| |
| |
| |
Raster
Tijdschrift in boekvormGa naar voetnoot1
Opgericht in 1977
Redaktie: H.C. ten Berge, J. Bernlef, P.W.M. de Meijer, J.F. Vogelaar
Redaktie-adres: p.a. De Bezige Bij, Van Miereveldstraat 1, Amsterdam Z.
Nrs. 5, 6, 7, 8: 151, 159, 159, 159 pp.
| |
Artikel van de redactie
Over een discussie die maar geen discussie wilde worden, 5, pp. 146-148
Nl. over literaire kritiek in week- en dagbladpers, waarbij H.C. ten Berge, Kees Fens, Wam de Moor en J.J. Oversteegen betrokken waren |
|
| |
I. Poëzie
APPELMAN, Ronie
Dank u wel - alstublieft, 5, p. 69
1. | ‘De zachte of de harde?’ |
2. | ‘Dan hebben we deze dus. Of die’ |
3. | ‘Ogenblikje. Het duurt even’ |
4. | ‘Recht of een hoekje?’ |
5. | ‘Geef er maar een stuk of vijf, zes’ |
6. | ‘Zonder of met?’ |
7. | ‘Mag het ook ietsje meer?’ |
8. | ‘- Ik heb maar een beetje nodig’ |
9. | ‘- Geef mij er daar ook maar één van’ |
|
|
|
BERGE, H.C. ten
Twee tijdstippen, 8, pp. 7-8
7.1.76 9.15 u. Amstelstation: ‘Je hebt me in de trein’ p. 7 |
7.1.78 z.t. Stilstaan voor Den Helder: ‘Wie nam je’ p. 8 |
|
|
|
BERNLEF, J.
SlakkengangGa naar voetnoot2, 7, pp. 87-96
1. | ‘Rondscharrelen als een slak’ p. 88 |
2. | ‘Nog zijn vitrage en geranium getrouwd’ p. 89 |
3. | ‘Drager van namen van’ p. 89 |
4. | (in memoriam J.H.): ‘Hoe het blauw te beschrijven’ p. 90 |
5. | ‘Languit op de drempel’ p. 90 |
|
|
| |
| |
6. | ‘Niets bestaat’ p. 91 |
7. | ‘De bewoner toont zich’ p. 91 |
8. | ‘Alles moet en met behulp’ p. 92 |
9. | ‘De vloer tot planken uitgedund’ p. 92 |
10. | (naar Edward Hopper): ‘Waarom?’ p. 93 |
11. | ‘Nooit raakt de kamer leeg lijkt wel’ p. 94 |
12. | ‘De kamer weet niet’ p. 94 |
13. | ‘De kamer die bestaat’ p. 95 |
14. | ‘Tussen drempels als tussen’ p. 95 |
15. | ‘Een haar van jou’ p. 96 |
|
|
|
BEURSKENS, Huub
Gottfried Benn, Gedichten. Vert.: H. Beurskens, 5, pp. 34-43
Man en vrouw lopen door de kankerbarak; Nachtcafé, p. 34; 35 |
Chopin; Schepping; Statiese gedichten, pp. 36-37; 38; 39 |
Aprèslude; Fragmenten; Zinsbouw; Rouw kan er niet zijn, p. 40; 41; 42; 43 |
|
|
Tweede kwartet. ‘... gestorven in '63, Georges Braque’, 5, pp. 70-71
1. | ‘steekt niets op? geen onvermijdelijke donderkop?’ p. 70 |
2. | ‘korten van dagen is toenemen der webben’ p. 70 |
3. | ‘deze kant van de krant lezend’ p. 71 |
4. | ‘een dagelijks kustgezicht: muziek uit boten - die liggen’ p. 72 |
|
|
|
HAMELINK, Jacques
[Gedichten], 6, pp. 123-129
Onder vrienden: ‘Onder vrienden is de lucht helder’ pp. 123-124 |
Twee: ‘Of was het hun schuld soms’ p. 125 |
Sandfirden: ‘Je vraagt me zonder te vragen’ pp. 125-126 |
Voor een komend jaar: ‘In het gehoorbeentje van de walvis’ pp. 128-129 |
|
|
|
KASPERSMAN, Jelle
Peter Blue Cloud, [Gedichten]. Vert.: J. KaspersmaGa naar voetnoot1, 7, pp. 66-73
Beer. Een totemdans zoals hij gezien wordt door Raaf, pp. 66-68 |
Wolf, pp. 69-73 |
|
|
|
REINTS, Martin
Aantekeningen, 8, pp. 119-121
‘Hoe iemand naar buiten kwam’ p. 119 |
‘Ik had je uit de Liebknechtstrasse zien komen’ p. 120 |
‘Wat een prachtig weer’ p. 121 |
|
|
Stadsmeisje, 8, pp. 122-123
1. | ‘Temidden van de bewegingen in de stad’ p. 122 |
2. | ‘Strijklicht onder de wolken’ p. 123 |
|
|
|
WILLEMSEN, August
[Portugese poëzie vertaald], 5, pp. 114-133 - Met prtn.
