Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1980

[p. 140]

Poeziekrant

Tweemaandelijks tijdschrift
Opgericht in 1976

Hoofdredakteur: Willy Tibergien

Redaktieleden: Daniël Billiet, Rudolf H. Vandendaele, Armand van Assche, Remco Ekkers, Marc Reynebeau

Redaktie - administratie: Nazarethstraat 41, 9720 De Pinte

Jrg. 04,	nr. 1:	januari-februari 1980, 8 pp. + Bijlage, 16 pp. = 3de en laatste Nacht van de Poëzie
	nr. 2:	maart-april 1980, 8 pp.
	nr. 3:	mei-juni 1980, 8 pp.
	nr. 4:	juli-augustus 1980, 8 pp.
	nr. 5:	september-oktober 1980, 12 pp.
	nr. 6:	november-december 1980, 6 pp. + Extra uitgave, 12 pp. = Vertel het aan een kind [Poëzie op school]

Artikels van de redactie

Poweetjes, 1, p. 7; 2, pp. 7-8; 3, pp. 7-8; 4, pp. 6-7; 6, p. 5 Literaire en culturele nieuwtjes, signalering van nieuwe uitgaven met soms een summiere bespreking

Uitgeversnieuws [signalering], 2, p. 8; 3, p. 4; 4, p. 6; 5, p. 10

De Eeklose boekenbeurs, 5, p. 10

Redaktioneel [over jaargang 5], 6, p. 6

I. Poëzie

AERTS, Pieter Een zonde waard, 5, p. 11 ‘Van niemand anders is je aangezicht en louter rijmwoord’

BELDER, J.L. de [Gedichten], 4, p. 2 Miniatuur: ‘Een rank fonteintje’ Grafaltaartje: ‘Kleine A. Egrilius’ Raad: ‘Doe uw ogen dicht en zie’

BILLIET, Daniël Brief nummer 19. Zelzate, 2.3.1980. Lieve D., 2, p. 8 ‘daar keek je lang mooi van op’

[p. 141]

BREMT, Stefaan van der [Gedichten] Bajeslied: ‘De eerste dag begreep ik het niet’ 1, p. 4 Aanroeping van Tijl Uilenspiegel: ‘O geest van Vlaanderen’ 1, p. 5 ‘Halverwege op mijn weg’ 5, p. 11

CLAES, Victor [Gedichten]. Vert.^1: V. Claes, 6, p. 3 Paal Brekke, Waar alle paden doodlopen Annie Rijs, Masker

CROMPHOUT, Francis [Gedichten], 3, p. 2 Cirkus: ‘jij sterft aan mij’ De uit-vlinder: ‘omdat hij zelf iets is van dit alles’

DENOO, Joris [Gedichten] Gelijkgezinden: ‘Soelaas. Soelaas voor deze dichter, 1, p. 8 Une endormeuse. Sproke bij een vuur te vertellen: ‘In weerwil van de sluipmoord der slapeloosheid’ 1, p. 8 Hyde & Hide: ‘Dat de herkenbaarheid van de dichter’ 4, p. 5

EKKERS, Remco [Gedichten] Amon Ra: ‘werkelijkheid is wat je ziet’ 2, p. 6 ‘De gekapte bomen aan de Westergast’ 5, p. 8 ‘ik zat op de bank te lezen’ 5, p. 9 Oude leraar: ‘toen je binnenkwam’ 5, p. 11

FALTER, Jet Alain Bosquet, De rentabiliteit van de dichter. Vert.^1: J. Falter, 6, p. 6

GEERTS, Kris Waar ik geboren ben en hoe het was, 4, p. 5 ‘stil voor mij uit namen te noemen en’

GRUWEZ, Luuk Le carillon de mon enfance, 3, p. 5 ‘ofschoon ik nu reeds vele jaren ouder ben’

GUIKEMA, H.D. ‘geboren ben ik’, 5, p. 11

HUISMAN, Henk Vertrek: Uit: Bij neonlicht en het vouwen van de nacht, 4, p. 5 ‘moe van het gepraat’

JOORIS, Roland Donk, 5, p. 8 ‘in wat we’

