| |
| |
| |
De Revisor
Tweemaandelijks tijdschrift
Opgericht in 1973
Redaktie: Tom van Deel, Dirk Ayelt Kooiman, Nicolaas Matsier
Redaktieadres: Keizersgracht 608, Amsterdam
Uitgever: Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam
Jrg. IV, |
nr. 1: |
februari 1977, 80 pp. |
|
nr. 2: |
april 1977, 88 pp. |
|
nr. 3: |
juni 1977, 84 pp. |
|
nr. 4: |
augustus 1977, 72 pp. |
|
nr. 5: |
oktober 1977, 68 pp. |
|
nr. 6: |
december 1977, 80 pp. = Vrouw & literatuur. De strijd om de broek |
| |
I. Poëzie
ANKER, Robert
De reiger, 1, p. 22
1. | ‘Doorgaans een loodlijn naar de lucht’ |
2. | ‘De droefenis van grassen’ |
3. | ‘Ik zag laatst een reiger staan’ |
4. | Zoekplaatje van een reiger: ‘Zijn beeltenis staat gegrift’ |
5. | ‘Telkens komt hij los’ |
|
|
Kraai, ekster, 4, p. 52 - Rectificatie, 5, p. 4
1. | ‘Om te beginnen is hij zwart’ |
2. | ‘Lees maar, het valt je op’ |
3. | ‘Hij draagt geen toekomst in zich om’ |
4. | ‘Natuurlijk is kraai koning’ |
1. | ‘Hij is van boom tot grassen bezig’ |
2. | ‘Zijn vleugels, zijn propellers zijn’ |
3. | ‘Hij bezit de lichtheid’ |
4. | ‘Toch nog onverwachts’ |
|
|
|
DEEL, T. van
Panorama, 1, p. 33
‘Wie door dit boek heenstapt verkijkt zich’ |
|
|
|
GEEL, Chr. J. van
Uit: Zwanezang, nagelaten gedichten (niet gepubliceerd), 2, pp. 14-15
‘Weliswaar nooit van mijn plaats geweken -’ p. 14 |
Zwemvogels: ‘Geen eend brengt ooit, geen zwaan’ p. 14 |
Herfst: ‘Een vrouw van weer en wind die zonder weerga in’ p. 14 |
Vijver der liefde: ‘Water bevloeit de eeuwige terrassen’ p. 14 |
Najaarsnacht: ‘Zoals het blad voordat het valt zich toont’ p. 15 |
Inzicht: ‘Ik kijk door het vergeten heen’ p. 15 |
Eenden: ‘De eenden zijn met lucht alleen’ p. 15 |
|
|
| |
| |
HABAKUK II de Balker
[Gedichten], 2, p. 10
Het riet: ‘Weerspiegeling, verzinking, weerspiegeling’ |
Yellows: ‘Yellow-boom, chromosoom’ |
|
|
[Gedichten], 3, p. 12
Dennebos: ‘Het uithangbord van ons gilde’ |
Denappels: ‘Denappels houden gevangenen’ |
De dennen: ‘Dennebossen, scheef als dronkaards’ |
|
|
De marskramer, 4, p. 13
‘Sneltrein door de kikvorsen gezien’ |
|
|
[Gedichten], 5, p. 11
IJzel en de brem: ‘In de hoekjes van de ogen huilt het’ |
Hond Regenboog: ‘Hond Regenboog is heel goed’ |
|
|
|
HERZBERG, Judith
[Gedichten], 2, p. 42 - Rectificatie, 3, p. 11
Boomchirurg: ‘Boomchirurg noemde hij zich, en met zijn motorzaag’ |
Toerist: ‘De grond onttrekt zich aan mijn hechten’ |
|
|
Omdat ik deze hele stad voor je mee wil nemen, 3, p. 11 |
|
|
JELLEMA, C.O.