Armando Silva Carvalho, Gedichten uit: O peso das fronteiras, pp. 114-117 |
Het gewicht der grenzen, pp. 114-115 |
|
|
| |
| |
Een zekere verwoesting van het natuurlijk milieu, p. 116 |
Lissabon, bruid van de Taag, p. 117 |
E.M. de Melo e Castro |
Uit: Poligonia do soneto, p. 118 |
Somsonnet 14 x; ‘liefde niet gevoel niet tederheid’ |
Uit: Alea e vazio (Alea et vacuum), pp. 119-123 |
Nulserie; De feitelijke waarheid; Dialoog; Alles kan gezegd in een gedicht |
Uit: CARA LH AMAS, pp. 124-125 |
Autopsie; Het leven een lulletje; Laatste sonnet |
Casimiro de Brito |
Uit: Jardins de Guerra. Uit: Dichters ambacht. 2. Het gedicht, p. 128 |
Uit: Um certo, pais ao sul. Uit: Een (onder andere mogelijke) autopsie van de oorlog, pp. 129-130 |
Uit: Pratica da escrita em tempo de revoluçào. Uit: Ordening van de chaos, pp. 131-133 |
Het ene woord & het ander; De tekst? Ettert; Over schoonheid |
|
|
| |
II. Proza
BAKX, Hans W.
Robert Walser, Proza. Vert.: H.W. Bakx, 8, pp. 12-27
Armoede; Tableau vivant; De dromer; Zondagmorgen, pp. 12; 13-14; 14-15, 15 |
Een ochtend: Het kamerstuk; Basta; Nou dan! pp. 15-19; 19-20; 20-22; 22-23 |
De straat; Herkules; De eenzame; Onder een linde, pp. 24-25; 25, 25-26; 26-27 |
|
|
|
BEERS, Paul
Alberto Giacometti, [Verhalen]. Vert.: P. Beers, pp. 90-97
Gisteren, stuifzand; De droom, de ‘Sfinx’ en de dood van T, pp. 90-91; 92-97 |
|
|
|
BERGE, H.C. ten
Vijf Siberiese vertellingen. Vert. en inl.: H.C. ten Berge, 5, pp. 19-31
De schepping van de wereld door Raaf; De kleine oude vrouw, pp. 22-23; 24 |
Mythiese oude man verminkt zichzelf; Hoe mythiese oude man onzichtbaar werd; Het verhaal van Qolento, pp. 25; 25-26; 26-30 - Met krt. en afb. |
|
|
|
BERNLEF, J.
Stilleven (naar Alberto Giacometti), 7, p. 85 |
|
|
BUSSINK, Gerrit
Volker Braun, Het onverdiende geluk van Karrasch. Uit: Die Anti-Geisterbahn. Vert.: G. Bussink, 6, pp. 138-140 |
|
|
DIS, Adriaan van
Breyten Breytenbach, Een seizoen in het paradijs. Inl. en vert.: A. van Dis, 5, pp. 44-53 - Met prt. |
|
| |
| |
HOSTE, Pol
Een schrijver die geen schrijver is, 5, pp. 6-18
Mijn Grootvader, p. 6 |
Ziek, p. 7 |
Schoonschrift, pp. 819 |
De drukkerij, pp. 9-10 |
De moeder, p. 11 |
Stappen, pp. 11-12 |
Rekonstruktie van het ontstaan van het schrijven, p. 13 |
De toelating, p. 14 |
Het stadje, pp. 15-17 |
Een schrijver, pp. 17-18 |
|
|
|
MARISSING, Lidy van
De orde van de dag/ Een simularium, 8, pp. 28-35 |
|
|
MAREZ OYENS, Eric de
Maurice Roche, Teksten uit Opéra Bouffe. Inl. en vert.: E. de Marez Oyens, 5, pp. 72-89 - Met prt. |
|
|
MULDER, J.J.
