Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1982

[p. 348]

Van Overheidswege

Rotterdams Literair
Opgericht in 1982

Redactie: Ben Ros, Hans van den Bos, Peter Borgman, Syp Fiets

Redactie-adres: Hans van den Bos, 1^e Middellandstraat 23a, 3014 BB Rotterdam

Jg. I, nr. 1^*: zomer 1982, 48 pp.

* Met gegevens over de medewerkers achterin

Artikel van de redactie

Van redactiewege, p. 2 ‘Het eerste nummer is geheel gewijd aan auteurs woonachtig in Rotterdam of directe omgeving. In de toekomst hopen wij ons met name op een breder, zeg West-Nederlands publiek te richten en hiervoor ook onze bijdragen te selecteren’

I. Poëzie

BERANOVA, Jana [Gedichten], pp. 44-46 Stem I. Voorbij de dood^1: ‘Je viel uit de hemel’ p. 44 Stem II. Het gesprek^2: ‘Zo stil ben je nooit geweest’ p. 45 Crematie: ‘Nu alle emoties zijn opgebrand’ p. 46

BOONSTRA, Rommert Elf kwatrijnen, pp. 19-22 ‘De tuin heeft groene vleugels uitgespreid’ p. 19 ‘De mist werd langzaam opgetild’ p. 19 ‘De wegen zijn verslingerd aan het heuvelachtig land’ p. 20 ‘Vlees en bloed werd langzaam’ p. 20 ‘Het lamplicht is te hoop gelopen’ p. 20 ‘Het kopje heeft me bij de hand genomen’ p. 21 ‘Een wandeling als schepnet. ik verzamel’ p. 21 ‘Miljoenen jaren al liggen de bergen rongestrooid’ p. 21 ‘Nu ben ik hier, dan ben ik daar’ p. 22 ‘Elke gedachte is overdacht’ p. 22 ‘De beelden smolten voor zijn ogen’ p. 22

HOEFNAGELS, Peter Ik heb gezegd, pp. 40-41 ‘Het zou, mijnheer, een misverstand kunnen zijn’

KNEEPKENS, Manuel [Gedichten], pp. 28-34 Rotterdämmerung: ‘Traag’ p. 28 Voorschoterlaan: ‘In zulke huizen rochelt de grote eenzame’ p. 39

1 (voor moeder)

2 (voor vader)

[p. 349]

Winter voor Maoïsten: ‘Een karper bevroren in hun koppen’ p. 30 Trojaan: ‘Achter school’ p. 31 In Kralingen: ‘Oktober’ p. 32 Tuinman: ‘Nauwelijks vuile handen van het opbinden’ p. 33 30 april: ‘Vandaag zijn woorden onvoldoende schild’ p. 34

KNIBBE, Hester Codes, p. 10 ‘koortsachtig zoekend naar verbindingslijnen’ Uit: Tussen gebaren en woorden, pp. 11-13 ‘Deze woorden werpen’ p. 11 ‘We verbergen ons’ p. 12 ‘Wanneer ik de lokroep van vogels’ p. 13

OUDENAARDEN, Jan [Gedichten], pp. 3-5 's Ochtends: ‘Op een koude zaterdagmorgen’ p. 3 Een avondje uit^1: ‘Het was toch gezellig met z'n viertjes’ p. 4 In Italië: ‘In Genua’ p. 5

UIL, Bram Rechtslinks, pp. 24-25 ‘De traditionele denker(s) moeten’ p. 24 ‘Stel, ik ben de naieveling’ p. 24

1 Voor Francien

II. Proza

KNEGT, B.J. Het eendenest, pp. 35-39

KOONINGS, J.F. Fighter Bill, pp. 6-9

IV. Kritische bijdragen

GRAUW, Jan M. de Een slang spiegelt zich in een poel die door zijn eigen staart wordt gevormd, pp. 15-18 - Met ill. Over de kunstenaar Theo van der Poel

KERSTEN, Pieter Port of Rotterdam, pp. 42-43 - Met foto's