| |
| |
| |
De Vlaamse Gids
Eindredactie: Frans Strieleman, Fernand Papon, Willem M. Roggeman, Marcel van der Bruggen
Beheer en Directie: Uitgeverij J. Hoste N.V., Korte Nieuwstraat 28, 2000 Antwerpen - Uitgegeven in samenwerking met het Willemsfonds
Jrg. LXII, 6 nrs., nrs. 1, 5: 92 pp., nrs. 2, 3, 4, 6: 76 pp.
| |
I. Poëzie
BIEZEN, Jan
Jij bleef, 1, pp. 66-67
‘Jij bleef over als antiek verlangen’ |
|
|
|
BRUGGEN, Nic van
Spiersteen (Een cyclus gedichten bij dansfoto's van Jetty Roels), 6, pp. 51-52
I, 1-12: | ‘Mijn bewegen is tekenen met tijd, tot’ p. 51 |
II, 13-24: | ‘Mijn spieren, spiegels van het oudste’ p. 51 |
III, 25-36: | ‘In mijn ledematen bewaar ik het magisch’ p. 52 |
IV, 3748: | ‘In mijn eenmakend, bedachtzaam verlangen’ p. 52 |
|
|
|
CARETTE, Hendrik
Kleine litanie voor een groot dichter, 1, p. 65
‘Poëzie fluistert met de smekende mond’ |
|
|
|
DAISNE, Johan
[Gedichten], 3, pp. 48-49
Misschien dat morgen: ‘Heb ik het alles uitgewrongen, p. 48 |
Amen: ‘Het moest een keer gebeuren’ p. 49 |
|
|
|
DESCHOEMAEKER, Frans
La fin du siècle. Bij foto's van Jacques Alexandre en David HamiltonGa naar voetnoot2, 5, pp. 55-56
‘Geen schip kruist op hun binnenwateren’ p. 55 |
‘Onmiskenbaar reeds; mist om hekpalen’ p. 55 |
‘Een ontbijt. Oosterse kruiden. Haar mandoline’ p. 56 |
|
|
|
DENOO, Joris
De wurger van Boston, 4, p. 44
‘Jaja, al goed: geen huis zo hol of er schuilt wat avontuur’ |
|
|
| |
| |
GRUWEZ, Luuk
Sourdine, 3, p. 51
‘en als er geen tederheid meer is’ |
|
|
|
INSINGEL, Mark
De kruik gaat zolang te water tot zij barst, 3, pp. 44-46
‘Van vriendelijk komt toegeeflijk’ p. 44 |
‘Eenzaam is ongelukkig’ p. 44 |
‘Verzint eer gij begint’ p. 45 |
‘Bepaalt in de herhaling de herhaling de verandering?’ p. 46 |
|
|
|
KLEIN, Ben
Costellazione, 3, pp. 50-51
‘het indië-huis schuin naar de trapgevel’ |
|
|
|
KUSTERS, Wiel
Verpakte bewegingen, 1, pp. 68-69
1. | ‘Ontroering verlaat haar vorm’ p. 68 |
2. | ‘Voorzichtig leven’ p. 68 |
3. | ‘Wit en zacht bewegend’ p. 69 |
|
|
|
LASOEN, Patricia
[Gedichten], 4, pp. 42-43
Grootmoeder naaide op een Singer naaimachine, p. 42 |
‘In het kerselaren bed van grootmoeder’ |
Bij het bedenken van verhalen van droefheid en glas, p. 43 |
‘Een zomer van bezinning is voorbij’ |
|
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Hedendaagse Italiaanse poëzie. Vert.: W.M. Roggeman, 1, pp. 24-30
Nanni Balestrini, Lichamen in beweging en lichamen in evenwicht, p. 28 |
Corrado Costa, De twee voorgangers, p. 25 |
Pier Paolo Pasolini, Er ontbreekt altijd iets, p. 24 |
Camillo Pennati, Muur, p. 27 |
Antonio Porta, Misdaden van de poëzie 1-5, pp. 29-30 |
Edoardo Sanguineti, Laborintus II, p. 26 |
Cesare Vivaldi, Striptease, p. 25 |
|
|
|
SCHIERBEEK, Bert
[Gedichten], 4, pp. 20-23
Slagveld: ‘een laars’ pp. 20-21 |
Steve Biko: ‘jij bent dood’ pp. 22-23 |
|
|
|
VERCAMMEN, Jan
Iets met het uitzicht van een vrouw, 4, pp. 40-41
1. | ‘Er stond een verwrongen regenboog’ p .40 |
2. | ‘Gezegend de tijd dat mij’ pp. 40-41 |
3. | ‘Veertig, allerzielen’ p. 41 |
|
|
|