Maria Mulder-Gwamoeboegnoe, Hoe mijn grootmoeder het schrijven uitvond. Vert.: J.J. Mulder, 6, pp. 84-85 |
|
|
NUMEIJER, Peter & BERGE, H.C. ten
Kenneth White, De grote regen bij Tigh Geal. Vert.: P. Nijmeijer & H.C. ten Berge, 6, pp. 111-120 |
|
|
NORTHE, Jacques
Wenk. Laatste hoofdstuk, 6, pp. 95-110 |
|
|
PLEYSIER, Leo
Turnhout 1860: Onderschriften en beschrijvingen, 7, pp. 74-84 |
|
|
SCHIPPERS, Elly
Irmtraud Morgner, Het touw. Uit: Die Anti-Geisterbahn. Vert.: E. Schippers, 6, pp. 146-149 |
Klaus Schlesinger, De dood van mijn tante. Uit: Berliner Traum. Vert.: E. Schippers, 6, pp. 150-153 |
|
|
SWART, Koba
|
|
VOGELAAR, J.F.
Heiner Müller, Hercules 2 of de hydra. Uit: Zement. Nach Gladkow. Vert.: J.F. Vogelaar, 6, pp. 136-137 |
Rainer Kirsch, De redding van de Saragossazee. Uit: Die Rettung des Saragossameeres. Vert.: J.F. Vogelaar, 6, pp. 141-145 |
Reisverhaal. Uit: Alle vlees, 8, pp. 36-46 |
|
| |
| |
| |
BAKX, Hans W.
Over Robert Walser, 8, pp. 9-11 - Zie: Proza
N.a.v. het verschijnen van diens verzameld werk, 22 jaar na diens dood |
|
|
|
BEEKMAN, K.
Nederlandse prozadebutanten uit de periode 1972-1976. Een aanzet tot een geschiedenis van literatuuropvattingen, 5, pp. 54-61
‘ik zal mij hier beperken tot een beschrijving van de literatuuropvatting van enkele (in boekvorm) debuterende prozaschrijvers’: Lidy van Marissing, Frank Martinus Arion, Mensje van Keulen, Louis Ferron |
|
|
|
BERGE, H.C. ten
Notities bij een bloemlezing, 7, pp. 151-156
Over Sybren Polet, Ander proza (1978) geplaatst tgo. Paul Rodenko, Nieuwe griffels, schone leien (1955) |
|
|
|
BERKHOUT, Carla
Groupe mu, De biografieën van Paris-Match. Vert.: C. Berkhout, 8, pp. 83-95
Deze groep bestaat uit zes leden die werkzaam zijn aan het ‘Centre d'Etudes Poétiques’ van de Universiteit van Luik: Jacques Dubois, Francis Edeline, Jean-Marie Klinkenberg, Philippe Minguet, François Pire, Handelin Trinon |
Het artikel verscheen in Communications (XVI, 1970, pp. 110-124). Het onderzoek wees uit dat ‘de alwetenheid van de verteller volledig ten dienst [staat] van de lezer die iedere week zijn portie compenserende dromen toegediend krijgt’ (p. 95) |
|
|
|
BERNLEF, J.
Hebben is hebben en krijgen is de kunst. Gerrit Komrij: de grootste grutter van allemaal, 6, pp. 154-155
N.a.v. Gerrit Komrij, Dood aan de grutters |
|
|
Het automatisme van Poetry Internationaal *, 7, pp. 149-150
Kritiek op de huidige vorm van P.I., met verwijzing naar Reinbert de Leeuws zo succesvolle serie ‘Rondom concerten’ (rond een bepaald thema) |
|
|
|
BEURSKENS, Huub
Wie de rondedans kent gaat het lab in, 5, pp. 32-33
Over Gottfried Benn. Met gedichten in vertaling - Zie Poëzie |
|
|
|
MUTSAERS, Bertus
Clifford Geertz Jr., Een brief [aan de redactie] *. Vert.: B. Mutsaers, 7, pp. 145-148
Over de poëziekritiek die in Nederland minder en minder aan bod komt bij de essayisten |
|
|
| |
| |
NIET, Anton van der
Claude Simon, Blinde Orion. Voorwoord. Vert.: A. van der Niet, 7, pp. 7-8
Over zijn manier van schrijven |
|
|
Alain Porson en Jean Paul Goux, In gesprek met Claude Simon. Vert.: A. van der Niet, 7, pp. 9-13
Ontleend aan: Un homme traversé par le travail. Entretien avec Claude Simon, in La Nouvelle Critique (1977, nr. 105) |
|
|
Claude Simon, Aanschouwelijk onderwijs. Vert.: A. van der Niet, 7, pp. 13-17 - Met afbn.
