| |
| |
| |
De Gids
Opgericht in 1837
Redactie: |
|
|
Nrs. 1, 2: |
G. van Benthem van den Bergh, A.L. Constandse, A. de Froe, Rudolf Geel, S.R. de Groot, Gerrit Kouwenaar, Harry Mulisch, A. de Swaan |
|
Nrs. 3-4 - 9-10: |
G. van Benthem van den Bergh, H.J.A. Hofland, Harry Mulisch, A. de Swaan |
Redactiesecretarissen:
Nrs. 1, 2: G. van Benthem van den Bergh, Rudolf Geel
Nrs. 3-4 - 9-10: G. van Benthem van den Bergh
Redactieadres: De Gids p.a. Meulenhoff Nederland bv, t.a.v.T. Hermans, postbus 100, 1000 AC Amsterdam
Jg. CXLV, 10 nummersGa naar voetnoot1, 690 pp.
Nr. 1 = Amsterdam en de wereld van 1632
| |
I. Poëzie
BEURSKENS, Huub
Vier gedichten, 7, pp. 480-483
‘een hoogbejaarde dame op een terras’ p. 480 |
‘toen ik mijn armen toen ik rechtop zat’ p. 481 |
‘de tilkraan en wat daaraan om’ p. 482 |
‘hoe kan men over een sloot’ p. 483 |
|
|
|
BOS, Jacobus
Buiten bereik, 8, pp. 539-542
Mi lanct na di, gheselle mijn: ‘Ook ik verlang naar je zo’ p. 539 |
Du coors die doot, du liets mi tleven: ‘Voor de achterblijver is het’ p. 540 |
Dat was gheselscap goed ende fijn: ‘Hij voert zijn kraai wroeging’ p. 541 |
Het sceen teen moeste ghestorven sijn: ‘Zo wakend tussen laatste maal’ p. 542 |
|
|
|
ELBURG, Jan G.
Zijnzoon kleinzoon, 3-4, pp. 174-176
‘vlerk van de mond geblazen’ p. 174 |
‘winst? schatten vergaard? je eigen’ p. 175 |
‘gooi dat geschrift weg paps’ p. 175 |
|
|
Op het plein voor Terminus, 3-4, pp. 177-179
‘als als’ p. 177 |
‘door media. in het midden van je nietzijn boe’ p. 178 |
‘schop na trap schuift de dwerg uit’ p. 179 |
|
|
| |
| |
FRANSSENS, Jean-Paul
Drie gedichten, 9-10, pp. 611-616
Oefening voor de zondagmorgen: ‘In deze oefening moet ik gaan’ pp. 611-613 |
Bij de laatste foto van Rimbaud: 1883 in Abessinië: ‘Kijk hij is dood’ p. 614 |
Oefening voor de nacht: ‘Laat mij deze oefening zacht uitspreken’ pp. 615-616 |
|
|
|
HEY, Ron
Koninginnedag 30 april 1982, 9-10, pp. 635-636
‘Tussen de bedrijven door - een viswijf’ |
|
|
|
HUISMAN, Michel
Alpha-prophet, 6, p. 400
‘Ik zag Vincent van Gogh in de witte zaal van het Stuyvenberg’ |
|
|
|
KNEEPKENS, Manuel
Vier gedichten, 5, pp. 326-329
P.C. Hooftstraat: ‘Barricaden’ p. 326 |
Happy birthday (36): ‘Opgehangen’ p. 327 |
Landschap voor poilus: ‘Landschap’ p. 328 |
Toast op de jaren tachtig: ‘Buik &’ p. 329 |
|
|
|
KRUITHOF, Jacques
Lied zonder wachterGa naar voetnoot1, 6, pp. 374-377
1. | ‘straks- / zijn ster rijst nu’ p. 374 |
2. | ‘straks- / voegt tichel zich voet’ p. 375 |
3. | ‘straks- / lig je voor de hand’ p. 376 |
4. | ‘straks- / ruikt je nest naar vers brood’ p. 377 |
|
|
|
NEETENS, Wim
Vier gedichten, 9-10, pp. 648-651
Noordzee met narcissus en blauwe vlieger: ‘Dit late metalen licht waaraan de zee’ p. 648 |