VERHEGGHE, Willie
Achilles of de ongelijke strijd, 1, pp. 70-71
|
|
| |
| |
VERPALE Eriek
[Gedichten], 1, pp. 71-72
Daglicht: ‘Geen blaam treft mijn naam’ p. 71 |
Nagelaten bericht voor het venster: ‘Als er maar af & toe eens wat nieuws komt’ |
|
|
|
WISPELAERE, Griet de
Ontbijt, 1, p. 67
‘zij verslinden tot bij de middag’ |
|
|
| |
II. Proza
BUYSSE, Maddy
Antonio Pizzuto, [fragmenten]. Vert.: Maddy Buysse, 1, pp. 17-20
Poppen worden hersteld. Uit: Si riparano bambole, pp. 17-19 |
Het wachten (de dood). Uit: Pagelle I, pp. 19-20 |
|
|
|
HERMANS, Willem Frederik
De schoorsteen (autobiografisch fragment), 5, pp. 22-27 |
|
|
VIANEN, Bea
Geen onderdelen (romanfragment), 3, pp. 18-23 |
|
|
T'HOOFT, Jotie
Hall of mirrors, 1, pp. 61-64 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
AKEN, Paul van
Van dikke witte paters en een misverstand. Een korte bloemlezing van aardige en minder aardige ansichtkaarten uit het verre Vlaanderen, 5, pp. 37-40
Over de polemiek Weverbergh/W.F. Hermans n.a.v. Hermans' bijdrage over Du Perron, nl. Proeve van rustig lesgeven (Podium, XVII, 1962, 1693, 9-10, pp. 385407); opgenomen in Mandarijnen op zwavelzuur); uit de citaten uit Bok en Komma blijkt ook Weverberghs bewondering voor W.F. Hermans |
|
|
|
APOSTEL, Leo
De wijsgerige betekenis van het werk van Ilya Prigogine Nobelprijs Theoretische Scheikunde 1977, 1, pp. 74-79 |
|
|
BOENDERS, Frans
‘Discretie en discipline’, 3, pp. 52-54
Over het werk van F.C. Terborgh, die in een brief aan auteur als reactie op een vroegere bespreking - nl. in Kunst en Cultuuragenda, X, 1977, 5, pp. 20-21 - schrijft: ‘Ik zou een andere benadering willen voorstellen: de vorm van het werk (en dus ook de inhoud) wordt beheerst door discretie en discipline’ |
|
|
| |
| |
BOSSIER, Willem
Franz Petri en zijn taalgrenstheorie, 3, pp. 67-75
N.a.v. een vraaggesprek met Franz Petri in Spectator (XVI, 1977, nr. 1) o.d.t. Duitse visie op Vlaanderen, over diens theorie in diens Germanisches Volkserbe in Walloniën und Nord-Frankreich (1937) behouden in Siedlung, Sprache und Bevölkerungsstruktur im Frankenreich (1973) en die door verschillende geschiedkundigen en romanisten werd aangevallen en tegengesproken o.a. door Jan Dhondt in zijn Essai sur l'origine de la frontière linguistique |
|
|
|
BUYSSE, Maddy
Antonio Pizzuto, 1, pp. 15-16 - Met prt.
Inleiding bij de vertaling van fragmenten uit diens werk. - Zie: Proza |
|
|
|
CALLEWAERT, Marc
Polariteit en esteticisme in de Italiaanse plastiek, 1, pp. 31-34 - Met ill.
Over de schilderkunst na Wereldoorlog II |
|
|
|
CLAEYS, Marcel
Permanente vorming: een nieuw startpunt? 4, pp. 71-74
Pleidooi voor ‘een verbeterde begripsinhoud voor de “democratisering van het onderwijs”’ die tot ‘“vervlakking” ten nadele van de meest begaafden kan leiden’ |
|
|
|
CORNETS DE GROOT, R.A.
Wie is Lilith? 4, pp. 30-35
Over de Lilith-figuur (Jes. 34:14 & Psalm 91) zoals die door Bert Schierbeek in Chambre/Antichambre en in Het boek Ik gestalte kreeg |
|
|
Daar rijdt een koffiebroodje door de straat, 5, pp. 42-44 - Met ill.
