Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1981

[p. 66]

Dimensie

Driemaandelijks literair tijdschrift¹
Opgericht in 1976

Redactie:
Jg. V,	nr. 2:	Jan Biezen, Kees Helsloot, Guy van Hoof, Dirk Kroon, Lucette M. Oostenbroek, Willie Verhegghe
	nr. 3:	Dezelfden, met Veronica F. Laterveer, behalve Guy van Hoof
	nr. 4:	Dezelfden, met Eldert Willems
Jg. VI,	nr. 1:	Dezelfden, behalve Kees Helsloot

Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever: Jan Biezen, Rotterdamstraat, Postbus 163, Antwerpen 6

Redactiesecretariaat België: Postbus 163, 2000 Antwerpen 6

Redactiesecretariaat Nederland: Poëziecentrum ‘Die Clinghe’, Hoge Duin en Daalseweg 31, 2061 AE Bloemendaal

Jg. V,	nr. 2:	januari 1981, 60 pp. = Maurice Gilliams
	nr. 3^2:	april 1981, 60 pp.
	nr. 4:	augustus 1981, 68 pp. = Jacques Hamelink
Jg. VI,	nr. 1:	december 1981, 56 pp. = Pierre H. Dubois

1 Literair tijdschrift van Stichting Dichtersgroep Dimensie

2 Met pentekeningen van Matthijs van de Weijer, omslag, p. 35, 57

I. Poëzie

BERG, Johan van den [Gedichten], V, 3, pp. 23-24 Lussen leggen: ‘elementen tussen’ p. 23 Het zwarte gat: ‘steeds hardnekkiger’ pp. 23-24 Benadering transparant: ‘wanneer je de woorden’ p. 24

BLONK, Anne [Vier] haiku, V, 3, p. 43

BOENDERS, Frans [Gedichten], V, 3, pp. 5-6 Verspreide verzen, p. 5 ‘Hier vergaat de lente vooraleer zij is geboren’ ‘De warme lippen van de wanhoop gestulpt!’ ‘Schending en scheiding. Posities strak. Geen vergelijk.’ Gewaarwording: ‘Het knarsend torment in de borst’ p. 5 (Rasumowsky): ‘De violen zetten aan. Trillingen breken uit het hout,’ p. 5 Embarquement pour Cythère: ‘Een stenen moeheid weegt aan haar lichaam.’ p. 6 (Kathmandoe): ‘De monniken mompelen mudra's’ p. 6

[p. 67]

DANGIN, Mark Gedicht, V, 3, p. 29 ‘Na ons laveerde de ganse bende door’

DEKENS, Valère [Gedichten], V, 3, p. 32 Zo gaat dat: ‘bossen worden brandstapels’ Pasen: ‘Op deze ochtend voor de doden’

FONTIER, Jaak [Vijf] haiku, V, 3, p. 44

GILS, Gust Uit: Uniek onkruid, V, 3, p. 1 De intimidasie: ‘hoe scherp ook het zoekend licht’ Romaanse bij een ondergang: ‘in de onmetelijke

GOVERS, Albert Jan [Gedichten], V, 3, pp. 30-31 Jeugdwinter: ‘Het kan niet, maar de verleiding is’ p. 30 Patrix: ‘ik zit roerloos zoals’ p. 30 Blues for suicide: ‘Ik zag de hel, ik zou liegen als ik sprak’ p. 31

GUIRLANDE, Christina Euridice in de tuin van heden, V, 3, pp. 27-28 1. ‘Ga ik niet dagelijks’ p. 27 2. ‘Ik had een moeder die ooit zei’ pp. 27-28 3. ‘Soms snerpt het letsel’ p. 28

HATTUM, Frans van Dekens uit water en vuur^1, V, 3, p. 20 ‘vonken spatten’

HELSLOOT, Kees [Gedichten], V, 3 Ouderwets: ‘Waar lente veel belooft’ p. 10 Vreemde vogels: ‘als je het mij vraagt’ p. 10 17.06 uur: ‘een oude trein vanavond’ p. 11 Hester: ‘vijftien maanden nu’ p. 11 Pen en penseel^2: ‘huizen en schuren gehurkt’ p. 35 - Met ill.