1 Uit: Dichters en dichtkunst uit Europa 1950-1980

1 Uit: Dichters en dichtkunst uit Europa 1950-1980

[p. 142]

LILLE, Genade de Brian Patten, Het ware masker. Vert^1: G. de Lille, 6, p. 4

LONGIE, Albert de Alle deuren dicht, 4, p. 5 ‘Ik werd gered door vele tegenslagen’

MISSORTEN, Ann [Gedichten], 5, p. 11 ‘Wijl ik voorzichtig’ ‘In de hitte van de’

PERSOON, W. Het water, 4, p. 5 ‘ik loop tot waar’

POLLET, Frank Degenerasie, 5, p. 11 ‘Nee, van het licht verdragen’

RENIERS, Annie Nacht van de poëzie 1980, 2, p. 7 ‘nacht’

REYNEBEAU, Marc Massatoerisme. Uit: Legenden, 2, p. 6 ‘Lang niet alle wegen leiden naar Rome’

ROOIGEM, Rogier van Mystiek, 5, p. 11 ‘een vrouw is een begijnhof’

ROOS ‘Hoe zou ik je antwoord geven?, 5, p. 11

SEULSTEN, Bernard Kabala, 5, p. 11 ‘Heresie van het hermetisme’

UYTVANK, Luc van Het ijskowagentje, 5, p. 11 ‘al het volk hier op de laan’

VANHERCKE, Guido Amsterdam, 5, p. 11 1. ‘Samen Amsterdam gaan zien’ 2. ‘Tevredenheid van samen arm in’

VERPALE, Eriek Uit: Op de trappen van Algiers, 1, p. 6 ‘Ik ga haar slaan, dacht ik, mijn blote handen’ ‘Toen ik nog gezond was, en onder de kleine arabieren’ ‘Moeder, nu ik hier alleen ben en het spreken’

1 Uit: Dichters en dichtkunst uit Europa 1950-1980

[p. 143]

WILLEMS, Eldert In het voorbijgaan, 5, p. 11 ‘In het voorbijgaan onder de wind zoals gevonden is’

IV. Kritische bijdragen

ASSCHE, Armand van Vertaalde poëzie. Ik houd van het spelen met gevaarlijke woorden, 1, pp. 5-6 Homero Aridjis, Dagboek zonder data Gottfried Benn, Bruggen slaan Francisco Borja da Costa, De schreeuw van Maubere Herman Hesse, Prooi van heimwee Arthur Lundqvist, Tussen bliksems loop ik Sergio Macias, Ons zoekt de hoop Jan-Willem Overeem & Ewa Dijk-Borkowska, Een gevecht om lucht. Een keuze uit de naoorlogse Poolse poëzie Is poëzie amusement?, 5, p. 9 H. van Gorp e.a., Lexicon van literaire termen Jan Uyttendaele, Poëzie is amusement. Tekstuitgave en werkschrift

BELDER, J.L. de Stefan George. Inhoud en magie, 4, p. 2 Diens Stern des Bundes vertaald als De ster van het verbond door een kring auteurs rond het Nederlandse tijdschrift Castrum Peregrini

BILLIET, Daniël Nacht van de poëzie, 1, pp. 1-2 Beschouwingen bij en antwoorden i.v.m. wat ‘de afwezigen dachten omtrent de verhouding massa en poëzie, de (eventuele) functie van de nacht van de poëzie en de reden van hun afwezigheid’ Antwoorden van: Wilfried Adams, Leopold M. van den Brande, Hendrik Carette, Fernand Handtpoorter, Roel Richelieu van Londersele, Willy Spillebeen De gekleurde wereld van 50 en 60, 3, p. 5 Rudolf van de Perre, De gekleurde wereld Vanuit de gerestaureerde Vlaamse patronagezaal, 6, p. 5 N.a.v de tentoonstelling gewijd aan de figuur en het werk van Albert de Longie in de abdij Maagdendale te Oudenaarde

