaal; De buffel, pp. 182-186; 187-194 |
|
|
|
RUS, Martijn & RITTEN, Frans
Eugene Savitzkaya, De bezigheden van Deborah. (Uit: Le Monde, dimanche 1 juin 1980). Inl.Ga naar voetnoot2 & vert.: M. Rus & F. Ritten, 33, pp. 195-196; 197-203 |
|
|
VOGELAAR, J.F.
Meneer Taats, aangenaam, 34, pp. 121-131 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BERNLEF, J.
Ontdekkingsreizigers gevraagd. N.a.v. Raster 32, 34, pp. 177-179
N.a.v. reacties van literaire journalisten op het bijzonder nr. Poëzie en kritiek met een art. van Hans Tentije en een gesprek met poëziecritici, stipt schrijver ‘een aantal zaken aan die in een werkelijke discussie aan de orde dienen te komen’ |
|
|
| |
| |
DEDINSZKY, Erika
János Pilinszky, Gesprekken met Sheryl Sutton - een tekstcollage. Inl. & vert.: E. Dedinszky, 34, pp. 132-133; 134-154 - Met afb.
Uit diens Gesprekken met Sheryl Sutton (1977), geschreven in de vorm van een gefingeerde dialoog met de getalenteerde negeractrice, over o.a. de problemen van het moderne theater |
|
|
|
MERTENS, Anthony
Het verdwijnen aan de oppervlakte. Bij ‘panelen’ van Wim Broens, 36, pp. 190-198 - Met ill.
De houten voorwerpen, door Broens van inscripties voorzien, zijn op de stranden van Texel aangespoeld |
|
|
|
TENTIJE, Hans
Rituele beelden. Over het kijken bij Luis Buñuel en René Magritte, 36, pp. 199-220 - Met afbn., ill.
Over Buñuels eerste speelfilm Un chien Andalou (1929) (pp. 205-208) |
Hoofdzakelijk over de foto's gemaakt door Magritte tussen 1928 en 1967, opgenomen in Photographies de Magritte (1983) (pp. 208-220) |
|
|
| |
Bijzondere gedeelten
Satire
(nr. 33, pp. 7-165)
Proza
BEERS, Paul
Witold Gombrowicz, Pampelan in de luidspreker (1937). Vert.: P. Beers, pp. 115-123 |
|
|
IMKEN, Dik
Jonathan Swift, Een bescheiden aanbeveling (1729). Vert.: D. Imken, pp. 19-28
Om te voorkomen dat de kinderen van armen in Ierland een last vormen voor hun ouders of hun land, en om ervoor te zorgen dat ze de gemeenschap van nut zijn |
|
|
|
NIJMEIJER, Peter
John Barth, Verdwaald in het pretpaleis. Vert.: P. Nijmeijer, pp. 139-165 |
|
| |
Kritische bijdragen
BAKX, Hans W.
Gerhard Amanshauser, Gesprek met de Koreaanse componist Nuöc Mám. (Uit: Aufzeichnungen einer Sonde, 1979). Vert.: H.W. Bakx, pp. 134-138
Over diens ‘plecotische muziek oftewel “vleermuismuziek”... composities in het ultrasonische’ |
|
|
|
BERNLEF, J.
Het satirische oeuvre van Francis Picabia, pp. 124-128 - Met ill. pp. 128-133 |
|
| |
| |
BLOKKER, Jan
The boldest way, pp. 16-18
‘De satiricus van 1985 heeft zo zijn skepsis’. over het rendement van satire; over zijn medewerking aan De Zwijger van Johan Anthierens |
|
|
|
BOXSEL, Matthijs van
De planeet Ed, ontwerp van een satirische utopie van Robert Musil, pp. 56-84
Over ‘het in 1911 begonnen en tot aan zijn dood voortgezette... Das Land über dem Südpol... begin jaren twintig voor het eerst... Planet Ed als een andere werktitel’; ook over zijn Mann ohne Eigenschaften |
|
|
|
NOTENBOOM, Wim & VOGELAAR, J.F.