[Gedichten], 5, p. 19
Op de boot: ‘Jonger, maar hoevéél durf ik niet te denken’ |
Patras, Hotel Acropole: ‘Nog mooi, nog zwelt mijn buik’ |
|
|
|
JOOREN, Theo
Vakantie, 5, p. 10
‘Voorbij een laatste kromming ligt Stavanger’ |
|
|
|
KOK, Hans
[Gedichten], 3, p. 17
Nieuwe zakelijkheid: ‘rechte hoeken wou ik’ |
Weer thuis: ‘hoe ik naast je lag je kleine’ |
Handel en industrie: ‘wijdbeens op de rails gaan staan’ |
|
|
|
KOPLAND, Rutger
BreytenGa naar voetnoot1, 3, p. 13
‘Zeg dan: vader, juist omdat ik om je gaf, daarom. Zeg’ |
|
|
[Gedichten], 4
‘Zoals de pagina's van een krant’ p. 11 |
‘Eenzame G, ik heb je toch weer bezocht, we hebben’ p. 6 |
|
|
|
KOUWENAAR, Gerrit
[Gedichten], 2, p. 9
‘Doe die deur open’ |
‘De dood was eigenlijk nooit hier’ |
|
|
| |
| |
KUIJPER, Jan
[Gedichten]
Botaurus stellaris: ‘De sloot werd breder, ik was op een meer’ 1, p. 16 |
Biezen mandje: ‘Geen nijlpaarden en krokodillen hier’ 2, p. 48 |
|
|
|
TENTIJE, Hans
[Gedichten], 4, p. 12
Hoe 't is: ‘Wind, steek mosgrijs over ons op, kom’ |
Fajoem: ‘Er zijn plaatsen te over, er is altijd tijd te kort’ |
|
|
Thaulows doodGa naar voetnoot1, 5, p. 20 - Met ill.
‘Walm van hulpstroomvermogen, grijs zeildoek’ |
|
|
|
TEYLINGEN, Hendrik van
150 haiku van Ryuhô tot Wafû. Vert.: Hendrik van Teylingen, 2, pp. 53-64 - Met ill. |
|
|
TOORN, Willem van
[Gedichten], 5, p. 5
Verrekijker (Monteriggioni): ‘Een landschap ontoegankelijk voor taal’ |
Een kraai bij Siena: ‘Hoe een kraai vliegt over de heuvels’ |
|
|
|
VERSTEGEN, Peter
Charles Baudelaire, Le rêve d'un curieux / Droom van een weetgierig man. Vert.: Peter Verstegen, 5, p. 21 - Met korte toelichting en portret |
|
|
WAARD, Elly de
Zeven gedichten, 4, pp. 24-25
1. | (fragment) ‘Ze leek veel meer een meisje toen’ p. 24 |
2. | ‘Het strijkkwartet stemt achter een kamerscherm’ pp. 24-25 |
3. | ‘De zomerstoelen waarin wij nog kortgeleden zaten’ p. 25 |
4. | ‘Wat mij interesseert’ p. 25 |
5. | ‘Soms richt een spriet zich op van niets’ p. 25 |
6. | ‘De herfst staat voor zonsondergang, verval, het wennen aan de nacht’ p. 25 |
7. | ‘Winter. Een scheefgezakte paal’ p. 25 |
|
|
|
WEERLEE, Duco van
Non van onkuisheid (naar een schilderij van Quinten Matseys), 1, p. 16
‘Zij heeft, nog naakt, het haar een eeuwigheid’ |
|
|
|
ZONDERLAND, Peter
Kunst der Interpretation, 1, p. 15
1. | ‘in een in glas gevat sneeuwlandschap’ |
2. | ‘wat gebeurt moet je bedenken’ |
|
Eckelrade, 1, p. 23
1. | ‘het huis staat open’ |
2. | ‘luistert er een merel?’ |
3. | ‘langzaam loopt het landschap weg’ |
4. | ‘merels zijn de dagen’ |
|
|
| |
| |
[Gedichten], 3, p. 30 - Rectificatie, 5, p. 4
Getild: ‘er zijn steeds meer terapeuten en niets’ |
‘een portret om tijd te bewaren’ |
|
|
[Gedichten], 4, p. 57
1. | ‘losgelaten’ |
2. | ‘aan de voet van de bomen’ |
| ‘als de gebeurtenissen zich tegen je keren’ |
|
|
|
ZUIDERENT, Ad
[Gedichten], 2, p. 24
Herhalingsoefening: ‘Thuis van de tocht en de verhalen komen los’ |
Naar de eenzaamheid: ‘Terug ging ik vanmorgen en alleen’ |
|
|
Muziek bij het werk, 3, p. 13
‘De naald blijft steken in de groef, maar mijn’ |
|
|
Weg, 4, p. 38
‘Ik ga naar Willemsdorp en zie de nieuwe brug’ |
|
|
Onder vrienden, 5, p. 5
‘Gepraat aan tafel over hoe je je gedraagt’ |
|
Van alles wat gezegd wordt of gezongen, 5, p. 5
‘In de tuinen, in de ruimte tussen bomen’ |