‘Hoe komt het dat ik, denkend aan [Saul] Steinberg aan W.F. Hermans' werk herinnerd word’ |
|
|
|
COTUR, P.
Geotermie: hoe wij straalkachel aarde kunnen benutten, 5, pp. 86-87
Verwezenlijkingen en aan de gang zijnde opzoekingen i.v.m. het opwekken van energie uit de aardwarmte |
|
|
|
DUBOIS, Pierre H.
Willem Frederik Hermans en Multatuli, 6, pp. 53-57
N.a.v. diens De raadselachtige Multatuli |
|
|
|
EGGINK, Clara
Het onbekende Suriname, 3, pp. 38-43
Over Suriname in het werk van Bea Vianen |
|
|
|
GEERTS, Leo
Wat is een Surinamer? 3, pp. 30-36
Beeld van de Surinamer zoals hij beschreven wordt in het werk van Bea Vianen |
|
|
| |
| |
GERAERDS, Rob
Toneel in Nederland: tien premières, om mee te beginnen, 6, pp. 71-73
Over het ontbreken van een gedegen en goed speelbaar repertoire en over het subsidiebestel; over de voorstellingen |
|
|
|
GORLé, Frits
De Sovjetunie: een ontwikkelde socialistische maatschappij en een rechtsstaat? 1, pp. 83-90
Over de Sovjetgrondwet van 1977 |
|
|
|
IMPE, Herman van
De vrijzinnigen in het zelfstandige Vlaanderen van morgen, 2, pp. 58-63
‘Welke waarborgen bestaan er op juridisch, politiek, ideologisch en sociologisch gebied voor de Vlaamse permanente minderheid van morgen, de vrijzinnigen?’ (p. 59) |
|
|
|
INSINGEL, Mark
Het rendement van dit spel, 5, pp. 45-49 - Met ill.
Over J.P. Maury's programmeringen |
|
|
|
JACQMAIN, Monique
Het Italiaanse proza na de tweede wereldoorlog, 1, pp. 5-14 - Met prtn. |
|
|
LEEMPUT, L. van
De dreigende dogmatisering bij links, 2, pp. 66-74
Over de toename van ‘de infiltratie van uiterste linkse doctrines’ |
|
|
|
LINDEN, Adriaan van der
Italiaanse opera-directeuren in de nor, 4, pp. 66-68
Gearresteerd werd o.a. de artistieke leider van de Romeinse Opera, Gioacchino Lanza Tomasi, prins van Lampedusa, voor het overtreden van een Italiaanse wet van 1967, waarbij aan de leiding van operatheaters wordt voorgeschreven op welke wijze zij artiesten moet aanwerven, namelijk rechtstreeks en zonder tussenkomst van agenten |
|
|
|
LUUDJENS, Adriaan H.
Italië, een ‘Prima Donna’, maar zwaar verkouden, 1, pp. 41-52
Over de politieke en economische toestand |
|
|
|
MAN, Jos de
Over Jotie T'Hooft, I, pp. 55-59
Uit een gesprek met diens ouders en beste vriend |
|
|
|
MEERT, Hugo
Een kwarteeuw Vlaamse Televisie van Mathilde tot Cesar, 5, pp. 65-71 - Met afbn.
Terugkijkend op 25 jaar televisie... merkt men dat ‘de zo gevreesde middelmatigheid al te vaak de bovenhand gehaald’ heeft (p. 69) |
|
|
| |
| |
MERCKX, A.