Fragment uit diens Leçon des choses, in La Nouvelle Critique (1977, nr. 105) |
|
|
|
OFFERMANS, Cyrille
Van alle maken is doodmaken wel het volmaakste. Literairhistorische stellingen, 7, pp. 43-63
| ‘De autonome literatuur is de constructieve reactie op de destructie; naargelang er meer doodgemaakt wordt, wordt de schrijver gedwongen de tekst vollediger te maken. Dit essay kan als een geschiedfilosofisch gefundeerde verdediging van de in die zin autonome literatuur worden beschouwd’ (p. 46) |
1. | Absolute literatuur als reactie op absolute onderdrukking, pp. 46-54 Met kritiek op Sybren Polets onderscheid tussen absolute en totale literatuur |
2. | ‘Resurrectie van de natuur’ in Gorters sensitieve verzen, pp. 54-56 |
3. | Moderne literatuur: kritiek op het schijnkarakter van het bijzondere in de traditionele literatuur; resignatieverschijnselen, pp. 56-63 |
| ‘In ons taalgebied worden de radicaalste, niet-geresigneerde posities mijns inziens ingenomen door de poëzie van Kouwenaar en Faverey en, op zeer verschillende wijze, door het proza van Vogelaar en Michiels’ p. 61 |
4. | Besluit: schrijven als tegenspraak, pp. 63-64 |
|
|
|
POL, Barber van de
Jorge Luis Borges, Geschiedenis van de eeuwigheid. Vert.: B. van de Pol, 8, pp. 124-134 |
|
|
ROBBERECHTS, Daniël
Eerste woord vooraf bij tijdSCHRIFT, 6, pp. 86-93
Nl. bij de ‘tekst in de maak die telkens nader gedefinieerd raakt door de “voorlopige definitieve” fragmenten die elke aflevering van zijn tijdSCHRIFT bevat’ |
|
|
|
SCHIERBEEK, Bert
Een paar opmerkingen naar aanleiding van: ‘Gesprek over Nederlands proza en avantgarde *, 5, pp. 134-137
Nl. in Raster, 1977, 2 (pp. 5-25); tevens een paar opmerkingen over H.R. Heite, Herlezing van Het boek Ik van Bert Schierbeek (id., pp. 31-36) |
|
|
|
VOGELAAR, J.F.
Change/Charge: kommentaar in de marge *, 8, pp. 135-140
N.a.v. de dokumentatie over de groep Change (pp. 96-118) - Zie: Bijzondere Gedeelten |
|
|
| |
| |
WIEGEMAN, Roswitha
Nieuw proza in de DDR, 6, pp. 130-135
Met een lijst van in het Nederlands vertaalde DDR-literatuur (p. 135) |
Met fragmenten in vertaling. Zie: Proza, sub: G. Bussink; E. Schippers; J.F. Vogelaar |
|
|
|
WILLEMSEN, August
Poesia 61 en andere stromingen in de Portugese poëzie, 5, pp. 108-113
‘geen inleiding tot die poëzie, maar ... een selektie van citaten die ... uit een aantal poëziebeschouwingen werd samengesteld’. Met gedichten in vertaling - Zie: Poëzie |
|
|
|
WOLLENDORP, Johan
Brief uit de bajes *, 5, pp. 138-145
‘Als ik lees wat er zo al aan teksten in Raster verschijnt, dan bekruipt me het aangename gevoel dat ik het ook wel - en beter - zou kunnen. Iets pittiger bij voorbeeld. Als proeve van mijn kunnen stuur ik u meteen maar enkele genres toe’ (p. 138). - gedichten en een toneelstukje |
|
|
| |
Bijzondere gedeelten
De kunst van de machine
(Nr. 6, pp. 6-83)
BERNLEF, J.