|
|
| |
II. Proza
BEERS, Paul
Konrad Merz, Verhalen van een masseur. Vert.: P. Beers, 3, pp. 18-22
Miskleur; Dorp in Europa, pp. 19-20; pp. 21-22 |
|
|
Marian Pankowski, De kleermaakster. Vert.: P. Beers, 5, pp. 13-19 |
|
|
BRASSINGA, Anneke
Malcolm Lowry, Ghostkeeper. Vert.: Anneke Brassinga, 1, pp. 3-15 |
|
|
BROUWERS, Jeroen
Overal stilte. Krekelbosse klaagzangen, 4, pp. 14-23
Met fragmenten uit brieven aan Tom van Deel uit de jaren 1972-1975 |
|
|
|
COMPAAN, Theo
Het houden van vrouwen, 3, pp. 14-17 |
|
|
DONKERS, Jan
|
|
HAWINKELS, Pé
Credite experto, 1, pp. 17-21 |
|
| |
| |
HULSHOF, Paul
Het vertrek, 3, pp. 38-49 - Met tekeningen
Het vertrek, pp. 39-43 |
Het vervolg, pp. 44-47 |
Het vertrek II, pp. 48-49 |
|
|
|
KELLENDONK, Frans
|
|
KROL, Gerrit
De weg naar Sacramento, 2, pp. 2-8
Hoofdstukken 3 en 4 uit de gelijknamige roman, in schets (2de versie) |
|
|
|
MARTENS, Hedda
|
|
MATSIER, Nicolaas
Vis dormitiva, 2, pp. 11-13 |
|
|
VERHEUL, Kees
Bij meneer Prinsen (fragment), 4, pp. 26-38 |
|
|
VERSTEGEN, Peter
Jean Cocteau, Het bruidspaar van de Eifeltoren. Tekeningen Charley (stripverhaal). Vert.: Peter Verstegen, 5, pp. 61-67 |
|
|
ZUIDERENT, Ad
Een overwinnaar, 4, pp. 2-11 |
|
| |
III. Toneel
BEERS, Paul
Stanislaw Ignacy Witkiewicz, De gek en de non of Van kwaad tot erger. Vert. en inl.: P. Beers, 1, pp. 49-56 |
|
| |
ANBEEK, Ton
Boekenkorf '78, 2, p. 87
De literaire hoogtepunten die ons volgens Joop Smits te wachten staan |
|
|
|
ASMA, Tinke van
Orlando [van Virginia Woolf], 2, pp. 73-75 |
|
|
BAKX, Hans & BEERS, Paul
In gesprek met Konrad Merz [over leven en werk], 3, pp. 24-26 |
|
| |
| |
BEEKMAN, K.
Brakmans geschiedenis, 2, pp. 77-79
Willem Brakman, Glubkes oordeel & Over het monster van Frankenstein (een essay over de ‘Gothic novel’) |
|
|
|
BEERS, Paul
Alain van Crugten, Het toneelwerk van Stanislaw Ignacy Witkiewicz. Vert.: P. Beers, 1, pp. 42-48
De vertaling van het enigszins ingekorte voorwoord tot Witkiewicz’ Théatre Complet, dl. 1, volgt op een bondige inleiding over S.I. Witkiewicz |
|
|
Charta 77 - Milosz 53, 2, pp. 33-34
Over het geestelijk klimaat van onvrede in de door de Sovjet-Unie gedomineerde Oostbloklanden; over ‘Het gekooide denken’ van de Pools-Litauwse auteur Czeslaw Milosz |
|
|
Czeslaw Milosz, Het gekooide denken. Murti-Bing. Vert.: P. Beers, 2, pp. 35-41
Verkorte versie van hoofdstuk 1; over S.I. Witkiewicz; over de apathie onder de kunstenaars in Polen |
|
|
Vertaler - sektariër of tussenpersoon?, 2, pp. 65-67
N.a.v. de reacties op de niet-toekenning van de Nihoff-vertaalprijs wordt nader ingegaan ‘op de achtergronden van de boycot-actie van de zijde der literaire vertalers én op het probleem van het beoordelen van literaire vertalingen’ |
|
|
Konrad Merz en de schim van Hitler, 3, p. 25 - Zie ook: Proza |
|
De kritische afgang*, 3, pp. 69-71
Over de ‘trutterige opstelstijl’ en ‘keukenmeidenstijl’ in tal van periodieken; met voorbeelden uit Vrij Nederland, Haagse Post, NRC/Handelsblad, Tirade |
|
|
Marian Pankowski, 5, p. 12 - Zie: Proza |
|
Ter herinnering aan Pé Hawinkels, 5, p. 38
Met in facs. een blz. uit het typoskript van zijn Medea-vertaling |
|
|
|
BERGH, Greetje van den
‘Literaire’ vertaalfouten II*, 3, p. 81 + p. 84
Reactie op Frans A. Janssen, Literaire vertaalfouten (De Revisor, III, 1976, 5 = Vertaalnummer, pp. 69-70) i.v.m. haar vertaling J. Gracq, Het kasteel Argol |