Een vormelijk gevoel: ‘Je pakte me niets af maar liet iets half’ p. 649 |
Pistool: ‘Ik had je niet herkend.’ p. 650 |
Performance: ‘Ik zal een Afrikaan zijn en mijn hart’ p. 651 |
|
|
|
PRINS, Sonja
Twee gedichten, 6, pp. 419-420
Het er onder houden van de nieuwe generatie: ‘het is natuurlijk een kwestie’ p. 419 |
Het woord hart in je keel: ‘je hoeft alleenmaar in een liedje’ p. 420 |
|
|
|
STEEG, M.K. van der
Vier gedichten, 5, pp. 281-284
Vannacht: ‘Vannacht was ik bij doden op bezoek’ p. 281 |
Buiten gebruik: ‘In de hal van het station’ p. 282 |
Satie: ‘In de ochtend’ p. 283 |
De bevrijding: ‘We klommen van de daken en vouwden de lakens op’ p. 284 |
|
|
| |
| |
VEENBOER, Nel
Te geborgen stad, 6, p. 391
‘hoe Jung en Wilhelm zo synchroon’ |
|
|
|
VLIET, Eddy van
Vijf gedichten, 2, pp. 116-120
‘Ik wil alleen maar zeggen dat ik het niet weet.’ p. 116 |
‘Eigendom was diefstal in de dagen’ p. 117 |
‘Hier ben ik dan in dit land van de Thebanen’ p. 118 |
‘Dat hij ook nog dood kon gaan, was eigenlijk niet te geloven.’ p. 119 |
‘Niet dat wij de kar niet in brand staken.’ p. 120 |
|
|
| |
II. Proza
BIESHEUVEL, J.M.A.
De goudvis, 2, pp. 102-106 |
|
|
DEBROT, Cola
De brief aan de president (nagelaten fragment), 9-10, pp. 577-610 |
|
|
DELFT, Bart van
|
|
HENNEMAN, Jeroen
Nooit geschilderde kamers en terrassen, 6, pp. 353-358 - Met ill. van Jeroen Henneman |
|
|
LANTINK, Berend
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Beschrijving van een onbestaand landschap, 6, pp. 392-399 |
|
| |
BAAL, J. van
De ethiek van de ontwikkelingssamenwerking, 7, pp. 433-443
Het dilemma zo voor staten en voor organisaties als voor de ontwikkelingswerker te velde is: ‘Met onze technische en economische hulp, aan staten verleend, steunen wij herhaaldelijk regimes waarvan het optreden tegenover eigen mensen onze verontwaardiging wekt’ (p. 442) |
|
|
|
BENTHEM VAN DEN BERGH, G. van
|
|
BOERSMA, Jan W.
Notities van een werkeloze filosoof, 7, pp. 484-493
Over de invloed van werkloosheid op levenswijze en gedragspatroon; beschouwingen over het bestaansrecht van de filosofie en van de filosoof |
|
|
| |
| |
CASPARIE, Paul
Alice James *, 9-10, pp. 677, 679, 681, 683, 685, 687
Over de familie James, met een schets van het leven van Alice James (1848-1892), die gedurende de laatste jaren van haar leven te Londen een dagboek bijhield met commentaar op de politieke ontwikkelingen; zij was de zus van de psycholoog William James en van de romanschrijver Henry James |
|
|
|
CONSTANDSE, Anton
Een eeuw seksuele hervorming, 3-4, pp. 180-186
N.a.v. de herdenking van de oprichting van de Nieuw-Malthusiaanse Bond in Nederland op 2 november 1881 |
|
|
|
DEKKER, R.M.