HERMIS, Kees [Gedichten], V, 3, pp. 33-34 ‘soms keren al die dingen’ p. 33 ‘om het eenvoudig zeggen’ p. 33 ‘de mist trekt langzaam weg’ p. 34

JELTEMA, Ulrich [Gedichten], V, 3, pp. 21-23 Verregend^3: ‘Je vraagt: onbelangrijk?’ p. 21 Tijdvoorbij: ‘De leeftijd der zeer sterken’ p. 22

1 Voor Loes Nobel

2 Voor Matthijs van de Weijer.

3 Associatievers op ‘Regencyclus’ van Jozef Eijckmans

[p. 68]

KINET, Mark [Gedichten], V, 3, pp. 25-26 Als een knotwilg in december: ‘door het zolderraam naar buiten glippen’ p. 25 Der Geburtstag Marc Chagall: ‘dit is zomaar een dag’, p. 25 Geluk: ‘Men heeft me verteld’ p. 26 Zoals soms ook de weemoed: ‘het was er opeens.’ p. 26 Vier korte verzen. [Haiku], V, 3, p. 45

KROON, Dirk [Gedichten], V, 3, pp. 12-13 Vanouds: ‘telkens wanneer we gespeeld hebben’ p. 12 Een klein dood ding: ‘nooit is het warmer geworden’ p. 12 Bos: ‘als je nu het geluid dichter’ p. 12 Gespleten: ‘leeft vertegenwoordigd’ p. 13 Hier en daar: ‘ze zullen je al te gespannen’ p. 13

OUWEHAND, Cornelis Ishigaki Rin, Negen gedichten. Inl.^1, vert., commentaar: C. Ouwehand, V, 4, pp. 49-59 Treurspel; Shijimi; Leven; Aan zee, pp. 50-51; 51; 52; 52 De afgrond; Maal der demonen; Verlaat je huis, p. 53; 53-54; 55-56 Aftocht; Blijdschap, pp. 55-56; p. 56

RIJSEWIJK, Ad van Jerzy Hordyński, [Gedichten]. Inl. & vert.: Ad van Rijsewijk, V, 3, pp. 50-51 Beschrijving van een droom, Hommage aan Napoleon, p. 50 Ontmoeting met Ezra Pound, Zending, De rekening, Post Scriptum, p. 51

1 Nl. pp. 49-50 + 57-59

II. Proza

GERITS, Anton Van dichtbij en veraf, V, 3, pp. 36-42

IV. Kritische bijdragen

CHAMULEAU, Rody Bernard ter Haar (13-6-1806/19-11-1880), V, 3, pp. 46-49 - Met prt.

CONINCK, Herman de Onrechtstreekse belichting (Humor in de poëzie), V, 2, pp. 43-56 ‘Misschien geldt van humor in poëzie wel wat altijd de norm was van sex in film: dat het funktioneel moet zijn’ (p. 56)

GERITS, Anton Boekenmaker of merchandiser?, V, 2, pp. 57-58 Over ‘De uitgever: boekenmaker of merchandiser? Een veranderde visie op het uitgeven’, dat de inleidingen bevat welke zijn gehouden op het symposium t.g.v. het 100-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond

[p. 69]

GOVERS, Albert Jan Aantekeningen bij de poëzie van W.J. van der Molen, V, 4, pp. 63-66

HATTUM, Frans van Met lava in mijn handen. Over de poëzie van Loes Nobel, V, 3, pp. 14-19

HELSLOOT, Kees Herman de Coninck, Met een klank van hobo, V, 3, pp. 53-55

HOOF, Guy van Gust Gils: de verbeelding van de macht, V, 3, pp. 2-4 Over diens poëzie Jaap Harten: Plaatselijke tijd, V, 3, pp. 7-9 - Met prt. Over diens keuze uit zeven bundels

KORTE, Frederik de Bart Mesotten, Dag, licht, V, 3, pp. 58-60 Twee bundels haiku, V, 4, pp. 67-68 Jaak Fontier, De woorden voorbij. 33 × 3 haiku Haiku. Een vroege pluk. Bloemlezing van Nederlandse en Vlaamse haiku. Samengesteld door Simon Buschman

OOSTENBROEK, Lucette M. [Recensies], V, 3 Simon Buschman, Laat licht van opzij, pp. 56-57 Francesco Petrarca, Sonnetten. Vert.: Frans van Dooren, p. 52 Keuze uit Nederlandse lyriek, p. 52 [Recensies], VI, 1, pp. 55-56 Horatius, Ars poetica. Vert., ingel. en met een nabeschouwing over Bilderdijk's Kunst der poezij door P.H. Schrijvers, p. 56 Marijke van Raephorst, O, als ik een vogel was, p. 55