|
|
|
BRUYN, E.B. de
Vertalerskrakeel*, 2, pp. 84-87
Satire in versvorm op Ch. Vergeers vertaling van Strato van Sardeis' Knapenliedboek |
|
|
|
BROUWERS, Jeroen
Beste Revisors *, 5, p. 49, 51, 55
Reactie op Het academisme in de literatuur. Matsier, Meijsing, Kooi- |
|
|
| |
| |
man en Kellendonk [van De Revisor] op zoek naar een methode. Haagse Post-interview (10 sept. 1977). Met antwoord van Nicolaas Matsier, p. 55 |
|
|
|
CLAES, Paul
Waarom ook Charles Vergeer de Nijhoff-prijs wel weer niet krijgen zal, 4, p. 71
‘Mij lijkt het enige imposante aan Vergeer zijn prestatie dat hij zo'n beroerde vertaling [van Strato van Sardeis' Knapenliedboek] zonder meer gedrukt krijgt’ |
|
|
|
DAS, Jaap
Een stukje Lucebert, 1, pp. 62-64
Over het gedicht ‘Dennaalden en denappel tong’ geciteerd door J. Das in een beschouwing over een Cobra-avond (Trouw, 7 nov. 1947) opgenomen in Luceberts Verzamelde gedichten en over een ander gedicht (Verzamelde gedichten, p. 464) een pastiche ‘naar’ Lucebert door Theo Sontrop |
|
|
|
DEEL, Tom van
Malcolm Lowry, Ghostkeeper. Titelvarianten: Henrik Ghostkeeper, Gevonden voorwerpen, Parkwandelaar, Maar wie is die andere parkwandelaar? Goed, maar wat heeft het te betekenen? Een rad in een rad, Een voorlopig verhaal, 1, pp. 2-3 - Met foto - Zie: Proza, sub: Brassinga, Anneke |
|
Vogels binnenste buiten. Over tekeningen van Chr. J. van Geel, 4, pp. 53-56 - Met ill. - Rectificatie, 5, p. 4 |
|
|
DELVIGNE, Rob & ROSS, Leo
Mythologieën rondom Jacob Israël de Haan, 2, pp. 68-70
Over de herdruk van J.I. de Haans verhalenbundeltje Kanalje (1904) en een selectie van Opstandige Liedjes (Het Volk 1903-1904) met commentaar door Kees Joosse en Jaap Meijer |
|
|
|
DOOREN, Frans van
Italiaanse literatuur in vertaling, 2, pp. 71-73
De Fioretti van Sint Franciscus. Vertaald door Gebhard Voorvelt, pp. 71-72 |
Carlo Collodi, Pinokkio. Vertaald door Nanny Klinkert-Pötters Vos; illustraties van William D. Kuik, pp. 72-73 |
|
|
Gabriele d'Annunzio en zijn roman II Piacere, 3, pp. 63-68 - Met facs. en foto's
Vertaald o.d.t. Het kind van de lust door J.H. Klinkert-Pötters Vos |
|
|
|
DUYX, Jan H.M.
Is Truken wel autistisch?*, 5, p. 57
Reactie op Marita Mathijsen, Romantisch cliché of protocol? Een interpretatie van Kneppelhouts verhaal (3, pp. 35-38). Met een Nawoord door Marita Mathijsen (p. 57) |
|
|
| |
| |
FOKKEMA, R.L.K.
Sybren Polet als vijftiger, 3, pp. 50-57 - Met facs. en foto's
Over diens ‘plaats onder de Vijftigers’ en over diens houding tgo. experimentele poëzie |
|
|
De poëzie-conceptie van Jan G. Elburg, 5, pp. 40-46 - Met ill. |
|
|
FRERICHS, Lieneke
Het panorama: kunst of kermis, 1, pp. 24-36 - Met ill.
Historisch overzicht van ‘een merkwaardige [Europese] kunstvorm - de met evenveel penseelkunst als wiskundig vliegwerk vervaardigde afbeeldingen van de werkelijkheid die panorama's heten’, zoals het Panorama Mesdag 1881 in Den Haag |
|
|
|
HAAKMAN, Anton
Achter de spiegel. Over film en fictie, 2, pp. 16-23 - Met ill.
Fragment uit de gelijknamige essaybundel in voorbereiding O.a. over Adolfo Bioy Casares, La invencion de Morel (1941), een essay over film en over onsterfelijkheid, in 1974 verfilmd door Emidio Greco als L'invenzione di Morel |
|
|
|
JANSSENS, G.A.M.