De ‘moral economy’ van de kraakbeweging *, pp. 130-134
Bewerking van een voordracht op het symposium ‘Geweld en democratie’ van de Erasmusuniversiteit te Rotterdam op 29 april 1981 |
Vergelijking tussen de huidige krakersoproeren en andere perioden van collectief geweld |
|
|
|
DURLACHER, G.L.
Strepen aan de hemel, 9-10, pp. 617-625
Walter Laqueur, Het gruwelijke geheim. De waarheid over Hitler's ‘Endlösung’ verdrongen |
Martin Gilbert, Auschwitz and the Allies? How the Allies responded in the news of Hitler's final solution |
|
|
|
EMMERIJ, Louis
Het neo-realisme in de economie, 2, pp. 107-115
‘Het neo-realisme in de economie kenmerkt zich door op drie beleidsterreinen de nadruk te leggen. In de eerste plaats wordt aandacht geschonken aan economische en technologische herstructurering; ten tweede aan belastingmaatregelen; en in de derde plaats aan het stroomlijnen van de verzorgingsstaat’ (p. 108) |
|
|
|
ERKELENS, Herbert van
Religieuze motieven in de natuurkunde, 9-10, pp. 626-634
Over ‘de religieuze factor in de natuurkunde en op welke wijze een breuk is ontstaan tussen de christelijke religie enerzijds en de natuurwetenschap anderzijds’ |
|
|
|
EVENHUIS, J.R.
Seksuele ‘revolutie’, ondeugdzame democratie en historische amnesie, 2, pp. 121-129
Over de ‘erotica’ in de nationale bibliotheken, o.a. in het British Museum en de Bibliothèque Nationale in Parijs, en de ‘enfers’ waarin ze bewaard worden |
|
|
Bernard de Mandeville (1670-1733), de sociaal-machiavellist uit Rotterdam, 3-4, pp. 187-197
Over diens betekenis en belangrijkste ideologisch geschrift The fable of the bees (1714) dat ‘in heel Europa een sensatie [verwekte] om de provocerende wijze waarop daarin een nieuwe wereldlijke sociale moraal werd verkondigd’ (p. 187) |
|
|
[Oei jury]Ga naar voetnoot1, 3-4, pp. 268-269
Reactie op het juryrapport van E. Braches i.v.m. Is De Gids het oudste tijdschrift ter wereld? Prijsvraag voor Gids-lezers (1981, CXLIV, 1, pp. 589-590) |
Met antwoord van E. Braches, p. 269, 271 |
|
|
| |
| |
Persvrijheid tussen Pietro Aretino en de moderne retortjournalist: de ideologische aanpassing van een ambigu begrip, 6, pp. 378-390
Toelichting van de opvatting van Joseph Schumpeter over het ontstaan van een vrije pers - waarvan tussen Aretino en Voltaire niet veel te merken was - tgo. de gangbare verklaring vanuit ‘een in Europa triomferende “tolerantie” waaraan dan Nederland in het bijzonder zijn deel zou hebben bijgedragen’; kritisch onderzoek van deze zgn. tolerantie in Nederland; over Jacob Campo Weyerman; over François Bruys en zijn Nederlandse ervaringen |
|
|
|
FRANKE, Herman
De zotheid van een lof der schuld, 8, pp. 561-567; 569
Reactie op Derek L. Phillips, De lof van de schuld: moraliteit en schuld in de moderne tijd (3-4, pp. 145-162; zie sub: Veer, Rob van der); met antwoord van Derek L. Phillips: Franke en het vulgair sociologisch determinisme, p. 569, 571 |
|
|
|
FRENKEL, F.E.
Strafrechtspleging en regendansen, 3-4, pp. 206-216
‘Excursie door de strafrechts-geschiedenis’ met een uitweiding over misdaad en straf |
|
|
|
GOETTSCH, Rien
De eerste columnist (Hendrik Doedijns [1697-1700] en de Haagse Mercurius [1697-1699], 6, pp. 359-373 - Met facs. |
|
|
GOUDSBLOM, J.