BILLIET, Daniël & REYNEBEAU, Marc ‘Goede lyriek deed nooit onder voor de politiek. Interview met Stefaan van den Bremt, 5, pp. 1-3 N.a.v. het verschijnen van diens Andere gedichten

EKKERS, Remco Holmsterland geeft ook wel goede poëzie uit, 1, p. 8 Willem Bulder, Nieuwe gedichten W. Bulder, T. Kloos, J. Steegstra, Poëzie der Nieuwe Tachtigers Han Grüschke, Alsof ik mijn huis niet herkende J. Heymans, Kleiner huis Streven naar een zo betekenisvol mogelijke lyriek. Gesprek met Elly de Waard, 2, pp. 1-3 - Met prt. N.a.v. de verschijning van haar bundel Luwte

[p. 144]

Barbarber verdween. Komrij verscheen... en Kouwenaar bleef! Poëzie in de jaren zeventig in Nederland, 3, pp. 1-4 - Met prtn. Over het werk van: Armando, Harry ter Balkt, Arie van den Berg, H.C. ten Berge, J. Bernlef, Huub Beurskens, Rein Bloem, Remco Campert, Tom van Deel, Hans Faverey, Chr. van Geel, Ida Gerhardt, Jacob Groot, J.P. Guépin, Jacques Hamelink, Fritzi (ten) Harmsen van (der) Beek, Jan Kal, Gerrit Komrij, Rutger Kopland, Anton Korteweg, Gerrit Kouwenaar, Wiel Kusters, Jan Kuyper, Harry Mulisch, Peter Nijmeijer, W.J. Otten, Kees Ouwens, K. Schippers, Hans Tentije, Willem van Toorn, Tymen Trolsky, Hans Verhagen, Elly de Waard, Hans van de Waarsenburg, Peter Zonderland, Ad Zuiderent Het kind, de rivier, het schip - een leven lang, 3, p. 4 Ida Gerhardt, Het sterreschip; Vroege verzen Twee vaders gevangen in taal, 4, p. 1 Robert Anker, Waar ik nog ben Wiel Kusters, De gang Aarts: 3 × 3 = 9. Ieder zingt zijn eigen lied, 4, p. 2 Hans Dorrestijn, Zes Hollandse taferelen; Guichellied Sjoerd Kuyper, De dichter zingt; Mooie gedichten Jacob Lowland, The gay stud's guide to Amsterdam Fetze Pijlman, Oldambt gedichten Igor Streepjes, Weer een gezicht dat met de billen vloekt Willem Wilmink, Een vreemde tijger en andere gedichten Driek van Wissen, Het mooiste meisje van de klas De symbolische eb en vloed, 5, p. 7 Jacob Groot, De droom van het denken; Leeg Wat bij elkaar hoort en niet saai is om te doen. Nieuwe poëzie voor volwassen kinderen, 5, p. 8 Leendert Witvliet, Vogeltjes op je hoofd Vragen aan Warren, 5, p. 9 N.a.v. Hans Warrens kritiek (in PZC, 6 sept. 1980) op Remco Ekkers artikel over Poëzie in de jaren zeventig (3, pp. 1-4) Inleidingen op de heer in het zwart, de man van het licht, 6, p. 6 Fernand Lodewick, Pierre Kemp; tevens over P. Rodenko, Man in het zwart, heer van het groen (Maatstaf, IV, 1956 - 1957, pp. 594-611), Simons Vestdijk, Spel en Mystiek, en Rob Molins inleiding tot Pierre Kemp, De verfdoos aarde en zon

JELLEMA, C.O. Over Sarah Kirsch, 1, pp. 4-5

KESEL, Ignace de Een salvo vol terughoudendheid. Over de poëzie van Gery Helderenberg, 2, pp. 3-6 N.a.v. diens Verzamelde gedichten Jotie T'Hooft. ‘Mijn toren is gebouwd in mijn eigen toren’ (1), 6, pp. 1-2 - Met prt. ‘In dit artikel tracht ik mijn lectuur te ordenen rond drie vragen: wat krijgt gestalte bij T'Hooft, hoe krijgt het gestalte in literatuuroverzichten, en hoe, meer bepaald, in zijn poëzie? Literaire en extraliteraire gegevens worden uit elkaar gehouden’