Walter Benjamin, Karl Kraus. Onmens. Vert.: W. Notenboom & J.F. Vogelaar, pp. 99-114
O.t.: Unmensch, verschenen in Frankfurter Zeitung (März 1931); vert. naar de versie in Illuminationen (1961) |
|
|
|
OFFERMANS, Cyrille
Menseneter en levenskunstenaar. Ter inleiding van Raster 33, pp. 7-15
Over de satire in de loop der eeuwen; ‘de grenzen tussen ironische en satirische teksten enerzijds en groteske en satirische teksten anderzijds vervagen’ (p. 14) |
|
|
Niemand ontkomt. Over de etsen van Goya en de grenzen van de satire, pp. 29-55 - Met ill. |
|
|
ORANJE, Wilfred
Karl Kraus, Apocalyps (Open brief aan het publiek). Vert.Ga naar voetnoot1: W. Oranje, pp. 87-97
Brief aan de lezers van zijn éénmanstijdschrift Die Fackel (13 Okt. 1908) |
|
|
| |
Julio Cortázar
(nr. 34, pp. 7-90) - Met prtn.
CORTÁZAR, Julio
Uit: La vuelta al dia en ochtneta mundos. Vert.: Barber van de Pol
De reis om de dag in tachtig werelden, pp. 9-12 |
Zomer in de heuvels, pp. 46-52 |
Over het gevoel er niet helemaal te zijn, pp. 60-67 |
|
|
|
CORTAZAR, Julio & DUNLOP, Carol
De autonauten van de kosmossnelweg (Los autonautos de la Cosmopista. Via je attemporel Paris-Marsella). (Fragment). Vert.: Barber van de Pol, pp. 87-90 - Met foto's |
|
|
BERNLEF, J.
Julio Cortázar: de eeuwige speler, pp. 7-8 |
|
Prandolé tegen de leegte. Julio Cortázar en de speelregels van de jazz, pp. 75-85
Over ‘Cortazar's open manier van schrijven en de methode van het improviseren in de jazz’ (p. 77) |
|
|
| |
| |
OFFERMANS, Cyrille
De daad voor het woord. Over ‘62-bouwdoos’ van Julio Cortázar, pp. 53-59 |
|
|
POL, Barber van de
Het geometrisch dwangspel van Julio Cortázar, pp. 68-74
Met herinneringen aan zijn ontmoetingen met Cortázar |
|
|
|
ZUYLEN, Erik van
Julio Cortázar en de rol van het toeval. Aantekeningen bij een documentaire film, pp. 13-16
Gevolgd (pp. 17-45) door ‘Op bezoek bij Julio Cortázar’. Scenario van Erik van Zuylen voor zijn film uit 1978 |
|
|
| |
Francis Bacon - Marguerite Duras
(nr. 35, pp. 6-159) - Met prtn.
Redactie: J.F. Vogelaar
BACON, Francis
Illustratie, pp. 116-119, 130-131, 146 |
|
|
DURAS, Marguerite
Gesprek met Francis Bacon. Vert.: J.F. Vogelaar, pp. 120-124
O.t.: Entretien avec Francis Bacon. Verschenen in La Quinzaine littéraire (nov. 1971); herdrukt in Outside. Papiers d'un jour (1981, pp. 265-270) |
|
|
|
BERNLEF, J.
De herinnering te snel af. Bij de schilderijen van Francis Bacon, pp. 125-129 |
|
|
LOO, Everdien van der
Michel Leiris, Wat de schilderijen van Francis Bacon mij hebben gedaan. Vert.: E. van der Loo, pp. 151-159 |
|
|
VOGELAAR, J.F.