Over het onderzoek van civilisatieprocessen, 2, pp. 69-78
Tekst van een inleiding gehouden ter opening van de conferentie georganiseerd door de werkgroep Figuratiesociologie van de Nederlandse Sociologische en Anthropologische Vereniging over ‘Civilisatieprocessen en civilisatietheorieën’, Amsterdam 17-18 dec. 1981 |
|
|
|
GOUDSMIT, J.
De Steele saga: Lamarck is niet dood, hij leeft *, 2, pp. 134-135, 137, 139 Over Edward Steeles theorieën i.v.m. de evolutieleer van o.a. Charles Darwin en Jean Baptiste Lamarck |
|
|
GROOT, S.R. de
Nationaal-socialisme en wetenschap *, 5, pp. 336-339
Herbert Mehrtens & Steffen Richter (Red.), Naturwissenschaft, Technik und NS-Ideologie. Beitrage zur Wissenschaftsgeschichte des Dritten Reiches |
|
|
|
HENRICHS, Hendrik
Johan Brouwer en de Spaanse Burgeroorlog, 1931-1939. Een Nederlander in het Spaanse labyrint, 2, pp. 79-101 |
|
|
HOFLAND, H.J.A.
Een late erfenis van Stalin, 5, pp. 277-280
Over de omschrijving van ‘fellow traveler’ in het woordenboek van Webster en van ‘meeloper’ in Nederlandse woordenboeken; over het meeloperschap met het Moskou van Stalin en het verdwijnen van het meeloperschap binnen een paar jaar na zijn dood |
|
|
|
HOLTHOON, F.L. van
Over de zin van een klassieke opvoeding, 9-10, pp. 637-647
Over de klassieke opvoeding aan de gymnasia van de 19de eeuw in Duitsland en de public schools in Engeland; over de theorie van de Engelse onderwijshervormer
|
|
|
| |
| |
Thomas Arnold m.b.t. ‘liberal education’; maar ‘de klassieke letteren zijn voor het gros van de intellectuelen geen levende werkelijkheid meer’ (p. 647) |
|
|
|
KAMPEN, N.G. van
De bekentenissen des hoogleraars SarisGa naar voetnoot1, 5, pp. 340-341
Reactie op F.W. Saris, Dagboek van een fysicus (CXLIV, 1981, 7, pp. 429-436). |
Met een antwoord van F.W. Saris: Grandeur en misère van de natuurwetenschap, pp. 341-343 |
Met een reactie van J. Oberski: Saris en Van Kampen: omtrent motieven, p. 343, 345, 347 |
Met een nieuwe reactie op Saris van Van Kampen: Ter zake, 7, p. 499 en een antwoord van F.W. Saris: In zake de profwedstrijd, p. 499, 501, 503 |
Over wetenschapsbeoefening en maatschappelijke problemen, de ‘puur wetenschappelijke wetenschapsbeoefening’ (Van Kampen) en ‘degeneratieverschijnselen’ (Saris) |
|
|
|
KEIJSER, A.M.J. de
Over onzichtbare opvoeding in het onderwijs, 3-4, pp. 217-234
Over protesten tegen de versnelde afstandsvergroting tussen jongeren en ouderen van o.a.A.S. Neill en Maria Montessori, geestelijke erfgenamen van J.J. Rousseau (al bleef de invloed van zijn Emile, behalve in Duitsland, beperkt); beeld van progressief onderwijs (in Nederland), waar de leerkracht ‘een meer totale en meer onzichtbare surveillance op het kind’ uitoefent (p. 226), met beschouwingen pro en contra |
|
|
|
KEIZER-ZILVERSMIDT, Beate
Lion Feuchtwanger - schrijven als daad *, 6, pp. 421-423, 425, 427