[p. 145]

PENNING, Erwin D.A. Maak zelf uw bloemlezing, 5, pp. 6-7 Marnix Gijsen & Karel Jonckheere, Breviarium der Vlaamse lyriek. Gerrit Komrij, De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten Teresa van Marcke, Nieuw declamatorium der Nederlandse poëzie

POORTERE, José de Poëziekroniek. (On)rust, 3, pp. 5-7 Johan Bovyn, Tot vermaak van de toeristen Gerard Cornelis, Jaargetijden André Demedts, De jaargetijden Gabrielle Demedts, Verzamelde gedichten Jozef Eijckmans, Achtendertig componisten; De omtrek van een woord Gery Florizoone, Want aan beter vuur Jaap Harten, Plaatselijke tijd Roel Houwink, Uitzicht en vergezicht Johanna Kruit, De nacht, een watervogel Patrick Pitteman, Biechtboezem Paul (M) Rigolle, Mond- en clownzeer Eric Soenen, Beelden en verbeelding August Vanhoutte, De macht der leegte De boom van het paradijs. Samenst.: E. de Laet & J. Uytterhoeven Friesland dichters vandaag. Red. Han Grüschke P. 78 anthologie (Mandala, III, 2) Poëzie op de tocht (Mandala III, 1) Poëziekroniek. Vooral van en over dames, 4, pp. 3-5 René Alfred, Cynische deodorant van licht Johan van den Berg, Het mondeling tekort Wilfried van Craen, Gedichten uit No man's land J.H. van Dyk, Fall-out Jozef Eijckmans, Dit tedere ruige landschap van de haast Loes Flendrie, Een teken van leven Georges Fukking, Een ets met toebehoren Maria de Groot, Vrijgeleide Renée van Hekken, Landschappen Judith Herzberg, Vliegen Ko van de Ketterij, De alledaagse dingen om ons heen Gie Luyten, In de schaduw van de thuya Jan-Willem Overeem, Knaagdier Bert Peleman, Verzamelde gedichten Ben Reynders, Opwachting W.P.B. Steenhuis, Ik ben altijd de lul Jan Vercammen, Vonnis over Yvonne Joop Verhaaren, Een kras in de nachtwacht Ida Vos, Schiereiland; Miniaturen Marcel Wauters, Vergeeld dossier Poëziekroniek. Scherpe kritiek, 5, pp. 3-6 Gerard den Brabander, Rembrandt, De monsters en andere verzen Marcel Coole, Verzamelde gedichten Job Degenaar, Bericht aan de gelovigen; Het wak Jacques Hamelink, In een lege kamer een garendraadje Freddy van Hove, Koffiepraat en -dik Achiel Jacobs, Spiegels van denkend verdriet Karel Jonckheere, Beatrijs. (Hertaling) Michel van der Plas, Korte metten

[p. 146]

Bert Schierbeek, Betrekkingen H. Tollens Cz, Minnezangen en idyllen. Uitg.: G.W. Huygens Luc Tournier, Doffe orewoed Miel Vanstreels, Klein joernaal De fiets. Bloemlezing door W.F. Simons De moeder. Bloemlezing door Gerrit Komrij Poëziekroniek. Geen koel Komrijtisme, maar een warm geheugen, 6, pp. 2-4 Joseph Avers, Van kruispunt tot doolhof F.L. Bastet, Catacomben Maris Bayar, Vrouwelijke elegieën Johan de Belie, Lemming Hans Faverey, Gedichten Hubert Geelen, Afspraak met de cantor Guido Gezelle. Meertalige bloemlezing. Samenst.: Bert Peleman Omer A.J. van Hecke, Woorden in mezelf doorbroken Willem Kloos, ‘Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten’. Bloemlezing. Samenst. H.G.M. Prick Renaat Ramon, Ansichten Albert Westerlinck, De taalkunst van Guido Gezelle Rik Wouters, Ik zeg tot je Marc Yvert, Zachte legers