Oog in oog. Op een overzichtstentoonstelling van Francis Bacon, pp. 132-145
Bewerking van een verslag voor De Groene Amsterdammer (24 juli 1985) |
|
|
David Sylvester, In gesprek met Francis Bacon (maart 1982). Vert.: J.F. Vogelaar, pp. 147-150
Uit Catalogus Bacon-tentoonstelling, Paris, 1966; herdrukt in Au verso des images (1980) |
|
|
|
* * * |
|
DURAS, Marguerite
De deportatie overleefd. Vert.: Everdien van der Loo, pp. 7-11
O.t.: Pas mort en déportation. Uit: Sorcières (1976); herdrukt in Outside. Papiers d'un jour (1981, pp. 288-292) |
|
|
Aurélia Steiner I, II. Vert.Ga naar voetnoot1: Jeanne Holierhoek, pp. 14-23; 24-36
Teksten door Duras uitgesproken bij haar films Aurélia Steiner, dit Aurélia Melbourne en Aurélia Steiner, dit Aurélia Vancouver uit 1979 |
|
|
| |
| |
De zittende man in de gang. Inl. & vert.: Tenny Frank, pp. 56-57; 58-66
O.t.: L'Homme assis dans le couloir. Fragment uit Le Vice-consul de France à Calcutta, in 1966 verschenen als Le Vice-consul |
|
|
Over film. Vert.: Annette Apon, pp. 73-82
O.a. over boek en film (tekst in New Statesman, jan. 1973) |
|
|
|
BEERS, Paul
Gisela von Wysocki, Anonimiteit als eigenschap. Vert.: P. Beers, pp. 100-109
Over Duras' romans en films |
|
|
|
BUNTINX, Jeanne & CLASSENS, Annie & VINCENOT, Agnès
Maurice Blanchot, De ziekte van de dood. Uit: La communauté inavouable (1983). Vert.: J. Buntinx, A. Classens & A. Vincenot, pp. 67-72
Over Duras’ La maladie de la mort (1982) |
|
|
|
HERTMANS, Stefan
Een schuldige op zoek naar zijn naam. Over enkele films van Marguerite Duras, pp. 82-99
Hoofdzakelijk over India Song, La femme du Gange, Son nom de Venise, Le camion |
|
|
|
VINK, Annechien
De onstilbare stem van Duras, pp. 37-56
Over Duras' romans en films |
|
|
| |
BERNLEF, J.
Montage en geheugen. Een gesprek met Johan van der Keuken, pp. 48-57
‘over wat samenvattend “herinnering en film” genoemd kan worden... n.a.v. een van zijn films, De Beeldenstorm uit 1982, over en rond het Melkwegcentrum in Amsterdam’ (p. 48) |
|
|
Twee heren zonder verleden. Over Stan Laurel en Oliver Hardy, pp. 82-86
‘het essentiële kenmerk van de twee is het ontbreken van ieder denkvermogen... omdat zij zich niets kunnen herinneren’ (p. 82) |
|
|
|
BUUREN, Maarten van
De verloren tijd. Proust en het geheugen, pp. 58-68
‘Diens werk is de reconstructie van een verloren gewaand verleden, maar ook,... een beschouwing over het geheugen zelf’ (p. 59); ‘hij erkent alleen de analogie als principe van het geheugen’ (p. 60); hoe dat komt en of andere factoren een rol spelen wordt nagegaan aan de hand van Een liefde van Swann [o.t. Un amour de Swann, uit Du côté de chez Swann uit A la recherce du temps perdu] |
|
|
|
DRAAISMA, Douwe
De mechanica van het geheugen. [Openingsartikel], pp. 8-23
Verschillende theorieën over het geheugen, van de eerste mechanische uurwerken der 14de eeuw, via Descartes' ‘bête machine’ tot D.C. Dennett en het computerprogramma |
|
|
| |
| |
FRIJHOFF, Willem
De pest van Barcelona of De werking van het collectief geheugen, pp. 122-131
‘Het historisch geheugen heeft steunpunten nodig die een symboolwaarde bezitten’ (p. 131); ‘Nederland is een van de landen waar zulke steunpunten relatief schaars zijn’ (p. 129) |
|
|
|
LEIJDESDORFF, Selma
Nostalgie als droom en werkelijkheid: mondelinge geschiedenis en de overlevering van het amsterdamse joodse proletariaat. Een voorbeeld van oral history bij het onderzoek naar het amsterdamse joodse proletariaat, pp. 154-173