‘Door zijn inzichten voor een breed publiek toegankelijk te maken via de romanvorm die hij zozeer beheerst, zet hij zijn politieke overtuiging in daden om’ (p. 425) |
|
|
|
KUSTERS, Wiel
Aantekeningen over Leopold, 8, pp. 526-538
Over ‘Om mijn oud woonhuis peppels staan’, de Christus-verzen, Kerstliedje, waarbij gewezen wordt op mogelijke raakpunten met Charlotte Brontës Wuthering Heights |
|
|
De geheimen van wikke en dille *, 9-10, pp. 659-663
Over de drie gedichten die in Gerrit Kouwenaars' Gedichten 1948-1978 de reeks ‘Achtergelaten landschap’ vormen, met verwijzing naar andere gedichten waarin wikke of dille voorkomen, nl. van Jan Hanlo, Habakuk II de Balker, Hans Tentije |
|
|
|
LAMMERS, Han
De crisis van de begeleidingsstaat *, 8, pp. 543-546
Het gaat niet zozeer om ‘de crisis van de verzorgingsstaat’ maar om ‘een crisis van de “begeleidingsstaat”. Begeleiding dan opgevat als het continue proces van bemoeienis van “een ieder” met het bestuur van de samenleving’ (p. 544) |
|
|
Aan het werk *, 9-10, pp. 658-659
Over de nieuwe regering in Nederland |
|
|
|
LANGE, Herman de
Conventionele verdediging of afschrikking? *, 8, pp. 555-559
Over het kernwapenbeleid van de NAVO |
|
|
| |
| |
LEHMANN, L.Th.
Onvoltooid spionageverhaal, 8, pp. 521-525 - Met afbn.
Over de Noor Cort Sivertsen (o 1622), alias Cort Adeler, en het bouwen van een galei in Nederland voor de Deense vloot |
|
|
|
LINDEMAN, Ruud
Het Amsterdame Bos en de crisis van de jaren dertig, 3-4, pp. 244-255
Over ‘het zogeheten “Bosplan” en de manier waarop de gemeente Amsterdam dit luxueuze project in een tijd van crisis aanpakte’ |
|
|
|
MAAREN, Nelleke van
Gunther S. Stent, Leven uit de ruimte. Vert.: N. van Maaren, 5, pp. 305-311
Francis Cricks theorie over het ontstaan van en het overbrengen van het leven naar onze aarde door buitenaardse denkende wezens (Extra-terrestrial Intelligence/ETI) in zijn Life itself: its origin and nature |
|
|
|
MOODY, Pauline
A.B. Lapian, De VOC in de contemporaine Indonesische literatuur. Vert.: P. Moody, 3-4, pp. 163-173
Over de activiteit van de Nederlandse zogeheten Voorcompagnieën, de VOC, in Bali tijdens de koloniale periode, op grond van plaatselijke bronnen |
|
|
|
MULISCH, Harry
[Over de wijziging in de redactie], 3-4, p. 144 |
|
|
OTTERSPEER, Willem
De droom van de liefde. Marguerite Yourcenar als alchemiste, 3-4, pp. 198-205
Over het thema ‘liefde’ in haar werk |
|
|
|
POPKEN, Jan
Het stenen sterfbed; over het gestotter rond stervenden in onze tijd, 6, pp. 401-418
Samenvatting van Intiem, een cultuursociologische studie in voorbereiding; over stervensbegeleiding |
|
|
|
QUERIDO, A.
Een onbekend werk van Joost Mendes *, 5, pp. 330-336
Naast het vergeten werk Het geslacht der Santeljano's (1908-1929) is er Matthijs, dat in hs. berust in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam sinds 1972; beide werken onder de naam Joost Mendes, pseudoniem van Emanuel Querido (†1943) |
|
|
|
QUERIDO, J.D.