REYNEBEAU, Marc De klassieken of wat moest bewezen worden, 1, pp. 2-4 Bertus Aafjes, Een voetreis naar Rome. 13de dr. Gerrit Achterberg, Het weerlicht op de kimmen. Bloemlezing Albe, Verzamelde gedichten Johan Daisne, Verzamelde gedichten; Gepijnde honing Jan Engelman, Tuin van Eros. 13de dr. Gery Helderenberg, Verzamelde gedichten Martinus Nijhoff, Awater - Het uur U J.C. van Schagen, Narrenwijsheid J. Slauerhoff, Serenade. 6de dr. Julia Tulkens, Verzamelde gedichten Simon Vestdijk, Verzen Simon Vinkenoog, Bestaan en begaan (1972-1978) Paul de Vree, Verzamelde gedichten; Naar het einde Ellen Warmond, Tegenspeler tijd Vinger Gods, wat zijt gij groot. Samenst.: Anton Korteweg & Wilt Idema De wetenschap van woorden en lichamen, 2, p. 6 Phil Cailliau, De leer van Etymon & Hoe meervoudig dit lieve lichaam De zachte waanzin van grijze gewaden, 2, p. 7 Frans Deschoemaeker, Stroomversnelling

VANDENDAELE, R.H. Een dichter zonder bundel is als een zangeres zonder naam, 1, p. 6 Hans Sleutelaar, Schaars licht Op de trappen van Algiers [door Eriek Verpale], 5, p. 10

VANHERCKE, Guido Vijf vertalingen, 4, p. 3 Sandor Csoori, Cantata profana Vernie February, O snotverdriet Diane di Prima, Revolutionaire brieven Jan Vladislav, Hij herkende aan de appel de bloesem Negen moderne Indonesische dichters, Ik wil nog duizend jaar leven

[p. 147]

Bijzondere nummers

3de en laatste Nacht van de Poëzie
(Bijlage bij nr. 1, 16 pp.) - Met prtn.

LAUWAERT, Guido 3de en laatste Nacht van de Poëzie 16 februari 1980, p. 16 Vorst Nationaal, Brussel

REDACTIE Brief aan Guido Lauwaert, p. 1 De dichters van de Nacht (lijst van de deelnemers), p. 2 De nachtwaker spreekt. [Interview met Guido Lauwaert], pp. 2-4 Tussenstandjes in de Nederlandse poëzie, pp. 4-7 Over de deelnemende dichters uit Vlaanderen (pp. 4-7) en Nederland (pp. 7-9) Bloemlezing, pp. 10-15 Alene, Ludwig De lieve zon, ze richt veel rampen aan. Uit: Averij (1976), p. 13 Balkt, Herman H. ter Het sneeuwspel. Uit: Waar de burchten stonden en de snoek zwom (1979), p. 10 Bartosik, Michel Ademsomloop. Uit: De verzamelnaam der eenzaamheid 1976), p. 15 Bloem, Rein Wie de liefde niet heeft. Uit: Part en deel (1977), p. 15 Bremt, Stefaan van den Lyriek en politiek. Uit: Lyriek en politiek (1979), p. 11 Bruggen, Nic van ‘Mijn bewegen is tekenen met tijd, tot’. Uit: Spiersteen (1979), p. 14 Campert, Remco Niet te geloven. Uit: Dit gebeurde overal (1962), p. 13 Claus, Hugo Ulussus. Uit: Figuratie (1973), p. 14 Coninck, Herman de Ik zie je nog altijd liggen. Uit: Zolang er sneeuw ligt (1975), p. 15 Conrad, Patrick ‘Met jou deel ik buiten het bange bloeden’. Uit: La mort s'appelle bonsoir (1977), p. 15 Crits, Frank de Werken nr. 1. Uit: 33 werkwoorden en andere miezerigheden (1976), p. 15 Deelder, Jules Zelfportret. Uit: Dag en nacht geopend (1970), p. 15

[p. 148]