In het hart van Parijs, 1, pp. 80-82
N.a.v. de tentoonstelling ‘La ville et l'enfant’ in het Centre Pompidou |
|
|
Het grote dispuut, 2, pp. 50-55
José Gudiol & Julián Gállejo, [Francisco de] Zurburan |
Werner Schmalenbach, Fernand Leger |
Milton W. Brown, American art to 1900 |
|
|
Het innerlijk model (The inner model), 3, pp. 64-66
J.H. Matthews, The imagery of surrealism |
|
|
Het expressionisme als opstand, 4, pp. 60-61
Jean-Michel Palmier, L'expressionisme comme révolte. I. Apocalypse et révolution |
|
|
Zien met woorden, 4, pp. 61-63
Tom Wolfe, Le mot paint (The painted word) |
John Berger, Ways of seeing |
Martin Schuster & Horst Beist, Kunst-Psychologie |
George Heard Hamilton, Painting and sculpture in Europe (Herdruk) |
|
|
Wedergeborenen, 4, pp. 63-65
André Pieyre de Mandiargues, Das Wunder Arcimboldo |
Hans H. Hofstätter, Gustave Moreau |
|
|
Jozef Peeters, de catechist, 5, pp. 72-73
N.a.v. het boek Jozef Peeters (1895-1960) |
|
|
De vuurproef, 5, pp. 74-75
‘Het wachten is nu op de vaststelling of zijn [nl. Jan Cox'] schilderij [aangebracht in de Brusselse metro] sterk genoeg is, om ondanks de glazen dekplaat, de aandacht van de voorbijgangers langer dan de stonde van een oogopslag vast te houden’ (p. 75) |
|
|
De illusie van een illusie, 6, pp. 66-67
Over de tekeningen van Claude Lorrain in het Louvre i.v.m. de Mark Rothko-Chapel in Houston (Texas) |
|
|
|
NORD, Max
Verslag van een verstandhouding, 2, pp. 20-33
Herinneringen aan Adriaan van der Veen |
|
|
|
OOSTVOGELS, Joe
Het koele sadisme van Hermans' universum, 5, pp. 29-35
Over de ‘levensalternatieven’ in het werk van W.F. Hermans |
|
|
|
PREVENIER, W.
Geschiedenis-vervalsing onder dictaturen, 4, pp. 46-59
Over ‘gedirigeerde geschiedschrijving’ en de gevolgen ervan voor historici, met voorbeelden uit het Derde Rijk en uit de Sovjet-Unie; over de constante thema's: nationaal verleden en leidende figuur. Men moet zich evenwel goed realizeren ‘dat men ook in onze Westerse democratieën lang niet alles kan publiceren wat men wil’ (p. 57) |
|
|
| |
| |
REYNEBAU, Marc
Nationalisme en romantische literatuur in Vlaanderen, 1830-1850, 5, pp. 76-85
Over de Gentse en de Antwerpse groep en hun ‘zuiver-politieke’ opvattingen; ‘de Vlaamse gedachte in de romantiek is een beweging die zich volledig in het bestel inkalkuleert en staat ver verwijderd van een of ander soort revolutionair nationalisme’ (p. 79) |
|
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Hedendaagse Italiaanse poëzie, 1, pp. 21-23
Bondig overzicht, gevolgd door vertalingen - Zie: Poëzie |
|
|
Gesprek met Adriaan van der Veen, 2, pp. 4-15 |
|
Gesprek met Bea Vianen, 3, pp. 4-15 |
|
Gesprek met Bert Schierbeek, 4, pp. 4-18 |
|
Gesprek met Willem Frederik Hermans, 5, pp. 4-20 |
|
Laatste gesprek met Johan Daisne, 5, pp. 51-54
Tekst van het gesprek afgenomen n.a.v. zijn 65ste verjaardag (8 september) en verschenen in De Nieuwe Gazet |
|
|
Gesprek met Nic van Bruggen, 6, pp. 38-50
N.a.v. diens bekroning met de tweejaarlijkse poëzieprijs De Vlaamse Gids voor Tussen feestend volk |
|
|
|
ROMIJN MEIJER, Henk
Gekortwiekte geluksvogel, 2, pp. 36-42
Adriaan van der Veen, In liefdesnaam; De geluksvogel |
|
|
|
SCHIPPERS, K.
De momenten van Bert Schierbeek, 4, pp. 24-28
‘Het zijn die twee schijnbaar tegengestelde stemmingen [droevig of vrolijk] die Schierbeek steeds weer met elkaar probeert te verzoenen; of hij zijn teksten daarvoor nu op eigen ervaringen of die van anderen baseert’ (p. 28) |
Met enkele reacties van Jan Hanlo aangebracht in een exemplaar van De tuinen van Zen |
|
|
|
TRAPPENIERS, L.
De vrouwelijke visie in de Italiaanse film, 1, pp. 35-40 - Met afbn.