Terug bij Ter Braak, 8, pp. 509-519
Over zijn kennismaking met het werk van Ter Braak en beschouwingen als leek bij ‘de forumdiscussies, die in de voorzomer van dit jaar, in het kader van de manifestatie Berlijn-Amsterdam '20-'40 aan de grote essayist werden gewijd, door specialisten als o.a.G. van Benthem van den Bergh, A.L. Constandse, Arthur Lehning, F. de Jong Edz., Jan Rogier |
|
|
| |
| |
RIP, Arie
De gans met de gouden eieren en andere maatschappelijke legitimaties van de moderne wetenschap, 5, pp. 285-297
Met een overzichtelijke tabel ‘Visies op en legitimaties van de moderne wetenschap’ (p. 293) zoals blijkt uit ‘de sociale geschiedenis van de wetenschap van de laatste honderdvijftig jaar’, met combinatiemogelijkheden m.b.t. ‘de relatie tussen wetenschap en maatschappij’ in onze tijd |
|
|
|
ROS, Martin
Berlijn-Amsterdam *, 9-10, pp. 670-677
N.a.v. bijdragen over de manifestatie Berlijn-Amsterdam 1920-1940, over de betekenis van het jaar 1932, ook te merken in leven en werk van Ernst Jünger en van Klaus Mann; over de houding van Nederland in die periode, met een bondige kritiek (p. 677) op het artikel van Beate Keizer-Zilversmidt over Feuchtwanger (6, pp. 421-427) |
|
|
|
SCHOLTEN, Ilja
Verzuiling en bezuiniging. Ongelijke kansen op arbeid in de zero-sum hordenloop, 7, pp. 465-479
Tegelijkertijd met ‘deconfessionalisering en ontzuiling... is door allerlei veranderingen en verschuivingen in maatschappij en economie het deel van het overheidsbudget dat besteed wordt aan verzuilde instellingen gigantisch toegenomen’ (p. 468) zodat ‘het aantal extra kansen dat christelijke sollicitanten verkrijgen precies gelijk is aan de afname van kansen voor niet-christenen. Dit is de ‘zero-sum problematiek’ (p. 465) |
|
|
|
SETERS, Paul & SORBI, Marjolijn
Narcisme in opspraak, 3-4, pp. 235-243
‘Het ongebreideld egoïsme van de mensen, het verval van gezin en kerk, het bankroet van de verzorgingsstaat: deze en andere moderne kwalen worden in verband gebracht met narcisme of zelfs als symptoom daarvan gebrandmerkt’ (p. 235); over de psycho-analytische en sociale theorie van Christopher Lasch in zijn The culture of narcissism, en reacties erop |
|
|
|
STAAY, Adriaan van der
Kunstbeleid en esthetica, 7, pp. 444-453
Over de ‘identiteitszwakte’ waaraan het kunstbeleid lijdt, en de meest algemene vraag aan de esthetici, nl. die ‘naar de reikwijdte van het kunstbeleid’ (p. 450) |
|
|
|
TRUIJENS, Aleid
Chaos en harmonie: twee romandebuten *, 3-4, pp. 256-263
Kester Freriks, Hölderlins toren, pp. 257-260 |
Thomas Graftdijk, Positieve beelden, pp. 260-263 |
|
|
Emants en Coenen in de jaren tachtig *, 8, pp. 546-555
Over ‘twee bekende en ook meest volhardend gebleken naturalisten, Marcellus Emants en Frans Coenen’ n.a.v. herdrukken van hun werk |
|
|
Drie naturalisten: somberheid en achterklap rond de eeuwwisseling *, 9-10, pp. 663-670
Over Arnold Aletrino, Jacob Israel de Haan en August P. van Groeningen. N.a.v. de hernieuwde belangstelling voor en herdrukken van hun werk |
|
|
| |
| |
VEELENTURF, L.P.J.