John Updike's jaren vijftig, 3, pp. 58-62
|
|
|
KEMPEN, Michiel van
Een vertaling van vandaag*, 1, p. 75, 77
Over Serge Doubrovsky's benaderingswijze van literaire werken n.a.v. Pé Hawinkels' ideeën over vertaling van literair werk (De Revisor, III, 1976, 1, pp. 81-83) |
|
|
|
KOOIMAN, Dirk Ayelt
Oogmerk en gezichtspunt. Over fictionaliteit, 3, pp. 27-30
Poging om ‘aan de hand van enkele romans van Simon Vestdijk de begrippen aan te duiden die in zinvol verband kunnen worden gebracht met een verschijnsel dat typerend lijkt voor het proza van dit ogenblik: een verschuiving naar het spiegelende aspekt van de literatuur, ten koste van het bespiegelende’ (p. 27) |
|
|
|
KOPLAND, Rutger
Over het maken van een gedicht, 3, pp. 2-8
Dagboekfragmenten uit de periode 16.1.1977-15.3.1977 m.b.t. ‘Geen gezicht, geen handen, geen haar en altijd’ (p. 8) |
|
|
|
KORTEWEG, Anton
Dorpsleven op afstand, 2, p. 79, 81, 83
Henk Romijn Meijer, Bon voyage, Napoléon en andere dorpsverhalen |
|
|
|
LUXEMBURG, Jan van
Een poëticale aanslag op Brakman*, 5, p. 59
Reactie op K. Beekman, Brakmans geschiedenis (2, pp. 77-79) |
Tevens over de literatuuropvatting van H. Verdaasdonk en K. Beekman |
|
|
| |
| |
MATHIJSEN, Marita
Romantisch cliché of protocol? Een interpretatie van Kneppelhouts verhaal, 3, pp. 35-38
Over Johannes Kneppelhouts verhaal Waanzinnig Truken (opgenomen in facs. pp. 31-34) verschenen in de almanak Vergeet mij niet (1843) |
|
|
|
MATSIER, Nicolaas
Literair sexisme*, 3, p. 77, 79
Reactie op een artikel van Hannemieke Postma (Opzij, mei-nummer) waarin zij het heeft over ‘de verwaarlozing’ van vrouwelijke auteurs in Nederland |
|
|
Stefan Themerson, Anatomie van het lachen. Vert.: N. Matsier, 4, pp. 39-47 - Met ill.
‘geen humor, geen satire is absoluut. Om gelach teweeg te brengen heb je een filosofie nodig’ (p. 47) |
|
|
De vertaler vertaald, 5, p. 37
Over de uitdrukking ‘geconcludeerde tuin’ in Harry Mulisch, Oude lucht (p. 66) als verkeerde vertaling van ‘hortus conclusus’ |
|
|
|
MATSIER, Nicolaas & VAART, Theo van der
Verpakkingen van de dood. 1, 4, pp. 48-52 - Met ill.
Over begraafplaatsen, kerkhoven en crematie |
|
|
|
MOOR, Wam de
J. van Oudshoorn en het hoertje van de filosofie. Enige kanttekeningen bij zijn werk, 4, p. 59, 61, 63, 65, 67, 69 - Met foto |
|
|
MULDER, Hans
Invalide buitenbeentjes, 1, pp. 57-61 - Met ill.
Een mogelijke verklaring ‘voor het ontbreken van een levend, boeiend toneel’ in Nederland |
|
|
|
PLEIJ, H.
Volksfeest en toneel in de Middeleeuwen. II. Entertainers en akteurs, 1, pp. 34-41 - Met ill.