Lars Gustafsson, De machines; Vuur- en luchtmachine. Vert.: J. Bernlef, pp. 75-76; 77
Met een toelichting door Lars Gustafsson: De machines. Een zelfonderzoek. Vert.: J. Bernlef, pp. 78-81 |
|
|
Een studie van hulpstukken, pp. 82-83
‘De geschriften uit die tijd’ |
|
|
|
RAAIJMAKERS, Dick
De kunst van het machine lezen. Over de emancipatie van het materiaal en het materiaalgebruik, pp. 7-53 - Met afbn. Met een inleiding door de Redaktie: Het lezen van De kunst van het machine lezen (p. 6) |
|
|
VANCREVEL, Laurens
Raymond Roussel, De heijuffer. Uit: Locus Solus. Vert.: L. Vancrevel, pp. 60-74 - Met tekeningen |
|
|
VOGELAAR, J.F.
Raymond Roussel - woordspelingen tegen de speling van het toeval, pp. 54-59
Over de methode die hij volgens eigen getuigenis (Comment j'ai écrit certains de mes livres) gebruikte. ‘Niet alleen de wonderlijke apparaten die Locus Solus en Impressions d'Afrique bevolken, maar eigenlijk ook het werk zelf zijn machines die beelden produceren, alsof ze tot de metaforische machinerie van het onbewuste behoren die indrukken uit het dagelijks leven als grondstoffen verwerkt’ (p. 58) |
|
|
| |
| |
| |
[Bert Schierbeek 60]
(Nr. 7, pp. 19-42)
SCHIERBEEK, Bert
Betrekkingen. Werknotities, pp. 32-40
(1.) | ‘kijk zei meneer de Ruiter:’ pp. 32-34 |
(2.) | ‘we hadden ook’ pp. 34-37 |
(3.) | ‘'t vliegveld Twente gebombardeerd’ pp. 37-40 |
|
|
Ochtendgrauwen, pp. 41-42 |
|
|
BERGE, H.C. ten
Bij de zestigste verjaardag van Bert Schierbeek, pp. 18-19 - Met prt.
‘Nu Schierbeek dit jaar zestig is geworden wil de redaktie met enkele bijdragen van en over de auteur niet zozeer de aandacht vestigen op zijn leeftijd als wel op de meer dan dertigjarige schrijftijd’ |
|
|
|
LUCEBERT
Portretschets en handwijzers voor Schierbeek-lezers, pp. 20-22 |
|
|
WALRECHT, Aldert
‘'t Is een tik tegen de lucht’, pp. 23-31
Over diens eerste (Het boek Ik) en diens voorlopig laatste (Weerwerk) experimentele roman; Het boek Ik en de kritiek (pp. 28-31) met een chronologische lijst van de recensies |
|
|
| |
Literatuuronderwijs
(Nr. 7, pp. 97-144)
BERNLEF, J.
Het schoolboek heeft de waarheid in pacht. Een gesprek met Gerrit Kouwenaar, pp. 113-124
‘In het boek van Teun A. van Dijk, “Het literatuuronderwijs op school” blijft één partij die in alle opzichten lijdend moet toezien buiten schot: de schrijver. Het leek me daarom aardig gewapend met een aantal boeken die Van Dijk in zijn kritische analyse aan een onderzoek onderwierp, eens naar een schrijver te gaan en hem te confronteren met de manier, waarop zijn werk in die leerboeken aan de leerlingen wordt gepresenteerd’ (p. 113) |
S.G. van Campen, Perspectief. Nederlandse literatuur (1970) |
F.P. Huygens, H.A. Huygens-Wijma, B.W.E. Veurman, Brandpunten. Leidraad bij de studie van de Nederlandse letterkunde voor het voortgezet onderwijs (1967) |
H.J.M.F. Lodewick, Literatuur 1940-19NU. Geschiedenis en bloemlezing (1976) |
W. Drop en J.W. Steenbeek, Indringend lezen I - ‘Close reading’ van poëzie (1970) |
|
|
|
MEIJER, Pieter de
Van Dijk en het literatuuronderwijs, pp. 97-103
Over diens Het literatuuronderwijs op school. Een kritische analyse |
|
|
| |
| |
MERTENS, Anthony & VOGELAAR, J.F.
