| |
| |
| |
De Vlaamse Gids
Eindredactie: Frans Strieleman, Fernand Papon, Willem M. Roggeman, Marcel van der Bruggen
Beheer en Directie: Uitgeverij J. Hoste N.V., Korte Nieuwstraat 28, 2000 Antwerpen - Uitgegeven in samenwerking met het Willemsfonds
Jrg. LXI, 6 nrs, telkens 76 pp., behalve nr. 2, 92 pp.
| |
I. Poëzie
BUCKINX, Pieter G.
[Gedichten], 3, p. 38, p. 40
Hoog in de kruin, p. 38 |
Doorn van verdriet: ‘De notelaar is met goudglans getooid’ p. 38 |
Vorstenspiegel: ‘Teken dit op in gotische letters’ p. 40 |
|
|
|
CAMI, Ben
Gedichten, 3, pp. 42-43
Dit leven is oud: ‘Dit leven is oud. Het kent zijn nutteloosheid nu’ pp. 42-43 |
Wat is dit nu?: ‘Wat is dit nu? De wind staat stil’ p. 43 |
|
|
|
CHRISTIAENS, Dirk
Thuiskomst, 5, p. 45
‘Schimmel in alle beslagen glazen’ |
|
|
|
CONINCK, Herman de
Nieuwe gedichten, 3, pp. 20-23
‘Achter het raam zit je te kijken’ p. 20 |
‘Een akwarium klaarte. Stilte’ p. 21 |
‘Een vijfde druk, het lijkt er wel op’ p. 22 |
‘Wat mij beïnvloed heeft’ p. 23 |
|
|
|
GILS, Gust
[Gedichten], 2, p. 57
Hetzelfde maar anders: ‘een gedicht’ |
Vaderlandse trots: ‘een levensgroot ruiterstandbeeld’ |
De versierder: ‘hij ging op haar af’ |
Piraatzender: ‘al wat voor liefde doorgaat’ |
Goddelijk onderonsje: ‘moesten goden echt bestaan’ |
|
|
| |
| |
HEKKEN, Renée van
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Moderne Japanse poëzie. Vert.: W.M. Roggeman, 2, pp. 31-39
Saburo Kuroda (1919), De inzet, p. 31 |
Ryûichi Tamura (1923), Een man die een gedicht schrijft, p. 32 |
Kikuo Takano (1927), Ik ben, p. 33 |
Ryusei Hasegawa (1928), Bij de barbier, p. 34 |
Masami Horikawa (1931), Brief van een oude vriend, p. 35 |
Makoto Ooka (1931), Zonder sentimentaliteit, p. 36 |
Shuntaro Tanikawa (1931), Improvisatie aan mijn schrijftafel, p. 37 |
Mutsuo Takahashi (1937), Winter 1955, p. 38 |
Gôzô Yoshimasu (1939), Brandend, p. 39 |
|
|
|
T'HOOFT, Jotie
[Gedichten]Ga naar voetnoot1, 1, pp. 55-57
Het Zuiderkruis, p. 55 |
‘Vannacht zouden wij het Zuiderkruis zien’ |
De Congo, pp. 55-56 |
‘Honderd kleine boten kwamen langszij liggen’ |
Baron Samedi, p. 56 |
‘Martinique, de roos van bloed bloeit aan mijn mond’ |
Carcarias Carcareus (Witte haai), p. 57 |
‘Hij is een groot gebit rond Samoa’ |
|
|
|
WAUTERS, Marcel
Vergeeld dossier, 5, pp. 46-48
1. | ‘gisteren was ik een halve eeuw oud’ p. 46 |
2. | ‘vanmiddag vond ik een rek van de boekenkast’ p. 47 |
3. | ‘villa te huur met zeventien ramen’ p. 48 |
|
|
|
WILDE, Frans de
Waarom?, 5, p. 44
‘Hij liep met het hoofd naar de stenen’ |
|
|
| |
II. Proza
BOON, Louis Paul
Uit het jaar 1901, 5, pp. 27-32 |
|
|
GILS, Gust
Drie heldhaftige verhalen. Uit: Dank voor de blijdschap. Paraproza III, 2, pp. 53-57
Oudstrijdende oom, pp. 53-54 |
Een uur stilte a.u.b., pp. 54-56 |
Het geheime leger, pp. 56-57 |
|
|
|
MAN, Yvonne de
|
| |
| |
RENIERS, Annie