Beschouwingen bij haar contacten met Amsterdame joden en bij hun verhalen ‘substituutherinneringen van gelukkige momenten in de kindertijd’ (p. 169) en nostalgie, in de hand gewerkt door gebrek aan opvang bij hun terugkeer na de oorlog |
|
|
|
MEIJER, Peter de
De moderne historicus als literair verteller, pp. 174-189
De moderne geschiedschrijving als literaire vertelkunst van een historicus-verteller die ‘bij uitstek een vertegenwoordiger van het auctoriële type is’ (p. 179) en over de relatie tussen diens manier van vertellen en die van ‘de door hem opgevoerde historische personages en instanties’ (p. 178) |
|
|
|
MICHIELS, Ivo
Ik herinner mij meer dan ik mij herinner, pp. 87-101
Schrijver typeert zich als iemand met een ‘in gebreke blijvend geheugen’ (p. 87), en behandelt dan ‘zeven trappen van geheugenwerking bij het autobiografisch schrijven’ (pp. 89-101) |
|
|
|
NOTENBOOM, Wim
Roland Barthes, Overwegingen (1979). Vert.: W. Notenboom, pp. 106-121
‘een diagnose van de dagboekziekte’ |
|
|
|
ORANJE, Wilfred
Sigmund Freud, Notitie over het ‘toverblok’ (1925), Vert.: W. Oranje, pp. 24-28
Beschrijving van een klein apparaat waarvan ‘de constructie een opmerkelijke overeenkomst vertoont met de door mij veronderstelde bouw van ons waarnemingsapparaat’ (p. 25) |
|
|
|
POL, Barber van de
Julio Cortázar, Over de manier om van Athene naar Kaap Soenion te gaan. Vert.: B. van de Pol, pp. 102-105
‘Het geheugen speelt met zijn inhoud een duister spel’ (p. 102): zelfs na 10 jaar blijft ‘de reis van Athene naar Kaap Soenion... het plein van Carlos en de bus van Carlos, [mijn vriend], die werden uitgevonden op een avond in Parijs terwijl hij me aanraadde bijtijds te zijn om een zitplaats (in de gammele autobus) te kunnen vinden’ (p. 105) levendig |
|
|
|
SCHIPPERS, K.
Beroepsgeheim. [Verhaal], pp. 29-36 |
|
|
SCHÖNBERG, Elmer
Het ene oor in. [Geheugen en muziek], pp. 69-81 |
|
| |
| |
SYRIER, Paul
Alessandro Portelli, De bijzondere eigenschappen van oral history. Vert.: P. Syrier, pp. 132-151
Karakterisering van de mondelinge bronnen; het interview en de geschiedschrijver; rol van de historicus en de informant en de klasse waartoe hij behoort |
|
|
|
WISPELAERE, Paul de
Het pleintje in St.-Benoit, pp. 37-47
Reisverhaal-essay. ‘Onze herinneringen zijn verhalen, en vertelde herinneringen zijn verhalen van verhalen: verhalen in de tweede macht, die door de toehoorders of de lezers opgenomen worden in hun eigen herinneringen om zich daar om te zetten in weer nieuwe verhalen’ (p. 37) |
|
|
|
-
voetnoot1
- Met gegevens over de medewerkers achterin elke aflevering
-
voetnoot2
- Slechts twee nrs. met vermelding van maand van verschijnen: nr. 34: oktober & nr. 35 december; nr. 36 verscheen in 1986 maar draagt de datum 1985
-
voetnoot3
- Eindredactie nr. 33: Cyrille Offermans; nr. 34: J. Bernlef; nr. 35: J.F. Vogelaar; nr. 36: H.W. Bakx & J. Bernlef
-
voetnoot4
- ‘Verblindend onzichtbare dag. Over André du Bouchet’
-
voetnoot1
- ‘Kommunikatie of entropie. Over [J.R. en over] Carpenter's Gothic van William Gaddis’
-
voetnoot2
- ‘Over Eugène Savitzkaya en zijn werk’ door M. Rus
-
voetnoot1
- Met een inl. ‘Over Kraus’ door C. Offermans, pp. 85-86
-
voetnoot1
- Inl. ‘Over Aurélia Steiner’, door Annechien Vink, pp. 12-13
-
voetnoot1
- Met inleiding: ‘Bij Raster 36’, p. 7
|