Ideologie en literatuur-onderwijs. Vooraf bij: Pierre Macherey en Etienne Balibar, Literaire effekten van het onderwijs, pp. 125-128 - de tekst in vertaling volgt (pp. 129-144)
De tekst is een ingekorte en op enkele plaatsen samengevatte versie van de ‘Présentation’ bij Renée Balibar: Les français fictifs |
De literatuurbenadering van Balibar en Macherey voor wie ideologie ‘de struktuur [is] waarbinnen mensen denken én handelen’, biedt niet alleen ‘de mogelijkheid om de problematiek literatuur-taalonderwijs-maatschappij op een samenhangende manier te behandelen, vanuit een wetenschappelijke maatschappijteorie en in een politiek perspektief, tevens bevat ze een kritiek op een traditionele marxistiese opvatting over produktie en konsumptie van literatuur’ (p. 125) |
|
|
|
TEMPELMAN, Jaap
De medezeggenschap van de wetenschapper, pp. 104-112
Over T. van Dijks opvattingen in zijn Literatuuronderwijs op school, van het standpunt uit van een leraar Nederlands |
|
|
| |
Semiotiek
(Nr. 8, pp. 47-82)
Met een inleidende noot Bij de bijdragen over semiotiek (p. 47) door de Redactie
BARTHES, Roland
De derde betekenis. Aantekeningen bij een onderzoek van enkele fotogrammen van S.M. Einstein. Vert.: J.F. Vogelaar, pp. 60-71 - Met ill.
‘de [stompe, aanvullende] derde betekenis struktureert de film anders (althans bij S.M.E.); en juist daardoor misschien verschijnt op het nivo van de derde betekenis en alleen op haar nivo tenslotte het ‘filmiese’ (p. 69) ... dat ‘nog alleen in het belangrijke artefakt dat het fotogram is’ (p. 70) kan worden waargenomen |
|
|
|
ECO, Umberto
Op zoek naar een logica van de cultuurGa naar voetnoot1. Vert.: Carla Berkhout, pp. 48-53
Hoofdzakelijk over de opvattingen van C.S. Peirce, F. de Saussure, en over het semiotisch onderzoek der laatste jaren |
|
|
Hoofdlijnen van een samenvattende theorie van het teken. Vert.: Karin van Ingen Schenau, pp. 72-82
Slothoofdstuk uit Eco's klein semiotisch handboek Il segno (1973) |
|
|
|
KRISTEVA, Julia
Het systeem van het sprekend subjectGa naar voetnoot1. Vert.: Carla Berkhout, pp. 54-59
Toekomstperspectieven voor de semiotiek |
|
|
| |
| |
| |
Change
(Nr. 8, pp. 96-118)
Teksten ingeleid (pp. 96-97) en vertaald door Jean Deman
Jean Pierre Faye, Antwoorden aan het kollektief Khnari, pp. 98-102
Over ontstaan, groei en betekenis van de beweging, naar de versie in Change 25 |
|
|
Jacques Roubaud, Enkele tesen over poëtiek (I), pp. 104-106
Werknotities voor het Cercle Polivanov mei-juni 103-106 |
‘Onder poëtiek zullen we hier de studie verstaan van de verbanden tussen literatuur en taal’ p. 104 |
|
|
|
Creatief werkGa naar voetnoot1
Danielle Collobert, Dat van de woorden, pp. 107-108 |
|
Joseph Guglielmi, ‘... Voltooi de totaliteit...’ pp. 109-114
‘fragmentariese bespiegelingen omtrent het gedicht Aube: Dageraad (uitgegeven bij Le Seuil in de reeks Ecrire (1968)’ |
|
|
Paul Louis Rossi, Sekwensie II (iedere taal, zeker...), pp. 115-118 |
|
|
-
voetnoot1
- Met gegevens over de medewerkers achterin elke aflevering
-
voetnoot2
- Met een tekst van César Vallejo in vertaling, p. 87
-
voetnoot1
- Met ‘Over Peter Blue Cloud’ door H.C. ten Berge, p. 65
-
voetnoot1
- De titels met * behoren tot de rubriek: Diskussie, kritiek, korrespondentie
-
voetnoot1
- Oorspronkelijk geschreven voor The Times Literary Supplement; opnieuw gepubliceerd in The tell-tale sign. A survey of semiotics
-
voetnoot1
- Oorspronkelijk geschreven voor The Times Literary Supplement; opnieuw gepubliceerd in The tell-tale sign. A survey of semiotics
-
voetnoot1
- Respectievelijk ontleend aan Change 11; 29; 29
|