Een onverschillige stad, 5, pp. 15-22 |
|
|
VROOMEN, Noriko & Pim de
Kenzaburo Ooe, Uit: ‘De dag dat de keizer hoffelijk mijn tranen droogt’. Vert.: Noriko & Pim de Vroomen, 2, pp. 43-47 |
|
|
WALSCHAP, Gerard
De vlam (romanfragment), 1, pp. 19-28 |
Smidje Smee in de Pampas van Argentinië, 1, pp. 35-36 |
|
| |
AKEN, Paul van
Paul de Wispelaere: Een dag op het land*, 2, pp. 90-91 |
|
|
ANDRIES, Marc
Erik van Ruysbeek: De dood en de dageraad*, 5, pp. 71-72 |
|
|
BARTHELS, Luc
Gesprek met Roger Somville, 2, pp. 65-74 - Met ill. |
|
|
BOENDERS, Frans
Aspecten van de moderne Japanse roman, 2, pp. 5-28 - Met foto's
Na een inleiding (pp. 5-8) waarin hij in de Japanse literatuur twee soorten onderscheidt: ‘de verfijnde praktijk van een exotische esthetiek’ en ‘een literatuur die weliswaar een eigen identiteit heeft, maar die daarom niet grondig verschillend is van de westerse genres’ behandelt hij achtereenvolgens de auteurs: Kenzaburo Oë (pp. 8-10), Yukio Mishima (p. 10-19), Yasunari Kawabata (pp. 19-27) |
|
|
|
BOTZ, M.
De pluralistische school: een doodgeboren kind?, 1, pp. 58-67
Bespreking van, in hoofdzaak, art. 1 van de Wet van 14 juli 1975 |
|
|
|
BOUSSET, Hugo
Walschaps ik-project, 1, pp. 44-47
Over diens Het Oramproject |
|
|
|
COTTENJE, Mireille
Brief aan Paul Snoek, 1, pp. 51-54
N.a.v. een uitspraak van Paul Snoek in een interview (Humo, 29 april 1976): ‘... Ik kan ze niet uitstaan, vrouwen à la Mireille Cottenjé’ |
|
|
|
CLUYTMANS, J.
Barry Lyndon (Stanley Kubrick) of de schok van het verleden, 6, pp. 72-75 |
|
| |
| |
DEFLO, Lionel
Herman de Coninck: pirouettes op een valse triste, 3, pp. 30-33
Over De lenige liefde en Zolang er sneeuw ligt |
|
|
|
GEBUYS, Dick & MEULEN, Jelle van der
Twee spoken op één Kapellekensbaan, 4, pp. 35-46
Over Luc Verhuyck en Theo Jochems, Louis Paul Boon |
|
|
|
GEERTS, Leo
Oud en Nieuw Deps revisited, 1, pp. 37-43
Antwoord op de vraag: ‘de dorpsnovellen, Houtekiet en Nieuw Deps - wat hebben we daar vandaag nog aan?’ met een verwijzing naar G.G. Marquez, Honderd jaar eenzaamheid, wat ‘het dorp als mythe’ betreft |
|
|
|
JESPERS, Henri-Floris
Vluchtige aantekeningen voor een hommage aan Annie Reniers, 5, pp. 23-25
|
|
|
LANDTSHEER, Gustaaf J.
Rubens als stadsdecorateur, 4, pp. 49-54
Over Rubens opdracht om de stad te versieren bij de Blijde Intrede van kardinaal-infant Ferdinand (1635) en over de zegewagen die het wapenfeit van Kallo (1638) in herinnering brengt en vervaardigd werd naar Rubens' olieverfschets |
|
|
Het huis van Rubens en illustere bezoekers in de tijd van de meester, 4, pp. 55-59 - Met ill. |
|
|
MAESENEER, Jan de
Met de studenten op weg naar een nieuwe gezondheidszorg?, 5, pp. 55-62 |
|
|
MEERT, Hugo
In de voetsporen van Gerard Walschap, 1, p. 48
N.a.v. de gelijknamige TV-uitzending, ‘waarin alles toegespitst was op Walschaps geloofscrisis’ |
|
|
|
MERCKX, A.