‘Wie zich bezighoudt met Middelnederlands toneel moet meer bekijken dan alleen de geschreven en gedrukte teksten, die op onze toneelteksten lijken ... Een nadere bestudering van zottenfeesten en vastenavondviering is daarbij gewenst’ |
Tevens over de opvatting als zou het toneel eerst in de 10de eeuw als kerkelijk drama ontstaan zijn en over de abele spelen |
|
|
|
REINSMA, Riemer
Je-weet-wel*, 1, p. 77
Mededeling van de zevende aflevering van zijn ‘Een stukje communicatie’ dat geweigerd werd door de hoofdredactie van NRC/Handelsblad, met de vraag of de lezer dit stukje ook zou censureren; over taboewoorden i.v.m. sexualiteit |
|
|
|
ROVER, Frans C. de
Heimwee, weemoed en oude lucht, 5, pp. 32-37
Harry Mulisch, Oude lucht |
|
|
| |
| |
TEYLINGEN, Hendrik van
Zuchten van verlichting. Haiku van Ryuhô tot Wafû, 2, pp. 50-52
Over de haikupoëzie, ter inleiding van zijn vertaling van haiku's gekozen uit het vierdelig standaardwerk ‘Haiku’ van R.H. Blyth - Zie: Poëzie |
|
|
|
VERSPOOR, Dolf
Brief van Maarten 't Hart, criticus*, 5, p. 47
|
|
|
VERSTEGEN, Peter
Counterculture: Kousbroek in de contramine*, 1, p. 71, 73, 75
Reactie op Rudy Kousbroek, Opgroeien in een commune: portret van een non-cultuur (in NCR/Handelsblad, 1976) over John Rotchild & Susan Wolf, The children of the counterculture |
|
|
|
WALRECHT, Aldert
Eigentijdse ‘interpretatie’*, 3, p. 79, 81
Reactie op Michiel van Kempen, Een vertaling van vandaag (1, p. 75, 77), met kritiek op Pé Hawinkels vertaling van Thomas Mann, Der Zauberberg |
|
|
|
WESLY, Peter
Zien Casanova en Bisschop Gijsen hetzelfde?, 1, p. 65, 67, 69
Over J.P.M. Geurts' visie op objectiviteit van de natuurwetenschappen en opvatting over begripsvorming in ‘Feit en theorie’ |
|
|
De filosofie van het motoronderhoud, 2, pp. 43-48
Over Robert M. Pirsig, Zen and the art of motorcycle maintenance. An inquiry into values |
|
|
|
WIJDEVELD, Paul
Zien Wesly en Geurts hetzelfde wel goed?*, 3, p. 71, 73, 75
Reactie op Peter Wesly, Zien Casanova en Bisschop Gijsen hetzelfde? (1, p. 65, 67, 69) over J.P.M. Geurts' Feit en theorie. Met Naschrift van P. Wesly p. 75, 77 |
|
|
| |
V. Illustratie
Bakker, Sjoerd, 1, pp. 18-19; 4, p. 29, 31, 33; 5, pp. 8-9 |
Charley, 5, omslag |
Cornet, J.L., 3, p. 34 |
Grandville, 2, p. 67, 70 |
Doré, Gustave, 3, omslag, p. 75, 77 |
Geel, Chr. J. van, 2, p. 14, 15; 4, p. 53, 54, 55, 56 |
Keulen, Floor van, 5, pp. 14-15 |
Kliban, B., 1, p. 5, 7, 9, 11, 13; 2, p. 4, 6, 8, 13, 47 |
Koopman, Maarten, 1, p. 61 |
Henneman, Jeroen, 3, p. 3, 4, 5, 6, 7 |
| |
| |
Roelofsz, Joost, 2, p. 72 |
Topor, 2, p. 38 |
Vaart, Theo van der, 4, omslag, p. 49, 51 |
Valentine, Jim, 4, p. 16, 18, 20, 22 |
Weis, David, 4, p. 3, 5, 7, 9 |
Witkiewicz, Stanislas Ignacy, 1, p. 42, 47, 52, 55 |
| |
Bijzonder gedeelte
Schrijvers tekenen zichzelf
(2, pp. 25-32; 5, pp. 22-31)
Battus, 2, p. 27 |
Berg, Arie van den, 5, p. 25 |
Berge, H.C. ten, 2, p. 29 |
Bernlef, J., 5, p. 24 |
Biegel, Paul, 5, p. 29 |
Boer, Lodewijk de, 5, p. 26 |
Borgart, Ben, 5, p. 27 |
Brakman, W., 5, p. 24 |
Brouwers, Jeroen, 2, p. 32 |
Büch, Boudewijn M.I., 5, p. 26 |
Burnier, Andreas, 5, p. 29 |
Campert, Remco, 2, p. 31 |
Carmiggelt, Simon, 2, p. 31 |
Cremer, Jan, 2, p. 29 |
Deel, Tom van, 5, p. 27 |
Donkers, Jan, 5, p. 29 |
Elburg, Jan, 5, p. 31 |
Eykman, Karel, 5, p. 31 |