Doorn, Johny Dendermonde 63. Uit: Een nieuwe Mongool (1966), p. 12 Drs. P Verlaten. Uit: Het geheim van het bestaan (1977), p. 11 Faverey, Hans Eerst was er niets. Uit: Chrysanten, roeiers (1971), p. 15 Gils, Gust Zelfs bij gunstig weer. Uit: Onzachte landing (1979), p. 12 Gruwez, Luuk Ick seg adieu. Uit: Ach, wat zacht geliefkoos om een mild verdriet (1977), p. 13 Harmsen van der Beek, Fritzi ten Mollade. Uit: Kus of ik schrijf (1975), p. 14 Hee, Myriam van ‘Het is beslist onbegrijpelijk hoe wij’. Uit: Het karige maal (1978), p. 10 Hoogstraten, Harry Gedicht. Uit: Onze ramen op het Oosten (1978), p. 15 Komrij, Gerrit De dichter. Uit: Tutti-frutti (1972), p. 15 Kopland, Rutger ‘De rug van een hond die al weet’. Uit: Al die mooie beloften (1978), p. 10 Lasoen, Patricia ‘Met weemoed onuitsprekelijk’. Uit: Veel Ach & een beetje O (1978), p. 12 Lootens, Pierre Stilte. Uit: Heel de wereld (1978), p. 10 Maele, Marcel ‘Boven de uitgerafelde angst’. Uit: Met een ei in bed (1973), p. 11 May, Lizzy Sara ‘Altijd geweest een meisje met’. Uit: Gebruikspoëzie (1978), p. 12 Mulisch, Harry Achterberg. Uit: Tegenlicht (1975), p. 12 Neef, Roger de ‘Zonder raadsel verspreidden wij ons tussen het gras.’ Uit: Gestorven getal (1977), p. 14 Nijmeijer, Peter De slaapwandelaar. Uit: De afstand tot (1976), p. 12 Nolens, Leonard Mijn mens. Uit: Alle tijd van de wereld (1979), p. 10 Polet, Sybren Schaduw. Uit: Organon (1958), p. 10 Popelier, Bert ‘Het opperste gezag: de staat’. Uit: De hofnar spreekt (1978), p. 11

[p. 149]

Rawie, Jean-Pierre ‘Waak tegen de verbittering’. Uit: Het meisje en de dood (1979), p. 13 Rybel, Rudy de Kleuren. Uit: Nulgedichten (1979), p. 14 Snoek, Paul Dit denk ik nu al jaren. Uit: Welkom in mijn onderwereld (1978), p. 11 Stassaert, Lucienne Water en vuur. Uit: De sprekende gelijkenis (1978), p. 13 Verhagen, Hans Aan de Sloterplas. Uit: Duizenden zonsondergangen (1971), p. 14 Vinkenoog, Simon ‘Het laat zich leiden door het rijm’. Uit: Bestaan en begaan (1979), p. 14 Vliet, Eddy van Jeneverglas 6. Uit: Glazen (1979), p. 14 Vree, Freddy de Venetië 9. Uit: Steden en sentimenten (1976), p. 13 Wissen, Driek van Honeymoon Palsy. Uit: Het mooiste meisje van de klas (1979), p. 11 Yperman, Chris Een beetje verlegen. Uit: De Vlaamse Gids, (LVI, 1972, 8-9, p. 14), p. 13

Vertel het aan een kind
(Extra uitgave bij nr. 6, 12 pp.) - Met ill.
Samenstelling en eindredactie: Daniël Billiet

Britsom, Leen van Werkvormen [Lessuggesties], pp. 4-6

Coillie, Jan van Bibliografie. 1. Tekstmateriaal, pp. 11-12

Geest, Dirk de Knibbel, knabbel, knuisje, wie knaagt er aan dit kluisje?, pp. 1-3 Inleidend overzichtsartikel i.v.m. poëzie op school

Geest, Dirk de & Britsom, Leen van & Smedt, Luc de Bibliografie. 2. Secundaire literatuur, p. 12

Smedt, Luc de Wie zit er op de poëzieschoolbus?, pp. 8-9 Een aantal initiatieven die poëzie dichter bij de school kunnen brengen

Vierstraete, Hans Je kladpapier creatief volschrijven, pp. 6-8. 9-10 19 concrete werkwijzen met taal