Over de kineasten Lina Wertmüller en Liliane Cavani |
|
|
|
VANDENDUCK, Willy
Zbigniew Brzezinski: een politieke en een filosofische wereldvisie, 3, pp. 55-63
N.a.v. diens Between two ages. America's role in the technetronic era; over diens ‘zienswijze over de invloed van de technologische en electronische vooruitgang op het wereldbeeld’, en over de relatie V.S./Rusland en V.S./Derde wereld |
|
|
| |
| |
VEEN, Adriaan van der
Elk huis weerspiegelt zijn bewoner, 2, pp. 17-19
‘en dan weerkaatst het mijne iemand die, na jaren niet versmolten met zijn bijeen geraapte huisraad, een gevoel van onpermanentie niet zozeer koestert dan wel heeft, tegen wil en dank’ (p. 19) |
|
|
|
VEKEN, Ingrid van der
Ethel Portnoy over Chrysallis, 4, pp. 38-39
Gesprek over het ‘eerste nederlandstalig op vrouwen afgestemd tijdschrift voor beeldende kunst en literatuur’ |
|
|
Open universiteit: Hoe open en hoe universitair? 6, pp. 59-64
Korte inleiding en twee gesprekken: |
André Vandenbunder, Een kans op onderwijsvernieuwing, pp. 60-62 |
‘Open universiteit is voor mij een opleiding, buiten de bestaande universiteiten, al dan niet in samenwerking met deze universiteiten, die tot dezelfde kwalificaties zou leiden en net zo'n legale diploma's zou verstrekken’ (p. 60) |
Jan van Broekhoven, Beginnen aan de basis, pp. 63-64 |
‘een ter beschikking staande volwassenen-vorming, op alle niveaus, waarvan een open universiteit slechts een onderdeel zou zijn. En dan nog het minst dringende onderdeel’ (p. 63) |
|
|
|
VERHOYE, Bert
Avignon, het feest is geweest, 5, pp. 57-59
Over het theater festival 1978 |
|
|
Theatritis. Als het doek opgaat..., 5, pp. 61-64
Over het repertoire '78-'79 van de kleine theaters in Vlaanderen |
|
|
|
VERKEIN, Lea
Variaties op het thema theater. Parijs: 21, 22 en 23 sept. 1978, 6, pp. 68-70
Over de sfeer in Parijs en een bezoek aan het Théatre des Variétés waarin drie eenakters van Feydeau werden opgevoerd met Daniëlle Darrieux en Bernard Blier, en aan het theater van de Comédie des Champs Elysées, alwaar opvoering van Le bateau pour Lipaïa van Alexei Arbouzov met in de hoofdrol Edwige Feuillère |
|
|
|
VERPOORTEN-BLOEM, Diane
De literair-criticus Marnix Gijsen: ‘Een criticus is een meneer, meer niet’, 2, pp. 43-48 |
|
|
WISPELAERE, Paul de
Twee romans van Bea Vianen, 3, pp. 24-27
Sarnami, haï (1969) en Ik eet, ik eet tot ik niet meer kan (1972) |
|
|
| |
| |
| |
Bijzonder nummer
Het mecenaat
(Thema van de Dag van de Vlaamse Gids - nr. 6, pp. 4-37)
BEX, Florent
Artistieke aanmoediging in de onmiddellijke praktijk (tentoonstellingen), 6, pp. 29-33 |
|
|
BUYNDER, E. Van
Mecenaat op het regionale vlak, pp. 34-37 |
|
|
DECORTE, Bert
De kunstenaar tegenover het mecenaat, pp. 22-25 |
|
|
GLAVIMANS, André
Materieel gewin van het mecenaat, pp. 26-28 |
|
|
KEYSER, Frank de
Met de Vlaamse Gids nieuwe gezichtseinders tegemoet, p. 4
Inleiding tot het themagedeelte |
|
|
|
NAESSENS, Maurits
Huidige mogelijkheden van het mecenaat, pp. 17-21 |
|
|
SCHEVENHELS, Leo
Quid met het mecenaat? pp. 5-9 |
|
Kunst, overheid en mecenaat, pp. 10-16
Overzicht van het mecenaal beleid van de overheid in België |
|
|
| |
V. Illustratie
Baj, Enrico, 1, p. 32 |
Fontana, Lucio, 1, p. 33 |
Maury, J.-P., p. 46, 48 |
Steinberg, Saul, 5, p. 43 |
|
-
voetnoot1
- Nr. 1 is gedeeltelijk gewijd aan Italiƫ; nr. 2 aan Adriaan van der Veen; nr. 3 aan Bea Vianen; nr. 4 aan Bert Schierbeek; nr. 5 aan Willem Frederik Hermans; nr. 6 aan Het mecenaat en aan Nic van Bruggen
-
voetnoot2
- Prijs van de Vlaamse Club Brussel 1978
|