Fabricius, Johan, 2, p. 30 |
Ferron, Louis, 5, p. 25 |
Freezer, Harriët, 5, p. 24 |
Geel, Rudolf, 5, p. 27 |
Habakuk II de Balker, 2, p. 29 |
Hamelink, Jacques, 2, p. 31 |
Hermans, W.F., 2, p. 25 |
Herzberg, Judith, 2, p. 29 |
Holierhoek, Kees, 5, p. 24 |
Holsbergen, J.W., 5, p. 23 |
Kal, Jan, 5, p. 30 |
Kellendonk, Frans, 5, p. 25 |
Keulen, Mensje van, 5, p. 25 |
Klant, J.J., 5, p. 24 |
Kooiman, Dirk Ayelt, 5, p. 30 |
Komrij, Gerrit, 2, p. 32 |
Koolhaas, Anton, 2, p. 27 |
Kopland, Rutger, 2, p. 26 |
Korteweg, Anton, 5, p. 27 |
Kortooms, Toon, 2, p. 32 |
Kossmann, Alfred, 5, p. 31 |
Kousbroek, Rudy, 5, p. 22 |
Kouwenaar, Gerrit, 2, p. 27 |
Krol, Gerrit, 2, p. 26 |
Kuijper, Jan, 2, p. 31 |
Kuik, Hilbert, 5, p. 29 |
Luyters, Guus, 5, p. 29 |
Marissing, Lidy van, 5, p. 30 |
Matsier, Nicolaas, 5, p. 24 |
Meijsing, Doeschka, 2, p. 31 |
Michiels, Ivo, 5, p. 23 |
Minco, Marga, 2, p. 32 |
Mulisch, Harry, 2, p. 27 |
Nooteboom, Cees, 5, p. 29 |
Nuis, Ad, 5, p. 30 |
Otten, Willem Jan, 5, p. 31 |
Polet, Sybren, 2, p. 28 |
Reve, Gerard, 2, p. 26 |
Romijn Meijer, Henk, 5, p. 26 |
Ross, Leo, 5, p. 23 |
Ruting, Jos, 2, p. 26 |
Santen, Sal, 5, p. 23 |
Schagen, J.C. van, 2, p. 28 |
Schierbeek, Bert, 5, p. 31 |
Siebelink, Jan, 3, p. 26 |
Streepjes, Igor, 5, p. 28 |
Tentije, Hans, 5, p. 31 |
Toonder, Maarten, 5, p. 30 |
Toorn, Willem van, 5, p. 26 |
Uyl, Bob den, 5, p. 31 |
Vasalis, M., 5, p. 30 |
Veen, Adriaan van der, 5, p. 31 |
| |
| |
Venema, Adriaan, 5, p. 28 |
Verstegen, Judicus, 5, p. 28 |
Vervoort, Hans, 5, p. 29 |
Vinkenoog, Simon, 2, p. 26 |
Vries, Theun de, 5, p. 27 |
Vroman, Leo, 2, p. 28 |
Waasdorp, Joop, 5, p. 27 |
Wilmink, Willem, 5, p. 28 |
Zuiderent, Ad, 2, p. 28 |
| |
Bijzonder nummer
Vrouw & literatuur. De strijd om de broekGa naar voetnoot1
(nr. 6, 80 pp.)
Redactie: Doeschka Meijsing en Nicolaas Matsier
BLOEM, Rein
Zoek de vrouw en vind haar niet, pp. 19-23
‘In antwoord op de vraag: wat is er specifieks in hedendaagse poëzie van vrouwen, ben ik, op zoek in de middeleeuwen gegaan’ omdat ik in de Nederlandse poëzie van vrouwen niets anders kan vinden dan ‘apert vrouwelijke inhouden’. |
Over Marie de France en Hadewijch; over Laure (ps. van Colette Laporte) met de uitgave van haar poëzie door Georges Bataille en Michel Leiris, en van haar werk door J. Peignot |
|
|
|
BRASSINGA, Anneke
Sylvia Plath, [Gedichten]. Vert.: A. Brassinga
Verschijning (An appearance. Uit: Crossing the water), p. 7 |
De herfst van de kikkers (Frog autumn. Uit: The colossus), p. 28 |
Koerier (The couriers. Uit: Ariel), p. 28 |
|
|
|
DRESEN-COENDERS, Lène
De strijd om de broek. De verhouding man/vrouw in het begin van de moderne tijd (1450-1630), pp. 29-37
Over de veranderingen in de ‘traditionele’ rolverdeling op basis van ‘gegevens uit de literatuurgeschiedenis, de kunstgeschiedenis, de demografische en sociale geschiedenis’, met verwijzingen naar o.a. Chr. Plantijn, Erasmus, Bruegel, J. Bosch en Lucas van Leyden |
|
|
|
FONTIJN, Jan
Prometheus en de allumeuse. Carry van Bruggen als grensfiguur, pp. 51-56 - Met foto's
Een interpretatie van haar werk met behulp van de psychoanalyse, ter beschrijving van de ‘neurotische’ kant van haar persoonlijkheid |
|
|
|
FORTUIN, Johanna
Dan maar geen zoen van de juffrouw! Feministische literatuur, feministische wetenschap?, pp. 8-11