WILLEMS, Eldert De poëtische speelruimte van Annie Reniers, V, 4, pp. 60-62 N.a.v. haar bundel Ruimte en zijn

Bijzondere nummers/gedeelten

Maurice Gilliams
(V, 2, pp. 1-42) - Met prt.
Samenstelling en Nawoord: Jan Biezen

ADRIAENS, Luk Verlangen en verwoording. Een verkenning van Maurice Gilliams' Winter te Antwerpen, pp. 29-38

BIEZEN, Jan In gedachte: Tweespraak in de herfst. Voor: Baron Maurice Gilliams, p. 28 ‘Met metgezellen’

INSINGEL, Mark Maurice Gilliams: als het bezoek vertrokken is, pp. 18-19

[p. 70]

JONG, Martien J.G. de ‘Oefentochten’ van Maurice Gilliams. Aantekeningen bij een bundel voorstudies, pp. 20-27 Over de bundel Oefentocht in het luchtledige

SPILLEBEEN, Willy Maurice Gilliams, Gedichten 1919-1958, pp. 1-17

SCHMOOK, Ger Maurice Gilliams bouwheer, pp. 40-41 Over Gilliams als secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde

WESTERLINCK, Albert Groet aan Gilliams, p. 39

Jacques Hamelink
(V, 4, pp. 1-48) - Met prt.¹

BARTOSIK, Michel Jacques Hamelink als silhouettist, pp. 1-14 ‘Hamelinks werk wordt door een overheersend verlangen gekenmerkt: de hang naar depersonalisatie, de neiging om de eigen subjectiviteit op te geven’

BLOEM, Rein In gesprek, pp. 31-33 ‘De poëzie van Jacques Hamelink is in gesprek; dood de tijd van wachten met aandachtig lezen, de verbinding komt zeker tot stand’ (p. 33)

KROON, Dirk Vraaggesprek met Jacques Hamelink, pp. 15-25

MOOR, Wam de De cirkelgang der dingen. Over Hamelinks epos Ranonkel, pp. 26-30

WAGE, H.A. Afdalen naar het absolute, pp. 34-38 Over Hamelinks proza

WILLEMS, Eldert Schoonheid als symbool van vrijheid, pp. 39-47 Overwegingen bij citaten uit zijn Koningen en ontologisch links

1 ‘Werk van Jacques Hamelink’ (p. 48)

Pierre H. Dubois
(VI, 1, pp. 1-54)

DUBOIS, Pierre H. Enkele verzen 1. ‘De maan rijst uit zee’ p. 5 2. ‘Langzamerhand is er’ p. 6

[p. 71]

3. ‘Ik ben zo blij dat jij er bent -’ p. 35 4. ‘Plotseling wit licht’ p. 40 5. ‘De lange gang waardoor ik liep’ p. 44

BERGER, Peter Een schrijversleven, pp. 36-39 Over Pierre H. Dubois' Marcellus Emants. Een schrijversleven De Pierren, pp. 45-49 Over de mens en de auteur Oude Scheveningse weg (voor Pierre), p. 50 ‘Vrijdagavond. Bladerend in de NRC’

BIEZEN, Jan Afrikaanse fluistering tijdens toeven op de kale duintop (voor Pierre H. Dubois), p. 21 ‘Woeste duintop, woeste einder alom;’

EIJCKMANS, Jozef Après nous (voor pierre), p. 16 ‘er is’

ESTER, Hans Pierre H. Dubois over zijn vriendschap met N.P. van Wyk Louw, pp. 17-20 Interview

GILLET, L. De ethische grondstelling in het werk van Jan Greshoff en P.H. Dubois, pp. 7-15

GILLIAMS, Maurice [Huldegroet], p. 29 - In facs.

JONG, Martien J.G. de De paradox van het dogma, pp. 23-28 Over de criticus

OOSTENBROEK, Lucette M. 2 haiku (voor Pierre H. Dubois), p. 30

SPILLEBEEN, Willy P.H. Dubois of de paradox van de poëzie, pp. 31-34 Eerder verschenen in Ons Erfdeel, (XXI, 1978, 2, pp. 269-271) n.a.v. de verschijning van Spinrag van tijd

WAGE, H.A. Pierre H. Dubois, essayist, pp. 51-54

WISPELAERE, Paul de Met de moed der waarheid, pp. 41-43 Samenvatting van de toespraak gehouden ter ere van Pierre H. Dubois' 60ste verjaardag in het Letterkundig Museum te Den Haag op 7 nov. 1977.