De culturele revolutie, 2, pp. 77-79
Georges Jean, Pour une pédagogie de l'imaginaire |
|
|
De intellectuelen, 3, pp. 72-74
Beschouwingen over de V.S.A. op basis van |
Daniël Guérin, Le mouvement ouvrier aux Etats-Unis |
Robert Estall, A modern geography of the United States |
C. Wright Mills, L'imagination sociologique |
|
|
Als alles mogelijk is..., 6, pp. 66-68
N.a.v. Maria Fuller McChesney, A period of exploration |
|
|
|
MEYERE, Pieter de
Opvoeding tot intellectuele weerbaarheid, 1, pp. 68-74
Over de taak van de school en het belang naderhand van permanente vorming |
|
|
| |
| |
MOEREMANS, A.
Hallo... Ik moet een blauwe neushoorn uit Mongolië invoeren, 4, pp. 71-74
Over S.V.P.-Benelux, een telefonische antwoorddienst ten behoeve van zakenlui en ondernemingen |
|
|
|
PAY, Luc
Pink Poets en Pink Poetry visited, 5, pp. 33-41
Typering van Pink als een ‘gesloten groep’ van 18 leden (lijst pp. 40-41); over Patrick Conrads Continental Hotel als ‘een mooi voorbeeld van Pink poëzie’ (pp. 35-40) |
|
|
|
PRAAG, Siegfried E. van
Huisdier en wild dier in de menselijke verbeelding, 2, pp. 80-87
Beschouwingen over de relatie wild dier/huisdier in de fabelliteratuur, de Reynaert en de T.V.-Fabeltjeskrant |
|
|
|
RAES, Hugo
Mijn eerste ontmoeting met Louis Paul Boon, 4, pp. 47-48 |
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Gesprek met Gerard Walschap, 1, pp. 5-18 |
|
Moderne Japanse poëzie, 2, pp. 29-30
Inleiding bij vertalingen. Zie: Poëzie |
|
|
Arthur van Schendel: Verzameld werk I. en II., 2, p. 89 |
|
Gesprek met Herman de Coninck, 3, pp. 4-19 |
|
Jotie T'Hooft: Junkieverdriet*, 3, p. 53 |
|
Gesprek met Louis Paul Boon, 4, pp. 7-25
|
|
Gesprek met Annie Reniers, 5, pp. 5-13 |
|
Rudolf Geel: Genoegens van weleer*, 5, p. 73 |
|
Luc van Brabant, vitalistisch dichter, 6, pp. 8-10 |
|
|
SNICK, Herman van
Luc van Brabant, de mens, 6, pp. 5-7 |
|
|
SOMERS, Marc
Het Volksbelang in zijn aanvangsjaar, 3, pp. 54-58
Over het in 1867 door Max Rooses gestichte weekblad ‘Het Volksbelang’ dat nu aan zijn honderdste jaargang toe is |
|
|
|
SPILLEBEEN, Willy
Seller van de Vlaamse poëzie: ‘De lenige liefde’ [van Herman de Coninck], 3, pp. 24-28 |
|
| |
| |
TOEBOSCH, Wim
Recente Amerikaanse literatuur, 5, pp. 65-72
Overzicht met tot besluit: ‘Men heeft de Amerikaanse literatuur vroeger eens ingedeeld in voortbrengselen van “pale faces” - de op Europa gerichte traditionalisten - en “Redskins”, de opstandelingen, de verzetsgezinden. Meer dan ooit schijnt deze scheiding te beantwoorden aan de werkelijkheid en meer dan ooit dragen beide strekkingen bij tot de rijkdom en de verscheidenheid van de Amerikaanse literaire [roman]-productie’ (p. 70) |
|
|
|
TRAPPENIERS, L.