‘Zodra ideologieën aan de macht komen gaan ze censuur uitoefenen. Ze willen niet langer twijfel, vragen en voorlopigheid, ze willen antwoorden en zekerheid’. Zo ook het feminisme met de roep naar feministische literatuur en wetenschap |
|
|
| |
| |
MATHIJSEN, Marita
De maagdelijke pen. Over ‘Twee vrouwen’ uit de 19e eeuw, pp. 43-50 - Met facs. en foto
Over Mevr. A.L.G. Bosboom-Toussaint en Betsy Hasebroek en haar roman ‘Twee vrouwen’. Over de receptie van hun werk in eigen tijd |
|
|
|
MATSIER, Nicolaas
... in gesprek met Gerrit Krol. De hoofdpersoon en zijn vrouwen, p. 12-18 - Met foto's
Over ‘de gedragingen van mannen en vrouwen en de uitspraken daarover’, hoofdzakelijk in De ziekte van Middleton en in De chauffeur verveelt zich |
|
|
|
MEIJERINK, Gerda
Der Kampf um die HosenGa naar voetnoot1, p. 65-69
Overzicht van door vrouwen geschreven Duitstalige boeken |
|
|
Anna Maria Carpi, La lotta per i calzoni 1. Vert.: G. Meijerink, pp. 73-75
Overzicht van de Italiaanse huidige feministische literatuur |
|
|
|
MEIJSING, Doeschka
De zusjes van Shakespeare. Literatuur en feminisme in Nederland na 1965, pp. 2-7
Onderzoek naar ‘rolpatroon en ideologie’ in een twintigtal romans door vrouwen uit de laatste 10 jaar; nagegaan wordt tevens waarom de feministische strijd juist op het terrein van de roman wordt aangebonden’ |
|
|
Een geval van evenwicht. Meinkema en Donkers op de weegschaal, pp. 57-63
‘Een kritische blik op twee verhalenbundels, een van een mannelijke en een van een vrouwelijke auteur, en een blik op de kritiek op die bundels...’ om aan te tonen dat mannelijke schrijvers beoordeeld worden op hun tekst en niet meer, en vrouwelijke schrijvers, behalve op hun tekst nog op iets anders nl. op het feit dat zij ‘vrouwelijke’ schrijvers zijn |
Over Jan Donkers, Ouders van nu; Hannes Meinkema, De groene weduwe |
|
|
|
PAAL, Ieme van der
La dispute pour la culotteGa naar voetnoot1, pp. 69-71
Over de rol van de vrouwen in de Franse literatuur en uitgeverswereld in de laatste vijf jaar; met bondige bibliografie |
|
|
|
PLEIJ, Herman
Wie wordt er bang voor het boze wijf? Vrouwenhaat in de middeleeuwen, pp. 38-42 - Met ill.
Van vrouwenhaat tot heksenvervolging, met voorbeelden uit de Middelnederlandse literatuur |
|
|
| |
| |
Schets voor dame en heer. Bij een tekening van Peter van Straten (p. 24) door: |
Albacht, Hester: Perikel, p. 27 |
Ferron, Louis: [Bewerking van een toneelstukje van Fr. Nietzsche], p. 26 |
Hart, Maarten 't: Het onvermijdelijke, p. 25 |
Marissing, Lidy van: Gulliver vertelt verder / (Alweer een anekdote), pp. 25-26 |
Meinkema, Hannes: Alleen mensen gaan met elkaar als dieren om, p. 25 |
Siebelink, Jan: Haar kindje was een konijn, pp. 27-28 |
|
|
-
voetnoot1
- Geschreven t.g.v. de Breytenbach-avond op 8 april 1977 te Rotterdam
-
voetnoot1
- Met korte noot over Jonh Frederik (Frits) Thaulow
-
voetnoot1
- De titels met * behoren tot de rubriek: Gemengde gevoelens
-
voetnoot1
- Met illustraties uit 18de-eeuwse werken en met tekeningen van Topor (p. 9, 11, 18, 23)
-
voetnoot1
- De redactie betreurt dat ‘The fight for the hose’ - een overzicht van de Engels-Amerikaanse feministische literatuur ontbreekt (p. 75)
-
voetnoot1
- De redactie betreurt dat ‘The fight for the hose’ - een overzicht van de Engels-Amerikaanse feministische literatuur ontbreekt (p. 75)
|