Onze heerlijke nieuwe wereld *, 7, pp. 494-498
‘Het is een verhelderende bezigheid de parallellen te ontdekken die verscholen liggen in die “heerlijke nieuwe wereld” [Brave New World] van Huxley en onze zo vertrouwde samenleving’ (p. 494) |
|
|
|
VEER, Rob van der
Derek L. Phillips, De lof van de schuld: moraliteit en schuld in de moderne tijd. Vert.: R. van der Veer, 3-4, pp. 145-162
‘In tegenstelling tot degenen die het volledig negatieve aspect van de schuld beklemtonen, ben ik voornemens... te betogen: ten eerste dat schuld en andere emoties vaak rationeel en terecht kunnen zijn, ten tweede dat [ware schuld] de morele emotie par excellence is; en ten derde dat er voor een gezonde en levensvatbare samenleving een toename... van schuld nodig is’ (p. 148) |
|
|
|
VERLOREN VAN THEMAAT, W.A.
De culturele waarde van wetenschap en kunst en de sociale positie van geleerde en kunstenaar, 5, pp. 312-325
‘Omdat de wetenschap veel meer dan de scheppende kunst de medewerking nodig heeft van bekwame vaklieden, die geen genieën zijn, moet de overheid door haar subsidie de wetenschap mogelijk maken, wat ze voor de kunst in hoofdzaak slechts doet voor de uitvoerende kunstenaars’ (p. 324) |
|
|
|
WINTER, Reinier de
Verbod voor fascisten? *, 3-4, pp. 264-267
‘Als een democratie iets moet waarborgen, dan is het verscheidenheid’ (p. 266) |
|
|
| |
Bijzonder nummer
Amsterdam en de wereld van 1632
(nr. 1, 65 pp.)
Samenstelling: J. Goudsblom, J. Kleinen, A. de Swaan
Ten geleideGa naar voetnoot1, pp. 3-5
‘Dit nummer is geheel gewijd aan de betrekkingen tussen Nederland en de rest van de wereld in de jaren rond 1632, nu juist 350 jaar geleden’. In de bijdragen van de gastsprekers op het symposium van 13 januari in de Waalse Kerk ‘Amsterdam in de wereld van 1632’ ‘die hier verzameld zijn gaat het voornamelijk om het beeld dat de handelspartners van de Compagnie zich van de Hollanders vormden’ |
|
|
BOGUCKA, Maria
Amsterdam en de Oostzeelanden in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Vert.: Pauline Moody, pp. 39-46 |
|
|
BOOGAART, E. van den
Europeanen en niet-Europeanen in zestiende-eeuws Nederlands perspectief, pp. 6-25
Voor de voorstelling die de Nederlanders zich vormden van Indianen, Afrikanen en Aziaten vormden ‘de teksten bij de wereldatlas van Ortelius en die van zijn concurrent Gerard de Jode... vrijwel de enige bron’ (p. 10) |
|
|
| |
| |
BRUMMELHUIS, H. ten & KLEINEN, J.
Jeremias van Vliet, Hollandsche picknick in Siam anno 1636. [Selectie & inl.]: H. ten Brummelhuis & J. Kleinen, pp. 54-61, 63
Fragmenten uit Verbael ende historisch verhael van 't gene... bij den Koningh van Siam in de stadt Judia wedervaren is. Amsterdam, Jan Jansz, 1647 (pp. 56-61, 63) |
|
|
|
NAGAZUMI, Akira
Japan en de Nederlanden rond 1632. Terugblik op een keerpunt. Vert.: Rob van der Veer, pp. 26-38
‘de verzoening tussen de Nederlanden en Japan in dit jaar is bepalend geweest voor het verder verloop van de handels- en diplomatieke betrekkingen tussen beide landen in de daarop volgende tweeëneenhalve eeuw’ (p. 37) |
|
|
|
NA POMBEJRA, Dhiravat
De Hollanders in Siam na 1630. Vert.: Pauline Moody, pp. 39-46
Met een evaluatie van het incident van 1636 waarover Jeremias van Vliet schrijft (zie boven) |
|
|
|
-
voetnoot1
- Waarvan twee dubbelnummers: 3-4 en 9-10; met gegevens over de medewerkers achterin elk nummer
-
voetnoot*
- behoren tot de rubriek: Kroniek en kritiek
-
voetnoot1
- Door A. de Swaan; de drie samenstellers waren de organisatoren van het symposium
|