Kortsluitingen in de Vlaamse film, 2, pp. 59-61
Over de oorzaken van ‘het gebrek aan een continu-produktie’ |
|
|
|
UYTTEBROECK, Vic
Luc van Brabant als kenner van Louïze Labé en Villon, 6, pp. 12-14 |
|
|
VERHOEYEN, Etienne
Fascisme en neo-fascisme: constanten en variabelen, 4, pp. 61-68
Over ‘de gelijkenissen en verschillen die op ideologisch gebied bestaan’ tussen beide |
|
|
|
VERHOYE, Bert
Theater in Japan? [Historisch overzicht], 2, pp. 49-50 - Met ill. |
|
Theatritis, 6, pp. 69-71
Over het theater in Vlaanderen, te Nancy en te Avignon; over de opgang van het muziektheater |
|
|
|
VERMEERSCH, E.
De filosofie van de gezondheid, het welzijn en het geluk, 3, pp. 60-71
Over de evoluerende opvattingen, wat de drie begrippen betreft, en over de invloed van wetenschap en techniek in deze |
|
|
|
VROOMEN-KONDO, Noriko de
Kenzaburo Ooe, zijn leven en zijn werk, 2, pp. 41-42 |
|
|
VUYLSTEEK, K.
De opleiding voor de arts van nu en morgen, 5, pp. 49-54 |
|
|
WALSCHAP, Gerard
Twee maal twee is vier, 1, pp. 29-33
Beschouwingen over geloof, wetenschap en kerk n.a.v. een tv-debat over ‘Le temps et l'éternité’ |
|
|
|
WESSELO, J.J.
Tekens op de horizon, 3, pp. 41-51
Over het werk van Willy Roggeman |
|
|
| |
| |
WISPELAERE, Paul de
De Kapellekensbaan [van Louis Paul Boon] als raamvertelling, 4, pp. 27-34 |
|
| |
Bijzonder nummer
Dagen met muziek in
(Thema van: De Dagen van de Vlaamse Gids - nr. 6, pp. 15-61)
BROECKX, Jan L.
Over de problematiek van het muziekleven vandaag, pp. 15-18
Over het thema van de Dagen, de crisissituatie van ons muziekleven, en over de deelnemers aan het gesprek |
|
|
|
DEVOGHELAERE, Mon
Over jazz, en als het kan ook even over pop en zo, pp. 58-61
Over de evolutie van de zogenaamde ontspanningsmuziek |
|
|
|
LANNOY, Christiaan de
Muziektherapie, pp. 46-52
Over de niet-esthetische toepassingen van muziek in therapeutische zin, als middel tot emotionele aktivering, spanningsregulatie en herstel van intermenselijk contact bij psychosomatisch gestoorden |
|
|
|
PAPON, Fernand
Opera van Vlaanderen: de redding?, pp. 53-57
Over het beleid van de overheid inzake de organisatie van het lyrisch toneel |
|
|
|
PELEMANS, Willem
Dorpsfanfare of Internationaal Muziekfestival, pp. 28-32
‘Heel dat pleidooi voor de dorpsfanfare, opdat esthetische waarden van eigen streek plaats zou vinden in het internationaal spel van de festivals, is de verantwoording van mijn dertig jaar journalistieke verslaggeving van het muziekleven’ (p. 32) |
|
|
|
RAICICH, Jan
Muziekonderwijs: één grote ergernis, pp. 34-44
Over de ontoereikende rol van de muziek in het algemeen onderwijs en in de opvoeding, evenals een gebrek aan muziekpedagogische vorming in het professioneel muziekonderwijs |
|
|
|
SABBE, Herman
Muziek, een staatszaak?, pp. 20-26
Analyse van ons muziekbeleid en formulering van een aantal opties |
|
|
|
-
voetnoot1
- Nr. 1 is gedeeltelijk gewijd aan Gerard Walschap; nr. 2 aan Japan; nr. 3 aan Herman de Coninck; nr. 4 aan Louis Paul Boon 65; nr. 5 aan Annie Reniers; nr. 6 aan Dagen met muziek in en Herinnering aan Luc van Brabant
-
voetnoot1
- Bekroond met de Reina Prinsen Geerligsprijs 1976
-
voetnoot1
- De artikels met een * behoren tot de rubriek: Bij nader inzien
|